Rusland en Oekraïne zijn weer een stapje dichterbij een gedeeltelijk staakt-het-vuren. Ditmaal wordt onderhandeld over het stoppen met militaire aanvallen op de Zwarte Zee. De Verenigde Staten verklaarden als bemiddelaar dinsdag dat beide landen een akkoord hebben getekend. Onduidelijk is wanneer dit staakt-het-vuren kan ingaan: na de bekendmaking eiste het Kremlin opheffing van de zwaarste sancties tegen Rusland. Zo zouden de Russen weer aangesloten moeten worden op het internationale banksysteem Swift.
Deze toezegging ontbreekt in het document dat het Witte Huis heeft gepubliceerd over de afspraken met Rusland. Aan het document zouden meer dan twaalf uur van onderhandelingen zijn voorafgegaan. Washington zegt wel toe dat het Moskou zal helpen om weer toegang te krijgen tot de wereldmarkt met landbouwproducten en kunstmest. Dat doet denken aan wat de ‘graandeal’ is gaan heten.
Na de Russische invasie werd Rusland de toegang ontzegd tot onder meer de graanmarkt en blokkeerde Rusland Oekraïense havens. Daartoe werd in juli 2022 de graandeal gesloten, die tijdelijk de export van Oekraïense tarwe via de Zwarte Zee mogelijk maakte. Het nieuwe akkoord belooft „veilige scheepvaart te garanderen, geweld te beëindigen en te voorkomen dat commerciële schepen voor militaire doeleinden worden ingezet op de Zwarte Zee”.
Het is te vroeg om te zeggen dat dit werkt, maar het zijn de juiste stappen
Oekraïne stemde eerder op dinsdag in met het nieuwe, gedeeltelijke staakt-het-vuren. De Oekraïense president Volodymyr Zelensky reageerde voorzichtig positief. „Het is te vroeg om te zeggen dat dit werkt, maar het zijn de juiste stappen”, zei hij tegen verslaggevers in Kyiv. Als Rusland het akkoord schendt, zal Zelensky „direct” de Amerikaanse president Donald Trump vragen om „sancties [tegen Rusland] en wapens”. Wat Zelensky betreft kan het gedeeltelijke bestand per direct ingaan.
De Oekraïense defensieminister Roestem Oemerov schrijft in een verklaring op sociale media dat „de verplaatsing van Russische militaire schepen voorbij de oostelijke Zwarte Zee door Oekraïne wordt opgevat als een schending van de geest van het akkoord”.
Energie-aanvallen
Een ander gedeeltelijk staakt-het-vuren werd vorige week dinsdag overeengekomen nadat president Trump met Vladimir Poetin telefoneerde. Voorafgaand aan dat gesprek was Oekraïne onder grote druk gezet om akkoord te gaan met een 30 dagen onvoorwaardelijk, algeheel staakt-het-vuren. Rusland ging daarmee niet akkoord en stelde één maand aanvalsstop op energiefaciliteiten voor. Sindsdien was het de vraag wanneer dit precies in zou gaan. Nog op de avond zelf werden er juist dergelijke aanvallen uitgewisseld.
Dinsdagavond verklaarde Rusland dat de aanvalsstop per 18 maart geldt, en dus al een kwart voorbij is. Hierin besloten ligt het stoppen met aanvallen van alles wat met olie en gas te maken heeft, inclusief pompstations, en het ontzien van electriciteits-, waterkracht- en kerncentrales.
Lees ook
‘De scheldpartij van Trump en Vance tegen Zelensky was een van de verschrikkelijkste dagen van mijn leven’
Stel: een geliefde heeft kanker en moet zo snel mogelijk worden geopereerd. Wil je dan dat het in de buurt gebeurt, wel zo makkelijk, of heb je liever een interventie in het best mogelijke ziekenhuis, met de meest ervaren chirurgen en de beste apparatuur?
Uit allerlei enquêtes blijkt al jaren dat zowel patiënten als hun families veel vaker voor die laatste optie kiezen. De reistijd nemen ze dan voor lief. Met die kennis in het achterhoofd hebben verschillende zorgorganisaties dinsdag een ingrijpend akkoord gesloten over de (verdere) concentratie van in totaal achttien interventies tegen in totaal zeven verschillende vormen van kanker en vaatziekten. Samengevat: bepaalde complexe interventies zullen vanaf uiterlijk 2027 alleen nog worden gedaan in ziekenhuizen die daar voldoende ervaring mee hebben.
