Waar anderen dealden, kozen Simons en Azarkan steevast voor de harde oppositie

Analyse

Vertrek fractievoorzitters De nieuwe Tweede Kamer zal het zonder hun kritische geluid moeten stellen. Maandagavond kondigden de partijleiders van Denk en Bij1 allebei hun vertrek aan. Ondanks hun provocaties oogsten de twee ook buiten hun achterban waardering.

Sylvana Simons en Farid Azarkan (rechts) in 2016 tijdens de presentatie van het verkiezingsprogramma van Denk voordat Simons zich van deze partij zou afsplitsen.
Sylvana Simons en Farid Azarkan (rechts) in 2016 tijdens de presentatie van het verkiezingsprogramma van Denk voordat Simons zich van deze partij zou afsplitsen.

Foto Arie Kievit/ANP

In het Tweede Kamerdebat over de val van het kabinet gaven de meeste fractievoorzitters de voorkeur aan mildheid. Ze prezen Mark Rutte, die even daarvoor bekend had gemaakt dat hij afzag van een nieuw lijsttrekkerschap voor de VVD. Een klein groepje koos wél voor de aanval op het kabinet, op Rutte en op de VVD. Onder hen: Sylvana Simons en Farid Azarkan.

„Ze verkondigen doembeelden en leugens over vluchtelingen voor politiek gewin”, zei Azarkan, fractieleider van Denk. „Het is xenofobe paniekzaaierij in de machtspolitieke strategie van de VVD.”

„Hiermee is een heel land geofferd voor de valse belofte van één man aan zijn partij”, zei Simons, fractievoorzitter van Bij1. „Het is tekenend en passend binnen de bestuurscultuur van de afgelopen kabinetten: wegkijken, vertragen, geen verantwoordelijkheid nemen.”

De nieuwe Tweede Kamer zal het zonder hun kritische geluid moeten stellen. Maandagavond kondigden Azarkan en Simons allebei hun vertrek uit de Kamer aan, na de verkiezingen in november, precies twee weken nadat Rutte hetzelfde deed.

Bijna alle politici die in Ruttes kiezlog hun vertrek aankondigden, hadden wel eens met hem samengewerkt: in een kabinet, in een coalitie, of gewoon voor een akkoordje. Dat paste bij Rutte, die met tal van partijen kon regeren en met nog veel meer partijen dealtjes kon sluiten.

Voor Azarkan en Simons is dat anders. Waar anderen dealden, kozen zij steevast voor de oppositie. En wie niet rekent op een mogelijk akkoordje met Rutte hoeft ook de confrontatie niet te schuwen of met tegenzin vrienden te maken. „Dat is gewoon een leugen”, zei Azarkan in het debat begin deze maand tegen VVD-fractievoorzitter Sophie Hermans – zo uitgesproken zeggen andere Kamerleden het zelden.

Buitenstaanders

Allebei waren ze relatieve buitenstaanders toen ze de in de politiek arriveerden. Azarkan, geboren in het Marokkaanse Rifgebergte en opgegroeid in Schoonhoven, had voor zijn politieke carrière gewerkt als vastgoedman en als hoge ambtenaar bij de Rijksgebouwendienst. De in Paramaribo geboren Simons draaide platen en presenteerde tv-programma’s voor TMF, SBS en RTL.

Allebei slaagden ze er desondanks in, ook al deden ze dat vanuit de oppositie, het systeem iets te verschuiven. Azarkan werd een gerespecteerde stem in debatten over het Toeslagenschandaal. En toen het kabinet vorig jaar excuses maakte voor het Nederlandse slavernijverleden, bedankte premier Rutte Simons.

Toen Rutte in een Kamerdebat opmerkte dat dat verleden láng geleden was, was Simons begonnen over de oma van haar moeder. Die was ook tot slaaf gemaakt: „Dat is helemáál niet lang geleden, we praten nog over haar.” Daar had Rutte van geleerd.

