
Kak Khee Yeung (Eindhoven, 1984) was achttien toen ze besloot niet door te gaan als professioneel ballerina. Ze danste sinds haar tweede. „Mijn ouders zeiden dat ik naar de lange termijn moest kijken”, zegt ze. „Wat als je dertig bent?”
Zo werd het geneeskunde. Nu is ze hoogleraar vaatchirurgie in Amsterdam UMC, met ‘gepersonaliseerde therapie’ als leeropdracht. Op vrijdag 4 juli sprak ze haar inaugurele rede uit: Iedereen is anders. Het beeldscherm naast de katheder toonde de handen van haar vader, die in Chinese tekens eeuwenoude wijsheden kalligrafeerde. Yin en yang, onder andere. Tegengestelde, maar complementaire krachten die met elkaar in balans moeten zijn voor een goede gezondheid.
Haar vader is er ook bij als ze de maandag erna thuis over haar onderzoek vertelt, maar hij praat niet mee. Hij is bezig met de bossen bloemen die ze na haar oratie gekregen heeft. Hij zet thee, Chinese thee. En als hij al hoort wat zijn dochter over hem vertelt, dan laat hij dat niet merken. Hij kwam, net als de moeder van Kak Khee, in de jaren zeventig illegaal naar Nederland om geld te verdienen voor zijn jongere broers en zussen in Hongkong, dan konden die naar school. Hij begon, met de moeder van Kak Khee, een Chinees restaurant en ze zetten alles op alles om hun dochter, hun enige kind, vooruit te helpen. Ze deed eindexamen gymnasium in alle vakken en speelde zo goed piano dat ze ook conservatorium heeft overwogen. Ze speelt nog steeds piano en daarbij sinds twee jaar viool. En ja, ze danst nog, maar alleen voor zichzelf. Ze heeft boven in haar huis een dansstudio ingericht, met spiegels en een barre, naast de sportstudio van haar man. Hij is advocaat.
Het bloedvat ziet er normaal uit en opeens, bám, barst het open
In je eerste jaar geneeskunde, vertelde je in oratie, voelde je je al aangetrokken tot de vaatchirurgie.
„Door een college van professor Wisselink, waarin hij een operatie liet zien met een robot op een aneurysma in de aorta, een ziekelijke verwijding in de grote lichaamsslagader. Ik dacht: dit is het. Ik was sowieso geïnteresseerd in chirurgie en innovatieve techniek, in anatomie en biologie, en hierin kwam dat allemaal samen. Na het college ben ik naar hem toegegaan en toen kon ik mee gaan doen met onderzoek. Ik keek mee op de OK. Later heb ik nog wel gedacht aan hartchirurg of hersenchirurg, maar toen had ik al zoveel kennis over vaatchirurgie dat het beter was om daarmee door te gaan.
„Wat me erg aanspreekt is het acute van het vak. Iemand komt binnen met een gebarsten aneurysma en je moet direct handelen. En: bloedvaten zitten overal, dus je werkt samen met de traumachirurg, de oncologisch chirurg, de hartchirurg, de hersenchirurg, de transplantatiechirurg. En: hart- en vaatziekten horen in Nederland bij de belangrijkste doodsoorzaken en heel veel is nog niet uitgeplozen. Dat spreekt me ook erg aan: dat er nog zoveel te onderzoeken valt.”
Je hebt onderzocht hoe die ziekelijke vaatverwijdingen ontstaan.
„Na mijn proefschrift, ja.” Haar proefschrift was al klaar toen ze op haar vijfentwintigste afstudeerde. „Gaandeweg mijn promotieonderzoek zag ik dat de gladde spiercellen in de vaatwand een cruciale rol spelen bij het ontstaan van een aneurysma. Die spiercellen worden ziek en dat kan komen door roken, door fijnstof of iets anders in de omgeving, of doordat het in de familie zit, en die zieke spiercellen kunnen niet goed tegen een te hoge bloeddruk. Ze gaan dood. Of ze veranderen in witte bloedcellen, om het ontstekingsmechanisme tegen te gaan. En dan gaat het van kwaad tot erger, want er blijven minder spiercellen over om die te hoge bloeddruk op te vangen. De onderlinge verbindingen worden wankel en je krijgt een verwijding die op den duur wel vijf of tien centimeter in doorsnee kan worden. Of je krijgt een scheur in de binnenwand, waardoor er bloed kan komen tussen de binnenwand en de buitenwand. Dat zie je niet, het bloedvat ziet er normaal uit en opeens, bám, barst het open.”
Ze voegt al jaren geen zout meer toe aan haar eten. ‘Zout is echt heel slecht voor je bloedvaten’
Van alle mannen boven de vijftig in Nederland heeft 2 tot 4 procent een aneurysma in de aorta. Vrouwen van boven de vijftig: tegen de 2 procent. Vaak weten mensen het niet, een aneurysma wordt meestal bij toeval ontdekt. Of als het gaat bloeden. Kak Khee Yeung – ze vertelt het als een terzijde – voegt al jaren geen zout meer toe aan haar eten. „Zout is echt heel slecht voor je vaten, want het verhoogt je bloeddruk en indirect je cholesterol. Het is slecht voor je nierfunctie.” Dierlijk vet of gehard vet – ook heel slecht voor de vaten, zeker bij grote hoeveelheden en weinig lichaamsbeweging, dan blijft het plakken aan de vaatwanden – at ze toch al niet. Heeft ze van haar moeder, zegt ze. Geen dierlijk of gehard vet, alleen olie. En geen alcohol. „Ik kan niet tegen alcohol.”
Je zet nu een model op waarmee je kunt voorspellen of een aneurysma binnen afzienbare tijd zal barsten.
„En welke patiënten er nog een ziekte bij krijgen, zoals etalagebenen” – vernauwingen of verstoppingen in de slagaderen in de benen – „of bij wie de ziekte snel zal verergeren. We verzamelen datasets van groepen patiënten en dankzij artificiële intelligentie beginnen we nu verbanden te zien tussen geslacht, leeftijd, medicijngebruik, eerdere of andere ziektes, leefstijl, omgeving, genen. Over een jaar of drie kunnen we beter bepalen wat de beste behandeling is – medicijnen, een operatie – en of behandeling wel nodig is. We kunnen patiënten gericht advies geven. Ja, uw vader heeft altijd zonder problemen gerookt, maar in úw geval… Of: als u nu stopt met zout eten, hoeft u zich het komende jaar geen zorgen te maken.”
Heb je al een idee van wat eruit gaat komen?
„We zien al dat het diabetesmedicijn metformine mogelijk de groei van aneurysmata in de aorta remt. We zien wat we al een beetje wisten: dat nierfalen en COPD die aneurysmata verergeren. We zien dat een combinatie van drie factoren – een bepaalde druk op de vaatwand, een bepaalde vorm van het aneurysma, de aanwezigheid van stolsels – heel goed voorspelt dat een aneurysma zal gaan groeien.”
Maak je mee dat patiënten zeggen: laat mij maar doodgaan aan dat aneurysma, lekker snel?
„Ze zeggen dat wel, zeker als ze oud zijn. Boem, weg. Maar voor de partner of de kinderen is dat vaak wel erg. Er zijn mensen die niet kunnen slapen van de stress als hun partner een aneurysma heeft. Ik wil je zo niet vinden. En als het dan gebeurt, dan heb je geen afscheid kunnen nemen. Dus de meeste patiënten, in elk geval patiënten die niet dementerend zijn, kiezen voor behandeling.”
