Van seksueel getinte opmerkingen of aanrakingen die verder gaan dan je van een tennistrainer kunt verwachten tot verkrachting van minderjarigen. Jonge tennistalenten zijn kwetsbaar voor grensoverschrijdend gedrag van hun trainers, onderzocht sportredacteur Geertje Tuenter. Het is niet voor het eerst dat de sportwereld wordt opgeschrikt door MeToo-zaken. Maar is de tennissport hier extra gevoelig voor?
Als Cynthia Landveld de lijkwagen met de kist van oud-president Desi Bouterse in de verte ziet aankomen, barst ze in tranen uit. Uitgedost in een paars-witte koto- een traditionele Surinaamse jurk in de kleuren van de politieke partij NDP van Bouterse, staat ze tussen honderden mensen bij de centrale markt van Paramaribo. „Bouterse kon je hier gewoon op een doordeweekse dag tegenkomen, zelfs toen hij president was”, zegt ze terwijl ze door haar tranen heen lacht bij die herinnering.
De stoet komt dichterbij, stapvoets rijdt de lijkwagen met aan weerszijden oud-militairen. Door het raam is Bouterse opgebaard te zien, in militair tenue met zonnebril op. Over een deel van de kist ligt de Surinaamse vlag gedrapeerd. Landveld probeert zich door de mensenmassa heen te wringen om een glimp van hem op te vangen. „Zo te zien ligt Bouterse er vredig bij. Hij was een echte man van het volk. De beste leider die we ooit hebben gehad”, zegt ze even later.
De Surinaamse overheid bepaalde dat Bouterse – hoewel hij er als oud-president recht op zou hebben – geen staatsbegrafenis kreeg, vanwege zijn veroordeling voor de Decembermoorden. En dus werd het een grootse volksbegrafenis, georganiseerd door de NDP, waar tienduizenden aanhangers, nieuwsgierigen en Surinamers die hem een laatste eer wilden bewijzen massaal op afkwamen.
Lees ook
Op de vlucht overleden Bouterse had een held van de natie kunnen zijn, maar droeg altijd zijn besmette verleden met zich mee
De man die meer dan veertig jaar de Surinaamse politiek beheerste in verschillende posities – als legerleider, als president en op het laatst als veroordeelde voor de Decembermoorden en voorvluchtige – werd dit weekend door tienduizenden Surinamers naar zijn laatste rustplaats gebracht. Bouterse overleed op zijn schuilplaats volgens het sectierapport op 23 of 24 december aan een leverkwaal als gevolg van chronisch drankgebruik.
‘Historisch moment’
„Ik ben geen NDP’er, maar dit is toch een historisch moment”, zegt Clyde Binda, die de stoet op een afstandje bekijkt. „Wat je ook van Bouterse vindt, er is niemand die zo’n belangrijke rol heeft gespeeld in onze hedendaagse geschiedenis”, zegt hij.
Wat je ook van Bouterse vindt, er is niemand die zo’n belangrijke rol heeft gespeeld in onze hedendaagse geschiedenis
Eerder beloofde Ramon Abrahams, vicevoorzitter van de NDP, dat Bouterse’s uitvaart groots zou worden; dat de goed georganiseerde partij alles uit de kast had getrokken bleek al tijdens de singi neti, de traditionele avondwake op vrijdagavond in het partijcentrum Ocer. Daar kwamen al een paar duizend mensen op af, er werden liederen gezongen, speeches gehouden en er werd door leiders van verschillende religieuze stromingen gebeden. Alles was rechtstreeks te volgen via een livestream of op een groot scherm buiten.
In eerste instantie was er commotie omdat de geaccrediteerde pers, nationaal en internationaal, van de NDP te horen kreeg dat in het partijcentrum de woorden ‘moordenaar’ en ‘veroordeelde’ niet mochten worden uitgesproken. „Wat u buiten ons huis zegt na inlevering van uw persaccreditatie is aan u, maar hier binnen willen we die woorden niet horen”, aldus een persvoorlichter van de NDP. Later werd het besluit teruggedraaid door de NDP – het zou een misverstand zijn – toen onder meer de Surinaamse nieuwssite Starnieuws besloot geen verslag te doen van de avondwake als de media werden gecensureerd.