Je kunt straks gewoon nog naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis met klachten, je hebt niet op je voorhoofd staan of je een bepaald type kanker hebt
NRC sprak woensdag met neuroloog Selma Tromp, die de afgelopen twee jaar als vicevoorzitter van de Federatie Medisch Specialisten betrokken was bij de zogeheten ‘Ronde Tafels Concentratie & Spreiding Oncologie en Vaatchirurgie’.
Lees ook
Uiterlijk in 2027 voeren fors minder ziekenhuizen complexe behandelingen van kanker en vaatziekten uit
Wat gaat er allemaal veranderen?
„Laat ik beginnen met wat er allemaal niét gaat veranderen. Je kunt straks gewoon nog naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis als je bepaalde klachten hebt, want je hebt niet op je voorhoofd staan of je een bepaald type kanker hebt of niet. Voor diagnoses kun je overal terecht, dat blijft. Blijkt dan dat je maag- of slokdarmkanker hebt, en moet je geopereerd worden, dan moet je misschien wel naar een ander ziekenhuis. Maar dan kun je de nazorg wel weer in de buurt krijgen.
„Het gaat bijvoorbeeld om ingrepen tegen nierkanker (jaarlijks 2.700 diagnoses), longkanker (jaarlijks 14.500 diagnoses) en alvleesklierkanker (jaarlijks 2.800 diagnoses). Voor die ingrepen worden de zogeheten ‘volumenormen’ verhoogd of ingevoerd. De volumenorm voor een longresectie [het geheel of gedeeltelijk wegnemen van de long] wordt bijvoorbeeld zestig, wat betekent dat patiënten met longkanker vanaf 2027 niet meer geopereerd kunnen worden in ziekenhuizen die jaarlijks gewoonlijk minder dan zestig longresecties doen. Dit type zorg gaat zich concentreren in ziekenhuizen die er wel voldoende ervaring mee hebben, inclusief het benodigde personeel en de apparatuur.”
Is al bekend welke interventies bij welke ziekenhuizen gaan wegvallen?
„Daar is het nog te vroeg voor, want dat hangt af van hoe ziekenhuizen de zorg gaan verdelen over de regio. Twee ziekenhuizen die een bepaalde operatie de afgelopen jaren allebei minder dan de nieuwe volumenorm hebben uitgevoerd, kunnen bijvoorbeeld onderling beslissen om die specifieke operatie voortaan alleen nog in het ene ziekenhuis te doen. Die gesprekken moeten de komende maanden plaatsvinden.”
Er is dus sprake van concentratie van bepaalde typen zorg, maar tegelijkertijd hebben jullie het ook over spreiding. Hoe zit dat?
„Het idee is om de ene vorm van zorg te concentreren in ziekenhuis A, en de andere in ziekenhuis B. Er is in Nederland geen enkel ziekenhuis dat er zomaar een heleboel operaties bij kan doen: er moet dan ook iets van af. Je wil dat de basiszorg, de simpelere operaties die heel vaak voorkomen, zoals liesbreukoperaties, zoveel mogelijk naar de ziekenhuizen gaan die nu misschien wel complexere zorg kwijtraken.”
Er komen dus een soort expertziekenhuizen waar je voor bepaalde specialistische interventies terechtkan, maar voor simpelere ingrepen niet.
„Minder. Ik denk dat we in de toekomst, meer dan nu, ziekenhuizen zullen hebben met bepaalde accenten. We zullen eraan moeten wennen dat we voor bepaalde ingrepen toch echt een stuk moeten reizen. Zorg dichtbij als het kan, en verder weg als het moet.”
Het gaat de afgelopen jaren veel over de toegang tot zorg die onder druk staat. Is deze herverdeling dan wel zo’n goed idee?
„Deze ingreep zien wij juist als noodzakelijk om zorg in de toekomst te kunnen blijven garanderen. Er komen steeds meer patiënten en er is steeds minder zorgpersoneel om voor hen te zorgen. Ook verwachten we dat de verlaging van het eigen risico de vraag naar zorg verder zal stuwen. Dat betekent dat we onze zorg efficiënter moeten inrichten.