En soms, merkte Simons, was haar aanwezigheid al genoeg om te ontregelen. Van Rutte en ook van Sophie Hermans kreeg ze in debatten het verwijt „geïrriteerd” te zijn, als ze het oneens waren. VVD-Kamerlid Ockje Tellegen vergeleek haar in een geërgerde monoloog met een kind.

Ergerlijk? Ook effectief. „Ik ben de boksbal waardoor patronen die voor veel mensen onzichtbaar zijn, worden blootgelegd. Dat is mijn job”, zei ze zelf. Daarom noemde ze Ruttes ergernis „een cadeautje”. Zijn ergernis had meer zichtbaar gemaakt dan zij had kunnen verwoorden.

Reputatie

Er was meer dat de twee verbond. Om te beginnen: hun politieke vuurdoop. Zowel Azarkan als Simons werd in 2016 gepresenteerd als nieuwe aanwinst van Denk, het geesteskind van Tunahan Kuzu en Selçuk Öztürk. De twee hadden zich afgescheiden van de PvdA en wilden laten zien meer te zijn dan een partij voor Turkse Nederlanders, ‘de lange arm van Erdogan’ in Den Haag.

Aanvankelijk leken Azarkan en Simons niet van zins de koers om te gooien: Denk bleef provoceren. In een fameus filmpje waarschuwden de vier vanaf opklapkrukjes hun achterban met priemende vingers voor de technieken van de ‘mainstream media’: „Trap er niet in”.

Toch wisten Azarkan en Simons die reputatie van zich af te schudden en ook buiten hun achterban waardering te oogsten. De één als partijleider van Denk, de ander door zich af te splitsen en een eigen partij – eerst Artikel 1, later Bij1 – op te richten.

Ook Azarkan kon provoceren. Met hem als campagneleider maakte Denk in 2017 plannen voor een nepadvertentie voor de PVV waarin stond dat die partij Nederland wilde “zuiveren”. Hij lag overhoop met NRC, over de inzet van Denk-trollen, en met Nieuwsuur, dat meldde dat Azarkan ondanks een positieve coronatest naar de Kamer was gegaan. Journalisten die daarover twitterden, werden door Azarkan geblokkeerd.


Lees ookDit interview met Sylvana Simons uit 2021

Toch pakte Azarkan het anders aan dan Kuzu en Öztürk. Waar Denk zich onder hun aanvoering had gestort op het integratievraagstuk, combineerde Azarkan die focus met aandacht voor sociale en economische onderwerpen. En als híj tegenover PVV-leider Geert Wilders stond, oogstte hij applaus van de rest van de Kamer. Zo maakte hij van Denk een partij die breed respect kreeg. „Hè jammer”, schreef het rechtse weblog GeenStijl maandag over zijn afscheid.

Bovendien wist Azarkan, die volgens bekenden altijd al hield van leidinggeven en organiseren, de afscheidingsbeweging Denk om te vormen tot een toekomstbestendige partij. Het gevolg is dat Denk weliswaar een boegbeeld ziet vertrekken, maar al een logische opvolger in de Kamerfractie heeft zitten. Dat is Stephan van Baarle – Turkse vader, Nederlandse moeder, geen moslim maar agnost.

Verscheurd door onenigheid

Of zo’n vreedzame transitie er ook in zit voor Simons en Bij1 is de vraag. Bij1 probeerde onder haar leiding ongelijkheden in de samenleving aan te kaarten en de macht van minderheden te vergroten. Ondertussen werd de partij verscheurd door onenigheid over de eigen machtsverdeling. Leden beschuldigden elkaar van onderling racisme, van vooroordelen en van machtsmisbruik.

Simons bleef vrijwel altijd buiten schot, maar kreeg het gedoe in de partij nooit onder controle. Ze kampt daarnaast al langer met gezondheidsklachten. Een interview van afgelopen week, in NRC, met twee Amsterdamse Bij1-raadsleden die zich afsplitsen en Simons bekritiseren, werd de druppel.

Ze kan geen campagne voeren, „op een bed van onware frames”, zei ze in de Volkskrant. „Ik kan zo niet de generaal zijn die haar troepen naar de overwinning leidt.”