Wilders kiest voor chaos als strategie

Premier Rutte vergeleek Nederland vaak met een vaasje. „Broos, breekbaar. Heus, het kan ook kapot gaan”, stond in een advertentie die de VVD in 2018 plaatste. Twee dagen na zijn vertrek is het vaasje al op de grond gedonderd, zegt iemand uit kabinetskringen op donderdagavond vertwijfeld. In duizend scherven.

Het was niet de onervarenheid van premier Dick Schoof. Het lag niet aan X, dat van andere coalitiepartijen de schuld kreeg. Niet aan de felheid van de oppositie, waartegen Schoof niet bestand leek. Het eerste debat van de nieuwe premier met de Tweede Kamer ontaardde door de gretigheid waarmee de grootste regeringspartij, de PVV, chaos liet ontstaan.

Dat gebeurde vanuit de Kamerbankjes en vanuit Vak K, waar de kabinetsleden zaten. PVV-leider Geert Wilders ondergroef consequent het gezag van Schoof. Hij noemde een antwoord van de premier „slappe hap”, en zette die woorden ook op X. Schoof had duidelijker moeten zeggen dat PVV’ers „geen racisten” zijn, vond hij. Wilders riep „waar bemoei jij je mee” tegen Pieter Omtzigt (NSC), een coalitiepartner, die vraagtekens plaatste bij het democratisch gehalte van de PVV. Wilders had het over „een vuile, valse beschuldiging” toen een andere coalitiegenoot, VVD-leider Dilan Ye-silgöz, zei dat Wilders achter een X-bericht van zijn partijgenoot Fleur Agema zou zitten.

Vanuit Vak K deed Agema, de eerste vicepremier en minister van Volksgezondheid, haar deel. Terwijl Schoof steeds verder in het nauw werd gebracht door de linkse oppositie, stuurde zij op X een bericht dat zijn verhaal, én zijn gezag ondergroef. Schoof moest het onmogelijke uitleggen: dat het kabinet tegen discriminatie en racisme is, dat hij premier is „van alle Nederlanders, met of zonder hoofddoek”, én dat PVV-ministers die zich ook na hun installatie negatief over het dragen van de hoofddoek blijven uiten. Agema’s bericht liet precies dat zien, en weg was Schoofs verhaal over verbinding.

Foto Bart Maat

En nu? Hoe kan er beleid bedacht worden als de premier zo’n zwak mandaat heeft en de coalitiepartijen elkaar zo diep wantrouwen? Als enige concrete oplossing kwam Schoof met een X-verbod voor bewindspersonen tijdens vergaderingen. Alsof dat de kern van het probleem was.

De PVV kon deze week kiezen tussen twee opties: ze kon verantwoordelijkheid en ingetogenheid uitstralen, zoals Wilders ooit deed toen hij gedoogsteun gaf aan het eerste kabinet-Rutte (VVD en CDA) in 2010. De andere keuze was chaos – en die werd het uiteindelijk.

Dat is opmerkelijk, gelet op de ontwikkeling die radicaal-rechtse partijen in het buitenland de afgelopen jaren hebben doorgemaakt. Radicaal-rechts probeert in veel westerse landen decennia van uitsluiting achter zich te laten, en zich te laten zien als acceptabele regeringspartij.

Radicaal-rechtse partijen besturen nu in zeven Europese landen mee. Behalve Hongarije, waar Fidesz van premier Orbán sinds 2010 onafgebroken aan de macht is, neemt radicaal-rechts deel aan regeringen in Nederland, Italië, Tsjechië, Slowakije, Kroatië en Finland. In Zweden geven de Zweden Democraten gedoogsteun aan het kabinet. In Frankrijk lijkt Rassemblement National zondag de grootste te worden, na een jarenlange campagne waarin standpunten werden gematigd, of vriendelijker gebracht.

Extreme randjes

Veel van deze partijen nemen regeringsverantwoordelijkheid terwijl ze de extreme randjes van hun ideeën vijlen. Ze hebben geleerd, zegt politicoloog Léonie de Jonge (Rijksuniversiteit Groningen), hun populistische gezicht nét genoeg te behouden voor hun achterban, en tegelijk te besturen. „Het beeld was altijd: als populisten gaan regeren, dan kunnen ze dat niet, want ze zijn groot geworden als anti-establishmentbeweging. Inmiddels weten we dat ze dat wel degelijk kunnen. One foot in, one foot out, is de strategie.”

De ene voet is die van de macht, de instituties. Daar willen rechts-populistische partijen doorbreken, en uiteindelijk hun doelen bereiken. De andere voet is die van de buitenstaander, die kan blijven schoppen tegen het establishment waar de partij net deel van is gaan uitmaken.

De constructie van het kabinet-Schoof is, op papier, ideaal voor een populistische partij als de PVV, zegt De Jonge. De partijleiders blijven in de Tweede Kamer, vooral omdat Omtzigt (NSC) dat graag wilde. „Dat geeft Wilders de kans zich populistisch te gedragen en toch te regeren.”