„Het is dus de bedoeling dat dit de toegankelijkheid van zorg juist ten goede komt. Omdat je voor bepaalde complexe ingrepen teams nodig hebt die daar veel ervaring mee hebben. Maar bijvoorbeeld ook over een robot beschikken om die operatie te doen. Als je die dan overal gaat plaatsen terwijl ze maar sporadisch nodig zijn, ben je niet efficiënt bezig.”
Deze herverdeling werkt alleen bij de gratie van goede onderlinge gegevensuitwisseling
Vorige week publiceerden jullie de resultaten van een enquête waaruit bleek dat vrijwel alle medisch specialisten in Nederland problemen ervaren met de beschikbaarheid van cruciale patiëntgegevens. Een efficiënt systeem voor het delen van patiëntgegevens lijkt me nu belangrijker dan ooit.
„Dat is zeker een zorg. Als je iemand doorverwijst voor een behandeling, zul je op zijn minst moeten weten welke röntgenfoto’s of scans er al zijn geweest. En moet je zonder te veel moeite brieven uit andere ziekenhuizen kunnen inzien. Waar je je zorgen over zou kunnen maken, is dat mensen steeds ouder worden en steeds vaker meerdere ziektes tegelijk krijgen. Als je dan voor ziekte A naar ziekenhuis A moet en voor ziekte B naar ziekenhuis B, dan mag het niet zo zijn dat die ziekenhuizen slecht met elkaar communiceren. Deze herverdeling werkt alleen bij de gratie van de beschikbaarheid van data en goede onderlinge gegevensuitwisseling.”
De Belgische politie heeft dinsdag en woensdag vijf mannen opgepakt die de afgelopen jaren zeker 41 vrouwen in het uitgaansleven van de West-Vlaamse stad Kortrijk zouden hebben gespiked. Een deel van de vrouwen zou vervolgens zijn verkracht. Dat heeft het Belgische openbaar ministerie woensdag bekendgemaakt. Bij spiking wordt iemand zonder medeweten gedrogeerd, vaak door drugs toe te voegen aan een drankje. Drie van de verdachten zijn café-uitbaters, melden bronnen aan onder meer Het Laatste Nieuws en de VRT. Het zou gaan om personeel van het populaire jongerencafé De Geverfde Vogel en het inmiddels gesloten Patron.
De mannen worden verdacht van „verkrachting, aantasting van de seksuele integriteit en het opzettelijk toedienen van schadelijke stoffen”, schrijft het parket. Hun modus operandi zou telkens dezelfde zijn geweest: de vrouwen werd een drankje aangeboden, „waarna ze de volgende ochtend wakker werden en zich niets meer konden herinneren”. Tegenover de VRT licht OM-woordvoerder toe: „Ze lagen dan naakt in bed, hadden blauwe plekken en vaginale bloedingen. Het was duidelijk dat ze verdoofd werden om seks met hen te hebben.” De incidenten vonden plaats tussen december 2021 en december 2024.
De zaak schokte België afgelopen najaar, toen het parket een onderzoek aankondigde. In de anderhalf jaar tijd hadden zich toen zeven vrouwen gemeld bij de politie. Allemaal waren ze naar cafés in ‘’t Straatje’ geweest, de benaming van de uitgaansbuurt aan de Burgemeester Reynaertstraat van provinciestad Kortrijk. De vrouwen werd een shotje overhandigd, waar volgens het OM in alle gevallen ketamine in bleek te zitten. De Standaard tekende in november op hoe gespannen de sfeer in Kortrijkse horeca is. „Nu zijn we natuurlijk op onze hoede. Zeker bij rare mensen”, zei een groep vriendinnen. Een café-uitbater gaf aan „niet te kunnen slapen” van het nieuws. „De geruchten gingen al langer rond.”
Black-out na een amaretto
In Het Nieuwsblad en bij de VRT vertelde een van de slachtoffers, een 25-jarige vrouw, afgelopen november hoe ze op een avond een amaretto met iced tea bestelde in Kortrijkse kroeg. „Kort nadien ging het licht uit. Volgens mijn vriendinnen werd ik agressief en stormde ik op een bepaald moment het café uit. Daarna kreeg ik een complete black-out.” Die nacht was de vrouw naar eigen zeggen twee uur lang „onvindbaar” voor haar vriendinnen, tot ze rond 5 uur weer op straat rondhing.