Zaterdag in alle vroegte werden in een politiebusje drie gevangenen naar het crematorium gebracht om afscheid van Bouterse te nemen. Het waren de drie bejaarde mede-veroordeelden voor de Decembermoorden: Ernst Gefferie, Benny Brondenstein en Stephanus Dendoe. In tegenstelling tot Bouterse meldden zij zich in januari vorig jaar wel bij de gevangenis voor het uitzitten van hun straf. Bouterse’s voormalige lijfwacht Iwan Dijksteel sloeg samen met hem op de vlucht en is nog steeds voorvluchtig.
Vlag halfstok
Een paar uur later begint de kist aan de tocht door de stad vanuit Bouterse’s huis in de wijk Leonsberg. Bij ministeries en overheidskantoren hangt de vlag halfstok, zo is besloten door de regering. De tientallen auto’s in de stoet worden begeleid door motorfietsen. Een helikopter cirkelt boven de stoet en er is op veel plaatsen zichtbare politiebeveiliging. Langs de route staan mensen om de laatste eer te bewijzen.
De stoet gaat langs locaties die voor Bouterse belangrijk waren, zoals het presidentieel paleis en de Nationale Assemblee. Daarachter aan de rivier ligt het Fort Zeelandia, de plek waar vijftien tegenstanders van Bouterse op 8 december 1982 werden vermoord, waarvoor Bouterse in 2023 werd veroordeeld tot twintig jaar celstraf.
De stoet trekt ook langs de waterkant en komt pal langs de winkel van Sunil Oemrawsingh, nabestaande en voorzitter van de Stichting 8 december 1982. Hij heeft besloten zijn winkel deze dag te sluiten. Hij wil niet geconfronteerd worden met de volksbegrafenis voor Bouterse. Voor nabestaanden zoals Oemrawsingh is dit een dag van een onvoltooide gerechtigheid zegt hij. „Het is ook ironisch dat de tocht dan langs mijn winkel komt, en ook in de buurt komt van het Fort Zeelandia. Zouden de mensen die Bouterse nu zo vereren, ook stilstaan bij de nabestaanden en de vijftien vermoorde mensen?”, vraagt hij zich af.
Zouden de mensen die Bouterse nu zo vereren, ook stilstaan bij de nabestaanden en de vijftien vermoorde mensen?
De tienduizenden Surinamers die op de been zijn, zijn daar nauwelijks mee bezig. „Natuurlijk maakt iedereen fouten. Maar uiteindelijk zal God hem vergeven”, zegt een vrouw die voor het partijcentrum dranken verkoopt. De straat is vol met in paars gehulde aanhangers, veel jongeren, en Surinamers met allerlei etnische achtergronden. Een groep inheemsen uitgedost met hoofdtooien en pijl en boog voegt zich in de rij voor het afscheid. Voor hen staat een groep marronsvrouwen in traditionele pangi’s, omslagdoeken.
Stilte en pijn
Sommige mensen zijn geëmotioneerd en roepen ‘Papa Bouta’ als hem zien liggen, anderen doen een gebed. Op het terrein heerst ook vooral een bijna feestelijke stemming: „dit is een uitvaart in de stijl van overledene”, zegt iemand van de organisatie. „Zelf hield Bouterse ook van een feestje.”
Dat een deel van de Surinamers vandaag in stilte en pijn Bouterse’s daden beleeft realiseert de 24-jarige Soeraja Freser zich. Ze werkt als kapster en is samen met drie vriendinnen naar het afscheid gekomen. „Natuurlijk kijk je hier anders tegenaan als je nabestaande bent. Maar vandaag bij zijn uitvaart moeten we vooral stilstaan bij de positieve dingen van Bouterse. Vandaag is er geen ruimte voor vijandschap”, zegt ze.
Freser kijkt om zich heen. „Zie je hoe wij als verschillende Surinamers verenigd zijn? Dat is dankzij Bouterse gelukt. Omdat hij zelf ook een gemengde afkomst had, met inheemse en creoolse roots, en zijn partij multicultureel heeft opgericht, voelen veel jongeren zoals ik zich hier thuis. Dat zie je vandaag”, zegt ze. Traditioneel zijn veel politieke partijen in Suriname ingedeeld naar etniciteit; de partij van Bouterse was de eerste multiculturele partij.
Politieke tint
Tussen de sprekers door, van familieleden tot partijgenoten en bekende Surinaamse muzikanten, heeft de uitvaart ook een sterke politieke tint. In mei zijn er verkiezingen in Suriname. De NDP, die er in de peilingen goed voorstaat, wil ook vooral de boodschap laten doorklinken dat ze Bouterse’s nalatenschap in leven zal houden. „Het gaat om het geloof en de liefde voor Suriname, Bouterse was een pure nationalist. Wij zullen daarop verder bouwen”, zei vicevoorzitter Ramon Abrahams in aanloop naar de uitvaart.
