Een van de gevoeligste onderwerpen die de Amerikaanse president Donald Trump en de Israëlische premier Benjamin Netanyahu dinsdagavond in het Witte Huis zouden bespreken is – naast het vervolg van het bestand in de Gaza-oorlog – hun koers jegens Iran. Beiden hebben in het verleden gezinspeeld op aanvallen om een eind te maken aan de dreiging die er volgens hen uitgaat van de islamitische republiek.
In het bijzonder willen ze voorkomen dat het Iraanse regime eigen kernwapens krijgt. Vooral Netanyahu is daar steeds glashelder over geweest. „Ik wil dat er geen verwarring is op dit punt”, zei hij in een rede bij de Verenigde Naties in oktober vorig jaar. „Israël zal niet toestaan dat Iran kernwapens krijgt.” Ook niet, voegde hij eraan toe, als Israël daarbij alleen zou staan.
Als opwarmertje voor hun gesprek kreeg The New York Times te horen dat Amerikaanse inlichtingenexperts hebben geconcludeerd dat de Iraanse militaire top broedt op manieren om al binnen enkele maanden over een atoombom te beschikken. Daarmee hopen de leiders eventuele aanvallers – zoals Israël en de VS – af te schrikken.
Het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) meldde vorige maand nog dat Iran op dat moment zo’n 200 kilo tot 60 procent verrijkt uranium bezat. Dit zou gemakkelijk kunnen worden opgevoerd tot 90 procent, het voor kernwapens vereiste niveau. Zo’n hoeveelheid verrijkt uranium zou volgens deskundigen goed zijn voor vijf kernbommen.
Over kernwapens beschikt Iran echter nog niet. De opperste leider, Ali Khamenei, heeft ook altijd bezworen dat Iran geen kernwapens ambieert. Mocht het land van mening veranderen, dan zou het volgens experts nog een jaar tot achttien maanden kosten om het verrijkte uranium in kernkoppen op raketten aan te brengen. De Iraniërs onderzoeken volgens The New York Times nu juist of die termijn ingekort kan worden door een ruwere versie van het wapen te produceren.
Plotseling kwetsbaar
Irans machtspositie in het Midden-Oosten is afgelopen herfst snel afgebrokkeld. Bondgenoten Hamas en Hezbollah kregen zware klappen van Israël te verduren, zonder dat Iran veel kon of durfde terug te doen, afgezien van twee raketaanvallen op Israël. In reactie op de laatste daarvan verwoestte Israël bij wijze van waarschuwing de luchtafweer rond enkele nucleaire faciliteiten en plaatsen voor de productie van raketten. Tot overmaat van ramp voor Teheran viel vervolgens in Syrië het bewind van president Assad, ook een nauwe bondgenoot.
Lees ook
Irans machtspositie in het Midden-Oosten brokkelt af, maar het staat nog niet alleen
Door deze opeenvolgende tegenslagen oogt Iran plotseling kwetsbaar en gaan er meer stemmen op om toch een eigen kernwapen te ontwikkelen. Tegelijk stellen haviken in Washington en Jeruzalem dat er in lange tijd niet zo’n mooie gelegenheid is geweest om Iran een verwoestende slag toe te brengen als nu. In Iran is in dat licht de herverkiezing van president Trump met extra zorg ontvangen. Het was Trump die de VS in 2018 eenzijdig uit het internationale pact terugtrok, waarbij Iran zijn nucleaire programma beloofde te beperken in ruil voor opheffing van economische sancties. In plaats daarvan legde Trump het door hem verketterde Iran juist nieuwe zware sancties op.
Iran doet er intussen alles aan de eigen kwetsbaarheid te verhullen. Afgelopen weekeinde nog maakte het land bekend dat het er een nieuwe ballistische raket met een bereik van 1.700 kilometer (dus makkelijk tot in Israël) in zijn arsenaal bij had. „De ontwikkeling van het vermogen van defensie en ruimtetechnologie is erop gericht om te garanderen dat geen enkel land het Iraanse grondgebied durft aan te vallen”, stelde de Iraanse president Masoud Pezeshkian tegenover de Iraanse televisie.
Diezelfde Pezeshkian heeft er de afgelopen maanden echter ook voor gepleit onderhandelingen met de VS te openen over een nieuw nucleair pact. Het oude van 2015, waaruit de VS zich dus in 2018 terugtrokken, loopt hoe dan ook in oktober van dit jaar af. Het is niet uitgesloten dat Trump, die een afkeer heeft van oorlogen in verre landen en die zichzelf bovendien graag als vredesstichter presenteert, daar ditmaal ook toe bereid is.
Zo’n nieuw akkoord zou in Iran waarschijnlijk zeer welkom zijn. Of ook premier Netanyahu daar heil in ziet, is onduidelijker. Hij zou Iran liever nog een tijdje bij de keel houden en het streng islamitische regime in Teheran een genadeklap verkopen.
Lees ook
‘Niet het Iraanse regime werd de dupe van de jarenlange economische sancties, maar de bevolking’
