N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Kosovo Zeker dertig soldaten van een door de NAVO geleide vredesmacht raakten maandag gewond bij rellen tussen Serviërs en de Kosovaarse politie. Wat is er aan de hand?
Bij gevechten tussen Serviërs en de politie in het Noord-Kosovaarse stadje Zveçan, ruim veertig kilometer ten noordwesten van de hoofdstad Pristina, zijn maandag zeker dertig vredeshandhavers van de door de NAVO geleide vredesmacht Kosovo Force (KFOR) gewond geraakt. De soldaten, afkomstig uit Italië en Hongarije, liepen onder meer botbreuken op toen ze de demonstranten uiteendreven en werden bestookt met brandbommen. Ook raakten ruim vijftig demonstranten gewond.
Dinsdag bleven Servische demonstranten zich verzamelen bij het gemeentehuis van Zveçan. De Kosovaarse politie is daar met zeker drie gepantserde voertuigen aanwezig.
Wat is er precies aan de hand? Vijf vragen en antwoorden.
1 Waar zijn de Serviërs boos over?
De Kosovaarse bevolking bestaat voor 93 procent uit etnisch Albanezen. Zveçan is een van de vier gemeenten in Noord-Kosovo waar juist de Serviërs in de meerderheid zijn. Vorige maand boycotten de Servische inwoners van Kosovo de lokale verkiezingen, uit protest dat hun eisen voor meer autonomie niet zijn ingewilligd. Ondanks een extreem lage opkomst, van minder dan 3,5 procent, werden er etnisch Albanese burgemeesters geïnstalleerd in de gemeenten waar vooral Serviërs wonen.
De Servische demonstranten zien de nieuwe burgemeesters niet als hun vertegenwoordigers en eisen hun vertrek. De schermutselingen begonnen afgelopen vrijdag, toen de burgemeesters met hulp van de Kosovaarse oproerpolitie hun kantoren betrokken. Serviërs probeerden hen daarvan te weerhouden, maar de politie vuurde traangas af om hen uiteen te drijven.
Maandag probeerden de Serviërs opnieuw het gemeentehuis van Zveçan binnen te dringen. Ook eisten ze dat de Kosovaarse politie zich zou terugtrekken.
2 Waaruit bestonden die eisen van de Serviërs voor meer autonomie?
Servië en de Kosovaarse Serviërs eisen de oprichting van een vereniging van Kosovaars-Servische gemeenten. Hierbij beroepen zij zich op een overeenkomst die de Europese Unie tien jaar geleden al sloot met de Kosovaarse regering.
In november vorig jaar namen Servische politieagenten, administratief personeel en rechters al collectief ontslag uit protest tegen het plan van de Kosovaarse regering om de Servische kentekenplaten van auto’s te vervangen door die van Kosovo.
Naar aanleiding van die spanningen stuurde de EU aan op een plan om de spanningen in het noorden van Kosovo te verminderen. In maart bereikten Servië en Kosovo mondelinge overeenstemming over zo’n plan, maar de Serviërs klagen dat dit nog niet tot concrete actie geleid heeft.
Lees ook: Servië en Kosovo stemmen in met implementatie EU-plan om banden te normaliseren
3 Wat behelst dit toenaderingsplan?
Servië en Kosovo hopen allebei op toetreding tot de EU. Voorwaarde daarvoor is dat ze hun relaties verbeteren. Het EU-plan, opgesteld door Frankrijk en Duitsland met steun van de Verenigde Staten, roept beide landen onder meer op elkaars documenten en nationale symbolen te erkennen. Als het wordt uitgevoerd, zou Servië niet langer pogingen van Kosovo blokkeren om lid te worden van de Verenigde Naties en andere internationale organisaties. Het plan roept niet op tot expliciete wederzijdse erkenning, maar wel tot aanvaarding van de huidige grenzen.
4 Wat doet de NAVO in Kosovo?
In 1998 en 1999 vocht Servië een oorlog uit met het Bevrijdingsleger van Kosovo, een etnisch Albanese guerrillaorganisatie. Na interventie van de NAVO tekenden de strijdende partijen op 9 juni 1999 een staakt-het-vuren. Een dag later besloot de VN-Veiligheidsraad tot het instellen van een civiele en militaire operatie in Kosovo. Aanvankelijk telde KFOR vijftigduizend soldaten, dat werden er in de loop van de jaren steeds minder. Op het moment zijn er nog een krappe vierduizend soldaten van KFOR actief.
Kosovo verklaarde zich in 2008 onafhankelijk van Servië, dat die soevereiniteit – anders dan de meeste EU-landen, waaronder Nederland – niet erkent. Ook de Servische inwoners van Noord-Kosovo vinden dat ze nog altijd bij Servië horen. Dit leidt geregeld tot spanningen. Omdat er vorige maand bij de verkiezingen geweld verwacht werd, werden KFOR-soldaten ingezet om te patrouilleren.
5 Hoe werd er op de rellen gereageerd?
Naar aanleiding van de onrust besloot de NAVO dinsdag om meer manschappen naar Kosovo te sturen. Volgens NAVO-baas Jens Stoltenberg gaat het om 700 extra militairen. Daarnaast worden reservisten in staat van paraatheid gebracht, voor het geval de situatie verder escaleert.
Buitenlandchef Josep Borrell van de Europese Unie noemde het geweld tegen de vredesmacht „absoluut onacceptabel” en riep op tot deëscalatie. Deze boodschap is aan Servië gericht, maar ook aan de Kosovaarse premier Albin Kurti, die vorige week oproepen negeerde van onder meer de EU en de VS om de burgemeesters niet te installeren.
Divisiegeneraal Angelo Michele Ristuccia van KFOR noemde de aanvallen „onaanvaardbaar” en benadrukte dat de NAVO „haar mandaat onpartijdig zal blijven vervullen”.
President Vjosa Osmani van Kosovo wijst op Twitter haar Servische ambtsgenoot Aleksandar Vucic als schuldige aan. „Degenen die Vucic’ bevelen uitvoeren om het noorden van Kosovo te destabiliseren, moeten worden berecht.”
Servië verhoogde de gevechtsbereidheid van zijn troepen die bij de grens zijn gestationeerd en waarschuwde dat het niet zal toekijken als de Serviërs in Kosovo opnieuw worden aangevallen. De situatie heeft opnieuw de vrees aangewakkerd voor een hernieuwing van de Kosovo-oorlog van 1998-1999, die meer dan tienduizend levens eiste.
De Servische toptennisser Novak Djokovic schreef na het bereiken van de tweede ronde van het grandslamtoernooi Roland Garros met een stift de tekst ‘Kosovo is het hart van Servië, stop het geweld’ op een tv-camera. Hiermee verwijst hij naar de overtuiging van nationalistische Serviërs dat Kosovo de bakermat van hun land is, omdat het daar in 1389 op het Merelveld tegen het Ottomaanse Rijk streed.