Echtgenote Ingrid Bouterse-Waldring, die inmiddels is toegetreden tot het bestuur van de partij, betreedt vlak voordat de kist per paardenkoets richting het crematorium gaat, het podium. „Vandaag heb ik gezien hoe Suriname van Bouta heeft gehouden. En krijg jij van de bevolking de eer die je als geen ander verdient” zegt zij, terwijl ze zich tot haar opgebaarde overleden echtgenoot richt. „Laten we heengaan en de verkiezingen winnen, dat is wat Bouterse gewild zou hebben”, herhaalt ze de woorden van de voorzitter van de partij, Jenny Simons. Er klinkt gejuich en applaus.
Lees ook
‘Bouterse verbleef mogelijk lange tijd in de Surinaamse jungle’: mysterie rond zijn verdwijning blijft nog onopgehelderd
De bondskanselier van Oostenrijk Karl Nehammer heeft zaterdag aangekondigd te zullen aftreden. Dat melden Oostenrijkse media zaterdagavond. Nehammer zegt „in de komende dagen” af te treden als bondskanselier en als voorzitter van zijn conservatieve partij ÖVP, nadat de kabinetsformatie met de sociaaldemocratische partij SPÖ mislukte.
„Na het mislukken van de coalitieonderhandelingen zal ik (…) de komende dagen mijn beide functies als kanselier en voorzitter van de Volkspartij neerleggen en een ordelijke overgang mogelijk maken”, zei Nehammer in een bericht op zijn sociale media. Het besluit van de bondskanselier komt een dag nadat de liberale NEOS-partij plotseling besloot om uit de onderhandelingen te stappen.
Afgelopen september werd tijdens de verkiezingen de radicaal-rechtse partij FPÖ de grootste, voor het eerst in Oostenrijk. De partij haalde 28,9 procent van de stemmen. Daarna waren de conservatieven, van bondskanselier Nehammer, en de sociaaldemocraten de grootste. Deze partijen besloten na de verkiezingen echter geen samenwerking aan te gaan met de FPÖ in een mogelijke coalitie. Het doel was om de radicaal-rechtse partij, hoewel deze twee keer eerder regeerde met de ÖVP, dit keer buitenspel te zetten.
Schuld aan SPÖ
„We hebben tot nu toe alles geprobeerd”, zegt Nehammer volgens de krantDie Presse. Daarmee bedoelt hij dat alle mogelijkheden voor de gewenste drie- of tweepartijencoalitie tussen de ÖVP, SPÖ en NEOS zijn mislukt. „Een akkoord over essentiële kernpunten is niet mogelijk.” In een video geeft Nehammer de door hem zogenoemde „destructieve krachten” van de sociaaldemocraten de schuld van het falen van de onderhandelingen.
Omdat de besprekingen zijn mislukt, stapt de ÖVP-voorzitter en bondskanselier nu op. Met zijn besluit is de politieke toekomst van Oostenrijk weer onzeker.
Lees ook
De radicaal-rechtse FPÖ kan niet regeren, opeens is er een cordon sanitaire in Oostenrijk
Met een schietstok in zijn linkerhand en een buks in zijn rechter-, loopt Albert Hofstra met grote passen door het natte gras vlak bij een industrieterrein op West-Terschelling. Met elke stap zinken zijn laarzen een beetje weg in de bodem. Plotseling staat hij stil. Hofstra plant de schietstok (een statief voor de buks) in de grond, tuurt aandachtig door een warmtekijker en fluistert dan: „Ja hoor, daar zit er een.”
Met het blote oog is niet te zien waar Hofstra naar kijkt. Het enige licht is het schijnsel van de Brandaris, de vuurtoren, dat het pad telkens een fractie verlicht. Maar Hofstra heeft genoeg aan de warmtebeelden. Hij stelt de buks een paar keer bij en schiet vervolgens door de spijlen van een hek. „Raak. Dat was een grote rat, dat hoor je aan de plof.”
Hofstra heeft deze decemberavond een missie: ratten bestrijden. Decennialang genoot Terschelling als enige gemeente in Nederland een ratvrij bestaan, maar daar kwam deze zomer verandering in – al vermoedt de jager dat de knaagdieren al langer op het eiland verblijven. Inmiddels kampt Terschelling met een plaag. In een poging het eiland weer ratvrij te maken – of ten minste om de populatie te beheersen – heeft de gemeente Hofstra ingeschakeld.