De politie pakte haar op en stopte de vrouw in de cel. Aanvankelijk kreeg ze een boete voor openbaar dronkenschap. „Ze dachten allemaal dat ik gewoon dronken was die nacht”, zegt ze. „Maar ik voélde meteen dat er iets niet juist zat. Dat maakte mij kwaad.” In het ziekenhuis bleek dat ze niet te veel alcohol op had. In haar bloed werden sporen van ketamine aangetroffen, op haar kleding zat DNA van een onbekende.
Het parket verwacht dat er nog meer slachtoffers zijn. De advocaten van meerdere vrouwen zeggen tegen Belgische media „verrast” te zijn over de omvang van de zaak. Na verhoor mocht een van de vijf verdachten naar huis. De mannen wisselden volgens het parket „ervaringen” met elkaar uit.
Mijn definitie van geluk? Een hele middag klooien in de keuken terwijl mijn dierbaren dicht in de buurt hun eigen ding aan het doen zijn. Dit keer kon het echt niet op. Om te beginnen was het een van de eerste dagen dat de balkondeuren open konden staan, zo zacht was het weer. Ten tweede had ik even geen dringende deadlines en dus alle tijd en rust om te koken. Ten derde had mijn jongste, die sinds twee jaar op kamers woont, het plan opgevat om samen met een studievriend een middag te komen knutselen aan mijn keukentafel, waarna die gasten vanzelfsprekend ook meteen zouden blijven eten.
Knutselen ja. Dat doet hij anders nooit. Maar bij het leegruimen van de zolder van oma en opa was een grote vergeelde doos tevoorschijn gekomen met daarop een afbeelding van de HMS Beagle, het schip waarmee Charles Darwin van 1831 tot 1836 de wereld rondzeilde. Een good old bouwpakket. Toen Pep de doos openmaakte en al die kleine, perfect uitgezaagde stukjes vederlicht hout zag, vergat hij blijkbaar even dat hij als kleuter al een bloedhekel had aan gepiel met lijm en verf en kwastjes en stiften. In elk geval zat hij nu mét lijm en mét kwastjes, en met vriend Dani, op twee stappen van mijn kookeiland vandaan, te fröbelen.
Omdat hij deed alsof dat de normaalste zaak van de wereld was, deed ik dat natuurlijk ook. Hij hoefde heus niet precies te weten hoe zielsgelukkig hij mij hiermee maakte – niets zo vervelend als een moeder die al te nadrukkelijk van je houdt. Ik deed gewoon mijn ding, hij en Dani deden hun ding, balkondeuren open, niks aan het handje. Alleen wie heel goed oplette had kunnen zien hoe ik tijdens het snijden van de uien, de gember en de knoflook mijn oren gespitst hield op het gesprek aan de keukentafel. Het is een van de redenen waarom ik het zo heerlijk vind om de vrienden van mijn kinderen over de vloer te hebben: via hen hoor ik verhalen over mijn kuikens die ze mij zelf nooit vertellen. Een andere is: hoe meer hongerige studentenmonden te voeden, hoe fijner.
Iemand zin in een tosti? Ja, lekker. Ik heb nog een stuk appeltaart staan. Zal ik dat anders even opwarmen? Nou, graag. Slagroom erbij? Biertje? Oké, er bleek alleen nog alcoholvrij bier in huis, maar dat was eigenlijk ook maar beter voor de Beagle, waarvan het skelet langzaam maar zeker vorm begon te krijgen. Intussen stond op het fornuis een pan met peulvruchtencurry te pruttelen en bleek mijn voorraad garam masala, waarmee ik de curry had willen afmaken, op te zijn. Dus roosterde ik een handvol specerijen als kardemom, kaneel, komijn, kruidnagel en peperkorrels in een pan en maalde ze daarna tot poeder. En toen maakte Dani een opmerking die mijn toch al niet geringe geluksgevoel van deze middag naar ongekende hoogte tilde. Hij zei: „Het ruikt hier naar de keuken van mijn Pakistaanse oma.”
Epiloog: het skelet van de Beagle staat nu in een hoek van de kamer in de weg te staan, wachtend op een nieuwe knutselmiddag. Ik wacht geduldig mee.