Wel verstand van satellieten, maar niet van piramides

Het was vorige week wereldnieuws: ‘Newly mapped lost branch of the Nile could help solve long-standing pyramid mystery’ (CNN), ‘La découverte d’un bras disparu du Nil éclaire l’histoire des pyramides (Le Monde), ‘Pyramiden-Bau: Forscher finden Lösung für Uralt-Rätsel’ (Kölner Stadt-Anzeiger).

De puntvormige laatste rustplaatsen van de farao’s mogen zich altijd verheugen in veel belangstelling bij het lezerspubliek, dus het was niet gek dat veel redacties aansloegen op een artikel dat donderdag verscheen in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Communications. De kop: ‘The Egyptian pyramid chain was built along the now abandoned Ahramat Nile Branch’. De auteurs schrijven dat ze hebben ontdekt dat een aantal van de wereldberoemde piramides uit het Oude Rijk (2700-2200 voor Christus) gebouwd zijn aan de oever van een inmiddels onder het woestijnzand verdwenen tak van de Nijl. Ze stellen dat de aanwezigheid van deze waterweg mede verklaart waarom de reusachtige grafmonumenten juist op déze plek gebouwd zijn: omdat de Nijl hierlangs liep, was het makkelijker om de forse stenen aan te voeren die nodig waren voor de bouw.

Olaf Kaper, hoogleraar egyptologie aan de Universiteit Leiden, kon zijn ogen niet geloven toen hij het nieuws over deze ontdekking zich over de wereld zag verspreiden. Hij is namelijk niet onder de indruk van het onderzoek. Sterker nog: „Dit artikel had zo niet door Nature geaccepteerd mogen worden.”

Technisch knap

Ten eerste brengt het artikel geen nieuws, zegt Kaper. „Het bevestigt onderzoek dat in de jaren tachtig is gedaan door Britse archeologen. Zij hebben toen met grondboringen al laten zien dat hier een rivier moet hebben gelopen. De auteurs van het nieuwe artikel hebben dat nu nog een keer gedaan met behulp van satellietbeelden. Dat is technisch knap, maar heel spectaculair is het niet. En we weten ook niet of de rivier daar liep exact op het moment dat de verschillende piramides werden gebouwd. Daarvoor zal je moeten boren naar materiaal waarvan de ouderdom is vast te stellen.”

Het grootste probleem met het artikel is echter dat de auteurs één heel belangrijk feit over het hoofd hebben gezien, zegt Kaper: de jaarlijkse overstroming van de Nijl. „De rivier wordt dan veel breder en staat meters hoger. Dit gebied is in het overstromingsseizoen één grote watervlakte. Het maakte dus helemaal niet uit dat die nu verdwenen zijtak van de Nijl hier liep, want de aanvoer van bouwmateriaal vond vooral tijdens dit seizoen plaats. Dan was het makkelijk om vanaf de steengroeves ten oosten van de Nijl de blokken naar de westkant te transporteren.”

De Ahramat-zijtak zal vast gebruikt zijn om mensen en goederen naar de piramides te vervoeren toen die eenmaal in gebruik waren, zegt Kaper, maar voor de bouw ervan was deze rivierarm dus niet belangrijk. „Ik zag bij de auteurs vooral mensen die verstand hebben van satellietbeelden, maar niet van de piramides. Daar had de redactie van het tijdschrift op moeten letten bij de peerreview. Nu is het te laat: het grote publiek denkt nu dat dit dé verklaring is voor de bouw van de piramides op deze plek.”