Het begon een paar maanden geleden met de vondst van twee dode ratten, vertelt wethouder Bert Wassink in zijn werkkamer in het gemeentehuis. „We hebben de eilanders toen meteen gevraagd melding te maken als ze iets zouden zien. Een ecoloog ging op de meldingen af en deed ook zelf onderzoek met camera’s en vallen.” Hoewel sommige bewoners een egel of woelmuis voor een rat bleken te hebben aangezien, concludeerde de ecoloog dat het niet langer viel te ontkennen: de rat heeft het eiland bereikt, vermoedelijk via veerboot of (vee)transport.
Lees ook
Een zomer vol rattenophef, ‘de mens zelf is de grootste aanstichter’
Knip
Begin november sprak de gemeenteraad over de kwestie. Er werd 30.000 euro vrijgemaakt voor de bestrijding van de rat, voor volgend jaar nog eens ruim 50.000 euro. „Normaal houden ze de hand op de knip, maar hier hoefde ik niet eens om te vragen”, zegt Wassink.
Hoe die bestrijding eruit moest zien, was niet meteen duidelijk, zegt de wethouder. „De rat is nieuw, we hebben natuurlijk geen expertise op dit gebied.” Er werd een collega van de gemeente Ameland betrokken, waar de knaagdieren drie jaar geleden een plaag vormden. Uiteindelijk kwamen Hofstra en Jos Kruis – zijn collega van wie Hofstra het vak drie jaar geleden leerde – in beeld.
Door de afwezigheid van grondpredatoren – vossen en marters komen op het eiland niet voor – heeft de rat geen natuurlijke vijanden
Het is de bedoeling dat het duo de rattenkolonie op korte termijn flink inperkt. Dat doen ze met een gedempte persluchtbuks, geladen met loodvrije pellets van 5.5 milimeter. Om de ratten ‘humaan’ te doden, schieten de jagers het beest tussen de ogen of in het hart-longgebied, zodat de rat zo min mogelijk lijdt. Ze kunnen accuraat schieten tot dertig meter. Hofstra heeft tijdens een eerste bezoek 50 ratten afgeschoten op twee locaties. Na een tweede sessie stond de teller op 96. Daarmee denken de jagers het grootste deel van de populatie te hebben uitgeroeid.
Ook voor de lange termijn heeft de gemeente een plan. Kruis gaat zes eilanders opleiden tot rattenjagers, zodat ze in het vervolg snel kunnen ingrijpen bij meldingen. „Ik hoop, misschien tegen beter weten in, dat we de rat weer van het eiland krijgen”, zegt Wassink.
Grondbroeders
Als een van de eersten ontdekte boswachter Wanda Bakker afgelopen zomer een rat op het eiland. Tijdens een nachtsurveillance met een collega spotte ze eentje in de buurt van recreatiewoningen in West aan Zee. „Dat kan toch niet, dachten wij”, zegt Bakker. Maar gezien de omvang en kale staart kon het niet anders.
De aanwezigheid van het knaagdier is vervelend voor de eilanders, die vrezen voor overlast bij recreatiewoningen en op boerderijen, waar de dieren schade aan elektriciteit en gewassen kunnen veroorzaken. Ook kunnen ratten de besmettelijke ziekte van Weil overbrengen op mensen, met klachten als hoge koorts tot gevolg.
Maar de eilanders maken zich het meest zorgen over de natuur. Door de geïsoleerde ligging van Terschelling, dat voor een groot deel uit Natura 2000-gebied bestaat, heeft het eiland een uniek ecosysteem. Grondpredatoren – vossen en marters – komen op het eiland niet voor. De rat heeft derhalve geen natuurlijke vijanden en kan alles leegroven.
Daarmee vormt de rat vooral een gevaar voor de vogels, vertelt Bakker terwijl ze over het zanderige paadje langs het Waterplak loopt. De hei van de duinvallei net voorbij West aan Zee heeft herfstkleuren aangenomen, waar Bakker met haar legergroene pak van Staatsbosbeheer af en toe in lijkt te verdwijnen. „Zie je die donkere plekken in de bomen daar verderop?”, vraagt ze terwijl ze haar verrekijker doorgeeft. „Dat zijn de nesten van aalscholvers. Ze zijn er nu niet, anders zou je ze wel ruiken, maar in het voorjaar komen ze hier in groten getale broeden.”
