De Spinozapremie, de Stevinpremie, de Christiaan Huygensprijs, de Buys Ballot Medaille, de Lorentzmedaille. Het zijn allemaal wetenschappelijke prijzen. Wat valt op? Ze zijn allemaal vernoemd naar mánnelijke wetenschappers.
Uit onderzoek dat vorige week verscheen in het tijdschrift Nature Human Behavior blijkt dat vrouwen nóg minder vaak een wetenschapsprijs krijgen als de prijs vernoemd is naar een man.
Een cardioloog en een geoloog aan de Universiteit van Birmingham bekeken prijzen die uitgereikt zijn door wetenschappelijke instituten in Engeland en Amerika.
Opvallend is dat het voor het aandeel uitreikingen dat naar een vrouw gaat veel uitmaakt of de prijs vernoemd is naar een man of een vrouw. Gaat het om een prijs die vernoemd is naar een mannelijke wetenschapper, dan krijgen vrouwen maar 12 procent van de prijzen.
Terug in de geschiedenis
Als de prijs vernoemd is naar een vrouw gaat de helft naar een vrouw. Helaas zijn van de prijzen die zijn bekeken in het onderzoek maar 1 op de 8 vernoemd naar een vrouw. In totaal gaat hierdoor maar 15,4 procent van de prijsuitreikingen naar een vrouw.
Komt dit door discriminatie? De onderzoekers hebben ver terug in de geschiedenis gekeken: de gegevens komen uit een periode tussen 1731 en 2021, en lange tijd waren er veel minder vrouwen in de wetenschap. Maar het is wel duidelijk dat de naam van de prijs uitmaakt.
Hoe zit het in Nederland? De belangrijkste onderscheidingen zijn de Spinozapremie en de Stevinpremie, prijzen van anderhalf miljoen euro van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek. Ze zijn vernoemd naar mannen: naar de filosoof Baruch Spinoza en de natuurkundige Simon Stevin. Op één na zijn alle prijzen die vernoemd zijn naar een persoon en die worden uitgereikt door de Koninklijke Akademie van de Wetenschappen (KNAW) genoemd naar mannen: Christiaan Huygens, Buys Ballot, Martinus Beijerinck, Hendrik Lorentz, en ga zo maar door. Waarom zitten hier geen vrouwen tussen? „Veel van de prijzen zijn tientallen jaren of soms nog langer geleden in het leven geroepen”, zegt een woordvoerder van de KNAW. „Toen stonden er meer mannelijke wetenschappers aan de top.”
Bijzonder weinig
Dit is inderdaad zo. Zelfs nu is nog maar 18,5 procent van de hoogleraren in Nederland vrouw. Dit is bijzonder weinig, ook in vergelijking met andere landen in Europa.
Juist om dit te veranderen zou het kunnen helpen om meer prijzen naar vrouwen te vernoemen. Het kan zijn dat sommige prijzen in het onderzoek met vrouwennamen bewust vaker aan vrouwen zijn uitgereikt, maar het kan ook zijn dat een vrouwennaam een associatie met een vrouwelijke wetenschapper onbewust meer voor de hand doet liggen, zoals dit bij mannennamen misschien ook het geval is. In het artikel stellen de onderzoekers dan ook voor: hernoem of vernoem nieuwe prijzen naar vrouwen of geef ze een neutrale naam.
Volgens de KNAW-woordvoerder is het lastig om prijzen te hernoemen omdat veel zijn vastgesteld via een stichting en de KNAW soms alleen de jurering, uitreiking of nominaties regelt. In de toekomst willen ze er wel rekening mee houden: „Er worden niet vaak nieuwe prijzen in het leven geroepen, maar als dit gebeurt willen we wel bewust gaan nadenken over het vernoemen naar een vrouw.”