Wie een niet-Nederlandse afkomst heeft, zegt iets vaker gecontroleerd te worden door politie

Mensen met een niet-Nederlandse herkomst zeggen iets vaker dat ze het afgelopen jaar gecontroleerd zijn door de politie dan mensen met een volledig Nederlandse herkomst. Bovendien vinden ze minder vaak dat agenten hen „rustig, respectvol en correct” behandelen, zo becijfert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag op basis van een enquête. Mensen die of zelf in het buitenland zijn geboren, of van wie minimaal één ouder uit het buitenland komt, denken vaker dan gemiddeld dat hun afkomst, huidskleur of uiterlijk een reden was voor de controle.

Ongeveer 8 procent van de ondervraagden van volledig Nederlandse afkomst zei vorig jaar door de politie gecontroleerd te zijn. Voor mensen met een niet-Nederlandse afkomst lag dit percentage 1 procentpunt hoger, voor degenen van de tweede generatie 3 procentpunten. Met name mannen tussen de 15 en 25 jaar met wortels in Marokko, Turkije of Suriname stelden relatief vaak staande gehouden te worden. Bij de tweede generatie gebeurt dat het vaakst: een derde van hen zei de afgelopen twaalf maanden minimaal één keer gecontroleerd te zijn door de politie. Dat gold voor ongeveer een vijfde van de jonge mannen van volledig Nederlandse komaf.

Deze statistieken komen uit de zogeheten Veiligheidsmonitor 2023. Deze tweejaarlijkse enquête, ditmaal afgenomen onder ruim 180.000 Nederlanders van vijftien jaar en ouder, behandelt thema’s als leefbaarheid, veiligheid en slachtofferschap van criminaliteit, en is gedaan in opdracht van het ministerie van Justitie en Veiligheid. De vragen over politiecontroles zijn in 2023 voor het eerst gesteld. Daardoor valt er geen vergelijking te maken met eerdere jaren.

Amsterdam onveiligst

Ook stelt het CBS dat in 2023 meer mensen zich onveilig voelden dan twee jaar eerder. Meer ondervraagden zeiden slachtoffer te zijn geweest van traditionele criminaliteit, zoals geweld, diefstal en inbraak, en vernielingen. Vorig jaar meldde 20 procent van de ondervraagden slachtoffer te zijn geweest van dit soort criminaliteit, een stijging van 3 procentpunt ten opzichte van twee jaar eerder. Destijds lag dit percentage op het laagste niveau in tien jaar tijd – mogelijk onder invloed van de coronapandemie en lockdowns, waardoor veel mensen vaker thuis waren. De traditionele criminaliteit is momenteel „bijna terug” op het niveau van 2019, schrijft het CBS.

De meeste misdrijven registreert het CBS afgelopen jaar opnieuw in Amsterdam: er vonden 61.000 gevallen van diefstal, inbraak, geweld of vernieling plaats. Dat komt neer op 67 per duizend Amsterdammers. De veiligste gemeente is het Overijsselse Tubbergen, waar vijf op de duizend inwoners deze criminaliteit meemaakte. Het gemiddelde voor heel het land ligt op 29 misdrijven per duizend burgers.

Tegelijkertijd voelen mensen in de provincie Noord-Holland zich niet het meest onveilig. Zuid-Holland voert die lijst aan: 17,7 procent van de inwoners stelde zich soms onveilig te voelen in de eigen buurt. Daarna volgen Limburg (17,6 procent) en Flevoland (17,5). Friezen voelen zich met een percentage van 10 procent gemiddeld genomen het veiligst. Uitgesplitst naar gemeente voelen inwoners van Hoeksche Waard in Zuid-Holland, Súdwest-Fryslân en Meierijstad (Noord-Brabant) zich het veiligst. In Heerlen, Rotterdam, Roosendaal, Vlaardingen en Schiedam is het gevoel van onveiligheid het grootst.