De aalscholvers broeden ook op de bodem, net als de grote lepelaarskolonie die Terschelling ieder jaar aandoet. Door de aanvankelijke afwezigheid van grondpredatoren achten de vogels het veilig om hun eieren op de grond te leggen. Maar ratten kunnen ze dus makkelijk roven. „En als die eieren worden opgevreten, keren de vogels misschien niet terug”, zegt Bakker.
Lees ook
Ratten gaan de strijd aan met de illegale handel in flora en fauna
Scholeksters
Zo ver lijkt het nog niet. Tot nu toe is de rat vooral aan de westkant van het eiland gezien, in de buurt van het eerdergenoemde industrieterrein, niet in de natuurgebieden van Staatsbosbeheer. „De rat is gericht op de mens, in diens nabijheid vindt het dier voedsel en vuilnis”, zegt Bakker.
Wel hebben de knaagdieren al hun weg gevonden naar de polder, waar weidevogels als kluten, wulpen en scholeksters op de grond broeden. Bakker: „Wij willen de vogels beschermen, zodat ze terugkomen om te broeden en ze daarna weer veilig kunnen uitvliegen.”
Het broedseizoen, dat halverwege maart begint, moet uitwijzen of de vogels hun nesten nog veilig op de grond kunnen bouwen. Met nesttellingen houden de boswachters dat in de gaten. En intussen blijven ze leren over de rat, met hulp van ervaren collega-boswachters van Vlieland. „Die kunnen bijvoorbeeld aan de schade aan eieren zien of ze gepredeerd zijn door een rat”, zegt Bakker.
Lerenderwijs moeten de boswachters ook ontdekken of de rat nog meer ontwricht. „Eet een rat bijvoorbeeld ook kleine konijntjes?”, vraagt Bakker. „Dat zou het ecosysteem verstoren, omdat konijnen belangrijke duinbeheerders zijn. Hun keutels werken als mest voor duinviooltjes, tapuiten gebruiken konijnenholen om te broeden, en met hun grazen voorkomen ze dat de duinen dichtgroeien”, zegt Bakker.
We willen de vogels beschermen, zodat ze terugkomen om te broeden en ze daarna veilig kunnen uitvliegen
Voor dat laatste worden ook andere dieren ingezet, zegt Bakker, terwijl ze naar een groep paarden wijst op een duin, waarachter de Noordzee bruist. „Dit zijn paarden van particulieren, maar we hebben ook eigen geiten, exmoorpony’s en galloways (grote runderen) grazen in de gebieden van Staatsbosbeheer. Zo blijft het duin open en blijven bijzondere soorten behouden.”
Buks
Na twee rondjes rondom en over het industrieterrein rijdt Hofstra naar een boerderij. Het geloei is buiten al goed te horen. Op de hooizolder heeft de jager twee weken eerder op één avond 27 ratten geschoten, maar deze avond laten de knaagdieren zich maar spaarzaam zien.
Met de warmtekijker speurt Hofstra de zolder en de daaronder gelegen koeienstal af. Na een halfuur ontdekt hij iets in de hoek. Het blijkt een vogeltje. „Dat zullen we toch maar niet doen”, zegt Hofstra. Vlak daarna draait hij de buks naar beneden, waar hij een rat ziet lopen in de stal. Raak. Een van de koeien staat op, loopt naar het dode beest en blijft minutenlang roerloos naar het lijkje kijken.
Aan het eind van de avond verzamelen Hofstra en Kruis, die buiten een ronde deed, de buit. Met een grijpstok leggen ze de dode beesten keurig op een rij. „Het zijn kleintjes”, zegt Hofstra terwijl hij de ratten recht legt. „Gisteren hadden we een grote rat, die zeker drie jaar oud was.”
Ze tellen de ratten, kijken hun magazijnen na op kogels en spoelen dan hun laarzen af. Zestien dode ratten in totaal. Een geslaagde avond, maar wel het laagste aantal tot nu toe. Meestal hebben ze zo’n drie sessies op één plek nodig om de populatie aanzienlijk te verminderen, zegt Hofstra. „Je vindt ze nooit allemaal, maar na drie bezoeken hebben we meestal zo’n 90 procent van de ratten weggeschoten. Dat scheelt een hoop overlast.”
Lees ook
Ratten schieten in de manege: loeren door een nachtkijker en dan pats-boem