Is in de strijd tegen klimaatverandering ieder wapen geoorloofd? Die vraagt verdeelt de wetenschap, bleek afgelopen weekend uit een artikel in NRC. Het hete hangijzer heet geo-engineering. Dat is de verzamelnaam voor technologieën die ingrijpen in het klimaat om de opwarming van de aarde tot stilstand te brengen, of zelfs om te keren. Dit zou een oplossing kunnen bieden voor een steeds prangender wordend klimaatprobleem, denken de voorstanders van zo’n technofix. De tegenstanders wijzen vooral op de gevaren van dit soort ingrepen.
Eerst nog maar eens de harde feiten omtrent klimaatverandering. Twee weken geleden publiceerde de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) van de Verenigde Naties een alarmerend rapport – het zoveelste. Volgens de WMO is de kans groot dat de limiet van 1,5 graad opwarming, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord van Parijs, afgelopen jaar al is overschreden, met alle gevolgen van dien. Ondanks de herhaaldelijk uitgesproken goede bedoelingen van de mensheid – en de reële vooruitgang die wordt geboekt op het gebied van de energietransitie – is het gevaar nog lang niet afgewend.
En dus is het logisch dat wetenschappers op zoek gaan naar creatieve oplossingen voor het klimaatprobleem, oplossingen die soms wat weg hebben van science fiction. Wat bijvoorbeeld te denken van tienduizenden satellieten die met zonneschermen de aarde afkoelen, of een wolk van stof die vanaf de maan wordt gelanceerd om zonnestralen te filteren? Het meest ‘realistische’ plan tot nu toe is het injecteren van zwaveldeeltjes in de atmosfeer om daarmee een deel van het zonlicht te weerkaatsen. Daarvoor zijn wel honderd jaar lang duizend vliegtuigen nodig.
Deze plannen kunnen niet morgen al worden uitgevoerd, dat is duidelijk. Universiteiten doen er echter wel onderzoek naar, en inmiddels melden zich in de Verenigde Staten de eerste miljardairs die werk willen maken van geo-engineering. Zoals de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie heeft laten zien, kan het dan opeens snel gaan. Bezorgde wetenschappers trekken dus terecht aan de bel. Want wat is er bekend over de negatieve gevolgen van deze technofix?
Vooropgesteld: empirische kennis hierover is er niet. Wetenschappers moeten het doen met computermodellen. Daaruit blijkt dat eventuele negatieve gevolgen van het dimmen van de zon het zuidelijk halfrond harder zullen raken dan het noordelijk halfrond. Denk aan oprukkende droogte in Afrika, of een veranderend moessonpatroon in Azië. De angst onder wetenschappers is dat mensen in deze regio’s onvoldoende inspraak krijgen als beleidsmakers in het Westen besluiten solar geo-engineering te gaan inzetten.
Het is goed om niet naïef te zijn over de mogelijke negatieve kanten van deze nieuwe techniek – zie ook de splitsing van het atoom en de atoombom. Tegelijkertijd is het een illusie dat wetenschappers zullen stoppen met in potentie veelbelovend onderzoek, al was het maar omdat de mensheid het zich niet kan permitteren techno fixes voor het klimaatprobleem bij voorbaat terzijde te schuiven. De gevolgen van klimaatverandering zijn immers ook desastreus.
De EU beraadt zich momenteel op haar standpunt over geo-engineering. Het zou verstandig zijn als Europa in samenspraak met de Verenigde Staten en China besluit tot een moratorium op de inzet van techniek die de zon dimt, totdat er veel meer onderzoek naar is gedaan. Voorlopig is er maar één manier om klimaatverandering tegen te gaan: het drastisch verminderen van de uitstoot van CO2.