Waar is Oekraïne gebleven? De snelheid waarmee de ene oorlog de andere verdrijft in de publieke belangstelling is schrikbarend. Sinds de terreuraanvallen van Hamas op 7 oktober en de harde Israëlische reactie daarop zijn alle Europese ogen begrijpelijk op dat deel van de wereld gericht. Intussen worden de problemen er in Oekraïne niet kleiner op: nog dagelijks vallen er doden en gewonden door Russische bombardementen en wordt er aan het front in het zuiden en oosten van Oekraïne keiharde strijd geleverd. Sterker nog: de problemen lijken zich op te stapelen voor het land, en dus ook voor de Europese Unie en de VS, de belangrijkste wapenleveranciers.
De oorlog in Oekraïne zit in een patstelling, erkende de commandant van de Oekraïense strijdkrachten, generaal Valeri Zaloezjny, vorige week in een openhartig gesprek met The Economist. Exact een jaar geleden werd de zuidelijke stad Cherson bevrijd. Kort daarvoor was een grote doorbraak in de regio Charkiv, in het noordoosten. De hoop was dat Oekraïne na een winterpauze zou kunnen voortborduren op deze militaire successen. Die is niet uitgekomen. Ondanks de herovering van enkele dorpen in het zuiden, afgelopen zomer, verwacht Zaloezjny „geen diepe en mooie doorbraak”, vertelde hij aan The Economist.
Volgens de generaal zijn Rusland en Oekraïne militair-technologisch in evenwicht. Dankzij de westerse steun heeft Oekraïne weliswaar beter en modern wapentuig, maar het beschikt weer niet over de gevechtsvliegtuigen die nodig zijn om de troepen op de grond van de nodige bescherming te voorzien. De belangrijkste wapens uit het westerse arsenaal, zoals F16’s, komen laat of laten op zich wachten. Rusland beschikt daarnaast over een belangrijk extra wapen: grote voorraden kanonnenvlees. Zaloezjny erkent dat hij zich verkeken heeft op de Russische bereidheid om verliezen te incasseren. President Volodymyr Zelensky is not amused over de openhartigheid van zijn topgeneraal, bleek in de afgelopen dagen. Onderzoeken onder de Oekraïense bevolking laten al zien dat de stemming over de oorlog langzaamaan kantelt. En dat met een nieuwe winter voor de deur, waarin Moskou opnieuw massale aanvallen zal uitvoeren op de Oekraïense energie-infrastructuur.
Lees ook
Ondanks militaire ‘patstelling’ en druk van bondgenoten peinst Zelensky niet over onderhandelen met Rusland
Ook aan het diplomatieke front zijn de voortekenen niet gunstig. Sinds de Russische invasie begin 2022 werken westerse diplomaten zich een slag in de rondte om het wantrouwen in het mondiale zuiden te overwinnen, de Russische invloedssfeer daar terug te dringen en de internationale positie van Oekraïne te versterken. De sterk pro-Israëlische opstelling van het Westen in de Gaza-oorlog heeft veel van dat werk tenietgedaan. Het Westen is hypocriet, klinkt het.
En dan is er nog de steun voor Oekraïne in het Westen zelf. Veel ogen zijn gericht op de VS, waar de presidentsverkiezingen in november volgend jaar tot een rigoureuze koerswijziging kunnen leiden. Oekraïne mag dan wat uit beeld zijn geraakt, de uitdagingen zijn onverminderd groot. Het Westen heeft, goed beschouwd, geen keuze. Het zal zich volop achter Oekraïne moeten blijven scharen, wil het voorkomen dat het land alsnog onder de voet wordt gelopen. Juist nu is het voor de Europese bondgenoten zaak ervoor te zorgen dat Oekraïne de militaire steun krijgt die nodig is om overeind te blijven. Hier staat meer op het spel dan de soevereiniteit van een potentiële EU- en NAVO-partner. Het gaat om de toekomst en de veiligheid van heel Europa.