Wat is de functie van zuchten?

Een sociaal signaal is het zeker: de ouderlijke zucht als de puber wéér zijn schooltas laat slingeren. En wederzucht van de puber als hij die moet opruimen. De zucht is een non-verbale boodschap: ‘werk nou eens mee’, respectievelijk ‘zeur niet zo, ouwe’. Of die communicatie in dit geval nut heeft, valt te bezien. Meestal werkt zoiets averechts. Maar hoe zit dat – is zuchten weleens nuttig?

Een zoekopdracht op PubMed, het platform voor medische publicaties, levert meer dan driehonderd hits op. Ze gaan over allerlei onderwerpen, variërend van de invloed van zuchten op de longfunctie van pasgeborenen tot de oorzaak van de afwijking ‘zuchtdyspneu’ en zuchten als ‘psychofysiologische reset’.

Een Amerikaans overzichtsartikel in Current Biology (2017) geeft wat aardige feitjes. Een zucht is een ademhaling die twee tot vijf keer zo diep is als normaal, lezen we. Soms zuchten we expres, maar meestal hebben we het niet in de gaten: we zuchten de hele dag door, gemiddeld ongeveer elke vijf minuten. Het is de hersenstam die deze onbewuste zuchten aanstuurt. Alle zoogdieren zuchten, en dat begint al in de baarmoeder met een ‘zucht-achtige’ adembeweging: waarschijnlijk om de ademhalingsspieren te trainen en de ontwikkeling van het longweefsel te stimuleren.

Rekbaarheid van het weefsel

De belangrijkste functie van zuchten is fysiologisch, aldus de Amerikanen. Ons longweefsel bestaat uit honderden miljoenen longblaasjes: de eindstations van de vele vertakkingen van de bronchiën. Ze zijn ongeveer 200 micrometer in doorsnee. Tijdens de normale ademhaling hebben longblaasjes de neiging in te klappen. Duurt dat te lang, dan gaat dat ten koste van de rekbaarheid van het longweefsel, en daarmee van het vermogen zuurstof op te nemen. Daarom zuchten we regelmatig: dan wordt het longweefsel weer even helemaal gevuld met lucht, tot in de verste uithoeken, en rekt het weefsel even lekker op. Een Italiaanse studie uit 2020 suggereert dat patiënten die aan de beademing liggen in het ziekenhuis, baat hebben bij een ingeprogrammeerd zuchtregime.

Dan is er de link met emotie. Als we zuchten – meestal onbewust, maar soms ook expres – geven we uitdrukking aan „het volledige spectrum aan emoties”, volgens de Amerikanen. Een schaker zucht bijvoorbeeld als hij inziet dat hij de partij niet meer kan winnen. Soms drukt zuchten juist positieve emoties uit, zoals opluchting. Daarbij kan het zuchten ook een sociaal signaal zijn. Stel, je hebt net samen met je collega een lastige presentatie gegeven. Zodra jullie weer alleen zijn, slaak je een zucht van verlichting: zo, dat zit erop. De zucht geeft bij jouzelf een stressontlading, maar roept ook op tot het delen van emoties, wekt saamhorigheid en empathie op, en verstevigt daarmee de band met je collega.

Die stressontlading in relatie tot een diepe ademhaling is in honderden studies onderzocht, vooral in de context van bewuste ontspanning en meditatie. Een diepe ademhaling, vooral als ook het middenrif meedoet, verlaagt onder meer de bloeddruk, hartslag en de aanmaak van het stresshormoon cortisol en verhoogt de zuurstofopname. Mensen die regelmatig diep rustig ademen, voelen zich beter en rapporteren minder stress. Eén zucht heeft al een dergelijk micro-effect.

De zucht van verlichting slaak je dus niet omdat je je ontspant, maar óm te ontspannen. Vlaamse onderzoekers wijdden een hele studie aan het verschil (Physiology & Behavior, 2016). Het is dus niet een zucht van verlichting, concluderen zij, maar een zucht ter verlichting. A sigh to relieve.