Wat er allemaal in de regen zit en op je brillenglas achterblijft

Wekelijks stuit Karel Knip in de alledaagse werkelijkheid op raadsels en onbegrijpelijke verschijnselen.

Deze week: wat kan er nu schoner zijn dan regenwater? Wat zit er dan op het brillenglas?

Objectglaasjes met gedemineraliseerd water boven een bakje met spiritus.
Objectglaasjes met gedemineraliseerd water boven een bakje met spiritus.

Foto Karel Knip

Dat het opdrogend traanvocht aan de binnenzijde van de bril van de brildragende op den duur witte korsten vormt, dat is logisch. Traanvocht is bremzout, misschien wel net zo zout als het vocht dat druppelt uit de neusbuizen van de Noordse stormvogel, de immer wenende begeleider van de zeeman.

Maar dat ook de regendruppels die op de andere kant van de brillenglazen belanden bij het opdrogen korstjes achterlaten, daar is zo weinig van te begrijpen dat je steeds opnieuw denkt dat je het niet goed zag. Neem je de proef op de som en laat je de druppels een keer rustig indampen dan vind je toch echt witte kristalletjes. Onmiskenbaar.

Waar komt dat wit vandaan? Dat is de vraag van vandaag. Wat kan er nu schoner zijn dan regenwater dat op een paar kilometer hoogte ontstaat uit de condensatie van zuivere waterdamp, vervolgens recht naar beneden valt en na een reis van nog geen kwartier op aarde arriveert. Daar kan de zelfdenker op zijn divan lang over doormijmeren.

Amsterdam ligt dicht genoeg aan zee om te durven veronderstellen dat er bij westenwind spat- en stuifwater van de Noordzee in de regen zal zitten. Net zo voorstelbaar is het dat een verkeerde wind Tatarook uit Velsen door het water mengt. Maar als de wind nog anders staat? Waar komt dan het vuil vandaan? Zouden dat dan de veelbesproken stikstofstoffen zijn, de stikstofoxiden van de automobilist en het ammoniak van de boer met zijn beesten? Die verklaring dringt zich op, want het is al vele decennia bekend dat zure en verzurende gassen in regen worden opgenomen. De commotie begon rond 1970 met het zwaveldioxide, het SO2, dat vrijkwam bij de verbranding van kolen en olie.

Een incubatie van twee uur

De kwestie is: zouden die gassen niet weer net zo makkelijk uit de regen ontwijken als die de kans krijgt te verdampen? Zoals koolzuur uit een glaasje Spa? De intuïtie roept: dat doen ze.

Het besluit viel er eens een experiment aan te wagen. Je kunt de regen vervangen door gedemineraliseerd water, dat wat gassen en dampen laten opnemen en kijken wat er gebeurt als het weer indroogt. Makkelijk zat. Met een plastic pasteurpipet werd wat ‘demi’ gedruppeld op objectglaasjes die vervolgens in een afgesloten diepvriesbakje werden blootgesteld aan de inwerking van ammoniak, azijnzuur, kooldioxide (uit bakpoeder met azijn) en alcohol (uit spiritus). SO2 uit aangezuurd natriumthiosulfaat, het klassieke fixeermiddel van de doka, was ook interessant geweest maar daar kwam het niet van.

Na een incubatie van twee uur zoals op het plaatje werden de bedruppelde glaasjes op de verwarming te drogen gezet. Het resultaat was zoals verwacht: na afloop was er was geen enkel effect van de gassen en dampen zichtbaar. Onbehandelde demidruppels lieten na indrogen op het glas van de glaasjes heel fijne witte kringetjes vaste stof achter en bij de druppels die ammoniak, azijnzuur, etc. hadden kunnen opnemen was dat niet anders. Het enige dat opviel was dat de demidruppels die twee uur boven spiritus hadden gehangen door de opname van alcohol opvallend waren uitgevloeid. Een bekend effect, alcohol vergroot de ‘wettability’.

Vervuilende gassen

De vervuilende gassen die zo makkelijk door regendruppels worden opgenomen verlaten die druppels weer subiet als ze indrogen. Dat is de voor de hand liggende conclusie. Maar wat blijft er dán op de bril achter?

Ach, het is allemaal al lang geleden uitgezocht. Je tikt wat aannemelijks in bij Google en belandt moeiteloos in een RIVM-rapport dat regenwateranalyses uit de periode 1992-2004 laat zien. Je vindt er het nitraat, ammonium en sulfaat die grotendeels ontstaan uit het genoemde NOx, ammoniak en SO2, maar ook een keur aan zogenoemde ‘kationen’: natrium, kalium, calcium en magnesium. Ze komen, zegt het rapport, hoofdzakelijk uit zeewater, bodemdeeltjes en kunstmest. De industrie voegt er nog een vleugje zware metalen aan toe. Het wordt allemaal hoog in de lucht, zelfs al in de wolken, uit stof en minuscule druppeltjes (aerosolen) opgenomen. Waarbij moet worden opgemerkt dat de omzettingsproducten van NOx, ammoniak en SO2 waarschijnlijk minder makkelijk uit regenwater ontwijken als ze al die kationen tegenover zich vinden.

Enfin, er was dus helemaal geen raadsel. Zo is hier nog wat ruimte om de vraag te stellen of regenwater drinkbaar is. Niet alleen preppers en mensen die graag totaal zelfvoorzienend zijn willen dit weten, maar ook kampeerders die soms door pech of onachtzaamheid zonder water komen te zitten. Kun je regenwater drinken? Niet als het uit een regenpijp komt die op een dakgoot is aangesloten, dat staat vast. In de dakgoot liggen rottende bladeren en dode vogeltjes, inclusief de schimmels, bacteriën en algen die er profijt van trokken.

Woudlopers en survivalaars

Maar je kunt regenwater opvangen met een tentdoek dat trechtervormig is uitgespannen. Is dat een idee? Nu kom je in vreemde overwegingen terecht. De Wereldgezondheidsorganisatie, bijvoorbeeld, heeft een zekere angst voor al te zuiver water. Van het drinken van gedemineraliseerd water moet je geen gewoonte maken, zegt ze. Het smaakt niet, lest de dorst niet en verstoort de vochthuishouding en mineralenbalans van het lichaam. In ontwikkelingslanden zijn mensen soms voor essentiële elementen op hun drinkwater aangewezen.

Anderzijds kan het regenwater de buitenlandse woudlopers en survivalaars niet zuiver genoeg zijn. Wie zegt ons dat dat zeildoek niet vies wordt en dat er geen bacteriën en virussen en ‘bird poop’ op komt te zitten, schrijven ze op blogs en platforms. Wij drinken alleen regenwater als we het kunnen filtreren en koken.

Ze moeten het zelf weten. Wij van AW zouden zeggen: schijtebroek, drink het gewoon. Maar met mate.