Matthijs Rooduijn, politicoloog aan de Universiteit van Amsterdam, noemt het „ironisch” dat uitgerekend Omtzigt Wilders deze rol gaf. „Het idee was: meer dualisme. En een krachtige Kamer kan meer weerwoord bieden aan het kabinet. Maar nu krijgt Wilders een ideale positie op een presenteerblaadje aangereikt: hij kan vrij schieten op het kabinet. Misschien vond hij het echt jammer dat hij geen premier kon worden, maar deze rol is ideaal voor hem.”

Wilders speelt de rol die hem het beste past: vrij schieten vanuit de Kamer

Maar Wilders kiest, opvallend genoeg, niet voor de strategie van Europese geestverwanten. Hij lijkt meer te hebben gekeken naar de chaos-theorie van Steve Bannon, tot 2017 de naaste strategisch adviseur van de Amerikaanse president Donald Trump. Bannon gelooft in de politiek van de verschroeide aarde, een strijd op leven en dood. Altijd in de aanval. Ideeën kunnen niet radicaal genoeg zijn, omdat ze tegenstanders tot razernij drijven en de eigen aanhang enthousiasmeren. Chaos leidt tot onvoorspelbaarheid, en dat is een strategisch voordeel in de politiek.

Resultaten zijn hieraan ondergeschikt. Sterker nog: verliezen kan in de politiek een machtig wapen zijn. Het leidt tot boosheid bij de eigen aanhang, die gemakkelijk te richten is op tegenstanders of ingebeelde tegenstanders: rechters, Europese bureaucraten, academici, journalisten, de ‘deep state’. Juist in een goed getimede nederlaag zit politiek kapitaal.

Door zijn eigen kabinet én coalitiegenoten al in de eerste week zo hard aan te vallen, heeft Wilders voor een Nederlandse variant van de chaos-strategie gekozen. Niks one foot in, one foot out. Coalitiegenoten vallen elkaar openlijk aan, in het kabinet werd openlijk, nota bene tijdens het debat, geruzied. „Waarom”, vroeg Fleur Agema luid hoorbaar aan Schoof, toen die de oppositie toezegde te schorsen om haar laatste tweet te bestuderen.

De nederlaag die Wilders deze week organiseerde, ontstaat op de lange termijn. Hij maakt het kabinet het regeren heel lastig, en dat bedreigt het eerste echte PVV-kabinet, en het coalitieakkoord vol typische PVV-punten als minder migratie.

‘Geen kleuterklas’

Schoof had gelijk toen hij zei dat het kabinet „geen kleuterklas” is, al bevestigden zijn woorden een beeld dat de hele donderdag boven de Kamer hing. Het lag inderdaad niet aan onervarenheid, de houding van de PVV is een bewuste strategische keuze.

De vraag is of het ook een verstandige keuze is. De wetenschap laat zien dat Bannons strategie niet de meest succesvolle is. Volgens politicologen Rooduijn en De Jonge willen kiezers van radicaal-rechtse partijen uiteindelijk resultaten zien volgens recente onderzoeken. Rooduijn: „Ze zijn vaak in het begin enthousiast, maar dat kan snel wegebben als hun partij echt gaat regeren. Bijvoorbeeld omdat die dan minder krachtig het establishment aanvalt. Of omdat de eigen bewindspersonen incapabel zijn. Het zijn partijen die soms moeite hebben met besturen, en kiezers houden er niet van als ze ruziënd over straat gaan; denk aan de teloorgang van de LPF.” De partij van de (toen al vermoorde) Pim Fortuyn behaalde in 2002 vanuit het niets op 26 Kamerzetels, en ging meeregeren. Na 87 dagen ruzie viel het kabinet-Balkenende I uit elkaar.

De Jonge: „Ook radicaal-rechts zal uiteindelijk iets moeten laten zien. Hun kiezers zijn net zo kritisch als kiezers van bijvoorbeeld groene partijen, weten we uit onderzoek. Ze willen resultaten zien. Ze willen dat hun ministers goed presteren. Juist dat lijkt voor de PVV een probleem, met onervaren bewindslieden die onder vuur liggen om hun uitspraken.”

Dick Schoof zal moeten leren omgaan met een PVV die oppositie zal blijven voeren van binnenuit, als de partij haar zin niet krijgt. Het premierschap is eenzaam, zei ChristenUnie-leider Mirjam Bikker aan het einde van het tweedaagse debat. „Maar u bent niet alleen. Dat hebben velen voor u ervaren, en ik hoop dat u dat ook mag ervaren.” Ze was een van de weinigen die hem probeerde op te beuren. Schoof keek haar aan, en knikte.


Lees ook

Eerste debat Schoof krijgt karakter van ijskoude douche. ‘Slappe hap’, sneert Wilders

Premier Dick Schoof, donderdag op de tweede dag van het debat over de regeringsverklaring.