Geen ‘gevechtspauze’, geen humanitaire corridor, geen oplossing in de gijzelaarscrisis – Israël doorbrak dit weekend de redelijke verwachting dat een grootschalige grondaanval op Gaza uitgesteld of beperkt zou worden. Wat er zich in noord-Gaza afspeelde kan niet anders dan als een intensieve, grootschalige en meerdaagse militaire aanval worden omschreven. Met grote aantallen Palestijnse burgerslachtoffers tot gevolg.
Israël sprak van een ‘tweede’ dan wel een ‘volgende fase’ in de oorlog tegen de fundamentalistische terreurorganisatie Hamas. Dat roept de vraag op in hoeveel ‘fasen’ Israël bij deze oorlog dan denkt – drie, vier, misschien vijf? En waar past dan het ruilen van gevangenen tegen de Israëlische gijzelaars in? Of zou het ingeroepen ‘recht op zelfverdediging’ en de behoefte aan het definitief uitschakelen van Hamas zwaarder wegen?
Überhaupt worden de strategische vragen bij de confrontatie Hamas-Israël steeds dringender – als Israël z’n militaire overmacht benut op een in essentie volledig afgesloten terrein, wat is dan die volgende fase? Is daar dan nog samenleven in dezelfde regio mogelijk, zelfs mét een zwaar beveiligde grens? En als die ene terreurbeweging, Hamas, is vernietigd, hoe wordt dan de vorming van de volgende voorkomen? De geschiedenis kent hier maar weinig bemoedigende voorbeelden. Dan blijft regionale destabilisatie, inmenging door bondgenoten en escalatie in ándere grensgebieden hier nog maar onbesproken.
Ieder militair conflict speelt zich half in de mist af, maar wat er dit weekend gebeurde, kan de bezorgdheid alleen maar vergroten. De oproep van diverse leiders aan Israël om zich te matigen hebben dus geen resultaat opgeleverd. VN-secretaris-generaal Gutierrez was verrast door de „escalatie zonder precedent” door Israël waardoor de humanitaire doelen die de VN nastreven, worden ‘ondermijnd’. Dat is dan nog diplomatieke taal. Premier Rutte drong in Jeruzalem op een humanitaire gevechtspauze aan en drukte de Israëlische regering op het hart zich bewust te zijn van z’n grote militaire macht.
Lees ook
Zorgvuldig wikt de EU haar woorden over de oorlog tussen Israël en Hamas
Maar dit weekend was hij terug bij het oorspronkelijke standpunt van ‘onvoorwaardelijke steun’ aan Israël, hoewel de publieke opinie daar veel genuanceerder over denkt. Nederland bleek één van de 15 EU-lidstaten die een op zich niet onredelijke VN-resolutie tot een mogelijk permanent staakt het vuren niet steunde, maar zich onthield van stemming. Premier Rutte meende dat zo’n resolutie het recht op zelfverdediging van Israël passeert. Hij las erin „dat Israël niet het recht heeft zich te verdedigen”. En voegde eraan toe dat als Israël de dreiging van Hamas „niet wegneemt, dan is dat het einde van Israël”, aldus Rutte. Dat ging dan weer zeer ver.
Zag Den Haag de resolutie, ingediend door Jordanië, als een valstrik? ‘Staakt-het-vuren’ als codetaal, bedoeld om het conflict te bevriezen, tijd te kopen voor Hamas en zo Israël te benadelen? Het valt niet uit te sluiten. Anderzijds is het framen van dit conflict als een primaire overlevingsstrijd van alleen Israël ook gevaarlijk. Met ongebreidelde wraakzucht gericht op vernietiging van de tegenstander, zet Israël ongewild ook het eigen voortbestaan op het spel. Als de tanks weer terugrollen zijn er immers nog steeds een Palestijnse en een Israëlische bevolking die binnen dezelfde geografie een modus van samenleven moeten vinden. Hoe moeilijk dat ook zal zijn met een autocratisch Hamas dat de bevolking meedogenloos als schild gebruikt en zich óók op vernietiging richt.
