N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Chinese economie Tegenvallende economische data, een geheimzinnige houding van de autoriteiten: het vertrouwen in de Chinese economie wordt er niet groter op. De centrale bank probeert de koers van de renminbi op peil te houden.
Het zou een van de grote aanjagers van de wereldeconomie in 2023 worden: de heropening van China na een periode van zware coronarestricties in het land. Het Internationaal Monetair Fonds voorspelde in april dit jaar dat China goed zou zijn voor bijna 35 procent van de mondiale economische groei dit jaar.
Maar dat lijkt anders uit te gaan pakken. De Chinese economische groei valt tegen en het Chinese staatskapitalisme vertoont tekenen van instabiliteit. De afgelopen week zat vol met zorgwekkend nieuws: tegenvallende economische data, geheimzinnigheid van de autoriteiten, plus pogingen van de Chinese centrale bank om de economie draaiende te houden én tegelijkertijd de koers van de renminbi, de Chinese munt, te behoeden voor een val.
Om met de centrale bank te beginnen: anders dan westerse centrale banken heeft de Volksbank van China te maken met dalende prijzen, niet met stijgende. In juli daalde het Chinese prijspeil met 0,3 procent ten opzichte van juni. Op zich is één maand van geringe deflatie niet zo zorgwekkend, maar de prijsdalingen treden op tegen een achtergrond van voortdurend tegenvallende economische groeicijfers en worden dus gezien als teken van economische zwakte. In het tweede kwartaal was het Chinese bbp 6,3 procent hoger dan een jaar eerder. Die groei is voor westerse begrippen hoog, maar flink beneden de verwachting van de meeste economen.
Chinese rente omlaag
Terwijl de Europese Centrale Bank en de Amerikaanse Federal Reserve in ijltempo de rente hebben verhoogd, doet de Volksbank in Beijing het tegenovergestelde. Om de economische groei aan te jagen, verlaagde de Chinese centrale bank dinsdag voor de tweede keer in drie maanden de rente. De middellange termijnrente ging omlaag met 0,15 procentpunt naar 2,5 procent – een grotere renteverlaging dan alom was verwacht. Een begrijpelijke stap, gezien een nieuwe reeks tegenvallende economische data over de maand juli die dinsdag eveneens werden gepubliceerd. De groei in winkelverkopen en in de industriële productie viel terug. Bij een lagere rente kunnen consumenten en bedrijven goedkoper lenen, wat de consumptie en de investeringen zou moeten bevorderen.
Maar renteverlagingen hebben ook een ander effect: ze drukken de wisselkoers van de munt. De koers van de Chinese renminbi staat nu al maanden zwaar onder druk. De Chinese renminbi, ook wel yuan genoemd, is geen normale valuta. Hij wordt amper vrij verhandeld op de kapitaalmarkten. De Chinese centrale bank bepaalt de koers ten opzichte van andere valuta door een bovengrens en een ondergrens vast te stellen.
Wisselkoers onder druk
China probeert de renminbi een grotere rol te geven in het internationale betalingsverkeer. Daarvoor is het belangrijk dat de koers zoveel mogelijk vrij fluctueert. Aan de andere kant wordt een te grote daling van de renminbi niet getolereerd: dat ondergraaft de Chinese koopkracht.
Sinds begin dit jaar is de renminbi met meer dan 5 procent in waarde gedaald ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Naar de smaak van de Volksbank ging het de laatste dagen te hard, en dus verhoogde ze vrijdag de toegestane bandbreedte voor de wisselkoers van de renminbi, drastischer dan analisten hadden verwacht. Ook kregen commerciële banken die in staatshanden waren de opdracht om renminbi op te kopen en om Amerikaanse dollars te verkopen. Hierdoor werd de daling van de munt voorlopig gestuit.
Onder westerse economen is een debat op gang gekomen over wat er met de Chinese economie aan de hand is
De sterke Amerikaanse dollar is het spiegelbeeld van de zwakke renminbi. De Amerikaanse economie presteert sinds het einde van de pandemie juist boven verwachting en de Amerikaanse centrale bank verhoogt telkens de rente. Dit maakt de dollar meer waard ten opzichte van andere munten, waaronder ook de Chinese renminbi.
Wat het vertrouwen in de Chinese economie geen goed doet, is de toenemende geheimzinnigheid over economische data. Deze week kondigde de Chinese overheid aan voorlopig te stoppen met het publiceren van cijfers over de jeugdwerkloosheid. Deze is de laatste tijd sterk opgelopen, van rond de 10 procent vlak voor de pandemie naar een record van 21,3 procent in juni.
Ander Chinees economisch nieuws vestigde nog eens de aandacht op een belangrijke oorzaak van de sputterende economie: de in zwaar weer verkerende, schuldbeladen vastgoedsector. Het Chinese vastgoedbedrijf Evergrande, dat sinds 2021 in een crisis verkeert, heeft faillissementsbescherming in de Verenigde Staten aangevraagd, zo bleek uit rechtbankdocumenten die internationale persbureaus hebben ingezien. Het bedrijf leende veel geld van staatsbanken en speculeerde daarmee op grond van lokale overheden. Een ander vastgoedbedrijf, Country Garden, was vorige week niet in staat obligatiehouders te betalen en lijkt tegen een faillissement aan te zitten.
Lees ook: Komt China er economisch nog wel bovenop? Dat wordt steeds twijfelachtiger
Wat is er aan de hand?
Onder westerse economen is een debat op gang gekomen over wat er eigenlijk met de Chinese economie aan de hand is. Adam Posen, directeur van de gezaghebbende denktank Peterson Institute for International Economics (PIIE) in Washington, publiceerde laatst een geruchtmakend artikel in Foreign Affairs waarin hij betoogt dat het Chinese autoritaire regime zich uiteindelijk niet verdraagt met een gezond ondernemersklimaat. Volgens Michael Pettis, hoogleraar aan Peking University in Beijing, is dit niet juist. De Chinese economie zou simpelweg uit balans zijn. Er is jarenlang erg veel geïnvesteerd, onder meer in vastgoed, maar de binnenlandse vraag is laag gebleven stelt Pettis op X, voorheen Twitter.