Waar en wanneer Oekraïne écht zal toeslaan, blijft nog ongewis

Tegenoffensief Het Oekraïense tegenoffensief bevindt zich nog in een aanloopfase. Met veel kleine aanvallen langs het hele front proberen de Oekraïners hun tegenstanders in verwarring te brengen.

Oekraïense soldaten maandag bij de stad Bachmoet. In de omgeving van het mijnstadje, dat in mei na een maandenlange belegering in Russische handen viel, zijn Oekraïense eenheden de afgelopen dagen weer in de aanval gegaan.
Oekraïense soldaten maandag bij de stad Bachmoet. In de omgeving van het mijnstadje, dat in mei na een maandenlange belegering in Russische handen viel, zijn Oekraïense eenheden de afgelopen dagen weer in de aanval gegaan. Foto Iryna Rybakova/AP

Terwijl alle ogen gericht zijn op de gevolgen van de verwoesting van de Nova Kachovka-dam in het zuiden van Oekraïne, voltrekken de inleidende gevechten van het Oekraïense tegenoffensief zich elders langs het front in betrekkelijke stilte.

Waarnemers die de dagelijkse ontwikkelingen op het slagveld volgen, zoals het Amerikaanse Institute for the Study of War (ISW), dat zich onder meer baseert op berichten van Russische militaire bloggers, rapporteren met name gevechten in de buurt van Bachmoet, en in het oostelijk grensgebied tussen de regio’s Donetsk en Zaporizja. Onder meer bij de plaatsen Voehledar en Novodonetske zou daar worden gevochten.

Zowel ten noorden als ten zuiden van Bachmoet lijken Oekraïense strijdkrachten in de aanval te zijn gegaan. De Oekraïense onderminister van Defensie Hanna Maljar schreef woensdag op Telegram dat bij Bachmoet „de vijand in de verdediging” is gedrukt, en dat op sommige plekken tot 1.100 meter terreinwinst zou zijn geboekt. Maandag prees president Volodymyr Zelensky in zijn dagelijkse videoboodschap al enigszins cryptisch de strijders bij Bachmoet „die ons het nieuws gaven waarop we wachtten”.

Schijn- en nevenaanvallen

Het mijnstadje Bachmoet, dat weinig strategisch belang heeft maar na een maandenlange, verwoestende belegering een prestigesymbool werd, viel in mei in Russische handen door de inspanningen van het Wagner-huurlingenleger van Jevgeni Prigozjin. Die droeg Bachmoet daarop over aan de reguliere Russische strijdkrachten. Prigozjin beklaagde zich er maandag op Telegram al over dat delen van het dorpje Berchivka, ten noorden van Bachmoet, weer in Oekraïense handen zouden zijn (een bewering die overigens niet onafhankelijk is bevestigd). „Een schande!”

Oekraïense soldaten vuurden maandag op Russische stellingen bij Bachmoet. De gevechten lijken zich vooralsnog niet op de stad zelf te richten, maar op de omsingeling van de daar aanwezige Russische troepen.
Foto Iryna Rybakova/AP

De gevechten rond Bachmoet lijken zich vooralsnog echter niet op de stad zelf te richten, maar op de omsingeling van de daar aanwezige Russische troepen, zegt voormalig commandant Landstrijdkrachten Mart de Kruif. „Dat is wat nu dreigt, en dan dwing je de Russen om daarop te reageren. Of ze laten Bachmoet los, en zijn dan veel prestige kwijt, of ze moeten versterkingen naar Bachmoet sturen. En dat is precies wat je wilt, want dat geeft je weer ruimte om ergens anders te kunnen doorbreken.”

Volgens De Kruif bevindt het Oekraïense offensief zich nog in een aanloopfase, waarin je veel schijn- en nevenaanvallen ziet. „Dat zijn aanvallen over de hele breedte van het front, om de tegenstander in verwarring te brengen waar je zwaartepunt komt. Dat is heel typerend voor deze fase van het offensief. En ergens gaat één van die nevenaanvallen zich dan ontwikkelen tot de hoofdaanval.”

Op die manier kunnen Russische reserves zich niet verplaatsen. „Je richt je met name op die reserves, om te zorgen dat die niet kunnen ingrijpen op het moment dat je met je inbraak en je doorbraak en je uitbraak komt.”


Zo kijkt De Kruif ook naar de gevechten elders langs het front, zoals bij Voehledar en Novodonetske, waar zowel het ISW als Russische oorlogsbloggers Oekraïense aanvallen meldden. In dat gebied is Russische landbrug naar de Krim het smalst: het plaatsje ligt zo’n zeventig kilometer van de havenstad Marioepol, aan de Zee van Azov. Het lijkt dus een logische plek voor een echt offensief. Maar „eigenlijk zegt dat nog niets in deze fase”, zegt de Kruif. „Sterker nog, als er nu veel activiteit is, zou je ook kunnen zeggen het juist niet het zwaartepunt is.”

Ik kan me bijna niet voorstellen dat Oekraïne in zijn militaire planning geen rekening heeft gehouden met die dambreuk

Mart de Kruif Oud-commandant der Landstrijdkrachten

Ook het feit dat van een grootscheepse inzet van westerse tanks, zoals de Leopard 2, nog geen sprake is, duidt erop dat de hoofdfase van het offensief nog niet is begonnen. „Een goede indicatie van het zwaartepunt, is waar die moderne westerse middelen worden ingezet.”

Verrassing is cruciaal

Toch zal het moeilijker zijn om een goed beeld te krijgen van het Oekraïense offensief dan vorig najaar, toen grote gebieden rond de stad Charkiv werden terugveroverd op de Russen, en ook de stad Cherson werd bevrijd. „Dat was een verrassing, omdat de Russen niet dachten dat Oekraïne het initiatief zou kunnen terugwinnen”, aldus De Kruif. „Maar de situatie is nu anders, iedereen weet dat het initiatief komt van Oekraïne. Dus de enige verrassing is waar en wanneer het komt. Vandaar ook de nadruk op operational security, dat vingertje voor de mond. Verrassing is cruciaal. We gaan echt veel minder horen en dat is bewust.”

Lees ook Wat weten we nu over de verwoeste dam in de Dnipro?

Dat het offensief niet zal losbarsten in de zuidelijke regio bij Cherson, lijkt wel zeker. Daar liep dinsdag een enorm gebied onder water nadat explosies de Nova Kachovka-dam verwoestten en een stuwmeer met achttien miljard kubieke meter water leegliep. De verwoesting van de dam wordt door zowel Kyiv als veel experts aan de Russen toegeschreven, die dam in handen hebben. „Dat betekent dat een westelijke nadering van [de stad] Melitopol veel moeilijker is geworden”, denkt De Kruif. Die is nu alleen vanuit het noorden bereikbaar, waar de Russen een sterke verdediging hebben opgetuigd.

Toch zal de overstroming de Oekraïense plannen niet in de war schoppen, denkt De Kruif. „De dreiging van doorbraak van die dam was al maanden evident, dus ik kan me bijna niet voorstellen dat Oekraïne daar in zijn militaire planning geen rekening mee heeft gehouden.”