Je poetst braaf twee keer per dag, je flost en ragert erop los. Maar toch duikt het steeds de kop op: tandsteen. Die harde randjes, wit of donkerder, bijvoorbeeld langs je ondertanden. De tandarts of mondhygiënist haalt het weg met een ultrasoon apparaat, een haakje of allebei. Niet prettig, ook niet voor de portemonnee. En een halfjaar later moet het wéér. Hoe zit dat?
De voorloper van tandsteen is tandplak, vertelt Dagmar Else Slot, hoogleraar preventie in de mondzorg aan de Universiteit van Amsterdam, en ook nog altijd zelf actief als mondhygiënist. Tandplak is een dun, onzichtbaar, kleverig laagje ‘biofilm’ van mondbacteriën en voedselresten. „Als je elke dag goed poetst, ook met een tandenstoker of ragertje tússen de tanden en kiezen, dan haal je die tandplak weg. Tandsteen ontstaat alleen op plaatsen waar de tandplak te lang blijft zitten.”
Na ongeveer 24 uur begint tandplak te verharden. Uiteindelijk zetten zich er mineralen uit je speeksel in af, met name calciumfosfaat en calciumcarbonaat. „Je tandplak verhardt en verkalkt, en dan noemen we het tandsteen”, zegt Slot. „Het lijkt een beetje op het ketelsteen in je waterkoker of fluitketel, en op de kalkrandjes in je douchekop.”
En dan? „Zelf krijg je dat tandsteen niet meer weg”, zegt Slot. „Je moet het door een professional laten verwijderen. Als het tandsteen nog boven het tandvlees zit, dan kan een preventie-assistent dat doen. Als het diep onder het tandvlees zit, dan moet de mondhygiënist eraan te pas komen.” In dat laatste geval is er vaak ook een ernstige tandvleesontsteking, merkt ze op. Die kan leiden tot tandbederf en het verlies van de tand of kies.
Goed schoonhouden
Beter is het natuurlijk het ontstaan van tandsteen te voorkomen, benadrukt Slot. Door je gebit zelf elke dag goed schoon te houden, dus. „Eigenlijk zou iedereen regelmatig een persoonlijke instructie en bijsturing moeten krijgen”, zegt ze. „Ieder gebit is anders. Iedere tand en kies staat onder een andere hoek in je mond. Hoe moet je in jóuw gebit de borstel precies op de tand zetten? Welke tanden en kiezen zijn in jóuw gebit een speciaal aandachtspunt?”
Bij veel mensen staan de tanden heel dicht op elkaar, en een beetje scheef, waardoor je er op bepaalde plekken niet goed bij komt. Andere mensen hebben achter de tanden een draadje van een orthodontische behandeling: allemaal ‘plakretentiefactoren’. „Maar daar is dan altijd wel een passend hulpmiddel voor, zoals kleine borsteltjes”, zegt Slot.
Hebben sommige mensen niet een erfelijke aanleg voor tandsteen, dus een grotere kans om het te krijgen? „Jawel, er zijn wel minimale genetisch bepaalde componenten, bijvoorbeeld hoeveel speeksel je produceert en hoeveel calcium daarin zit. Maar dat is nooit het excuus. Er hóéft geen tandsteen te ontstaan, als je de tandplak maar goed genoeg weghaalt.” Ze benadrukt nog even heel streng en stellig: „Mensen die ergens tandsteen hebben, die maken hun gebit daar gewoon niet goed genoeg schoon.”
Haar boodschap is ook van belang voor ouderen, en voor mensen die bepaalde medicatie gebruiken, waaronder antidepressiva: zij hebben vaak een wat drogere mond, waardoor de tandplak sneller verhardt. Naast een goede mondhygiëne is dan het devies: regelmatig water drinken. „En dat geldt natuurlijk eigenlijk voor iedereen.”
Lees ook
Vergeet het flosdraad en poets vóór het ontbijt. Zestien tips voor een stralend gebit
