Nooit eerder had de Republikein Lewis Paul Bremer III op Donald Trump gestemd. Bij de vorige presidentsverkiezingen had hij de naam ‘Nikki Haley’ op het stembiljet geschreven, Trumps voormalige VN-ambassadeur en uitdager. Hij moest niets van hem hebben. Maar deze keer liet Bremer zich overtuigen, en koos hij voor Trump. „Ik had geen geweldige opties op het stembiljet”, zegt hij telefonisch vanuit zijn huis net buiten Washington. „Ik heb grote vraagtekens bij Trump, maar ik hoop dat hij zich zal omringen met de juiste adviseurs. Misschien valt het mee en is zijn verkiezing juist goed nieuws, ook voor Europa.”
Paul Bremer (83), in de jaren tachtig de Amerikaanse ambassadeur in Nederland, is een Republikein van het uitstervende soort. Zijn naam is voor altijd verbonden aan het tijdperk dat de neoconservatieven de dienst uitmaakten in de partij, in de beginjaren van de nieuwe eeuw. Het was de tijd van de haviken, voorstander van een agressief interventionisme. De VS vielen na de aanslagen van 11 september 2001 Afghanistan (2001) en Irak (2003) binnen. Paul Bremer werd na de verovering van Irak door de Republikeinse president George W. Bush benoemd tot bewindvoerder in Bagdad. Daar maakte hij op 14 december 2003 de arrestatie bekend van de afgezette dictator Saddam Hussein. („Ladies and gentlemen, we got him.”)
Maar de neocons maken nu, in de Trump-tijd, niet meer de dienst uit in de Republikeinse Partij. Trump noemde de Irak-oorlog een vergissing, en maakte de interventionisten van destijds uit voor oorlogshitsers. Oorlogen kosten geld, zei Trump, en het uiteindelijke doel van de neocons, democratie verspreiden op Amerikaanse voorwaarden, past niet in zijn America First-doctrine. Dick Cheney, vicepresident onder Bush, en zijn dochter Liz stapten over naar de Democraten.
Paul Bremer, die na zijn terugkeer uit Irak ging schilderen, net als Bush overigens, bleef de partij trouw. Ondanks zijn reserves bij Trump. En zoals Bremer zijn er velen: wie niet weg is gegaan, heeft zich bekeerd tot het Trumpisme, of houdt zijn mond.
Voelt u zich als neoconservatief nog wel thuis in uw partij?
„Ja, maar je moet wel een dikke huid hebben. Ik noem mezelf trouwens altijd een ‘old con’, geen ‘neocon’. Ik geloof in de ideeën van Henry Kissinger over buitenlandse politiek.” Oud-minister van Buitenlandse Zaken Kissinger, die eind vorig jaar overleed, geloofde in een actieve Amerikaanse rol, maar wel met stabiliteit als einddoel, niet het stichten van een betere wereld.
Maar de tijd van Kissinger is echt wel voorbij in uw partij.
„De Republikeinse Partij is veranderd zoals de samenleving is veranderd. De partij is traditioneel internationaal georiënteerd. Maar er is ook altijd een tegenbeweging geweest. Toen de NAVO werd opgericht, in 1949, verzette een vleugel onder leiding van senator Robert Taft zich hier fel tegen. Ik hoop niet dat die vleugel het weer voor het zeggen krijgt.”
Hoort Trump bij die vleugel?
„Als dat zo is, dan zitten we echt in de problemen. Maar het gaat niet alleen om Trump, het gaat ook om de mensen om hem heen. Dat is tijdens zijn eerste termijn gebleken. Zij gaan het beleid vormgeven. En ik weet dat delen van zijn entourage geen rol voor Amerika in het buitenland zien, vooral aankomend vicepresident J.D. Vance.”
Vance zei dat de tijd voorbij is dat Amerika actief buitenlands beleid voert en de hele wereld naar zijn eigen beeld herschept. Dat is niet waar u voor staat.
Afgemeten: „Hij heeft controversiële dingen gezegd, ja.”
Heeft u dan wel het vertrouwen dat Trump naar de juiste mensen luistert, in uw ogen?
„Nee, ik ben niet erg optimistisch. In zijn eerste termijn zijn de verstandige mensen uit zijn regering allemaal vertrokken. Hij is steeds meer naar familie en naaste vrienden gaan luisteren.”
Toch stemde u op Trump, waarom was dat?
„Het is en blijft mijn partij. En de Democraten zijn zo radicaal links geworden. Ze vallen in allerlei uitspraken rechters van het Hooggerechtshof aan, willen de filibuster in de Senaat afschaffen [een vertragingstactiek voor de minderheid om wetsvoorstellen tegen te houden]. Dat is een aanval op de fundamenten van de Amerikaanse democratie.”
En de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 was dat niet?
„Het was diezelfde dag al duidelijk dat dat een kansloze missie was. Op geen enkele manier hadden de bestormers de democratie omver kunnen werpen of blijvend kunnen veranderen. Als je de spelregels verandert in Washington, zoals de Democraten wilden, doe je dat wel.”
Wat gaat Europa merken van de regering-Trump?
„Trump vindt dat Europa meer moet doen, en daar heeft hij gelijk in. Op een bepaalde manier kan hij de discussie met Europa loswrikken, denk ik. De Europese landen moeten eerlijk hun bijdragen aan de NAVO betalen, en veel assertiever zijn in bijvoorbeeld Oekraïne.”
In Europa bestaat de vrees dat Trump de steun voor Oekraïne gaat afschalen.
„Ik weet niet of die vrees terecht is. Hij zegt tegenstrijdige dingen. Maar laat de verkiezing van Trump dan een wake-upcall voor Europa zijn. De hele wereldorde is aan het verschuiven, en Europa mag best een beetje meedenken. We kunnen ons geen oorlog met Rusland permitteren. Bovendien hebben we ook China en Taiwan op ons bord, we kunnen niet alles.”
Wat moeten Europese landen zeggen als ze het gesprek met Trump aangaan?
„Iets als: ‘Van harte gefeliciteerd, meneer Trump. Knap gedaan. Wij vinden net als u dat we meer moeten doen voor onze veiligheid. En dit is ons plan om de Russen uit Oekraïne te verdrijven’.”
Ziet u dat als een realistisch scenario?
„Europa frustreert ons. Kissinger zei ooit al: wie moet ik bellen als ik Europa wil spreken? Dat is alleen maar erger geworden. Leiders van vooraanstaande landen staan door interne verdeeldheid zwak, zoals Duitsland en Frankrijk. Er is bovendien weinig respect geweest voor wat Trump bereikt heeft in zijn eerste termijn. Hij hielp bij de totstandkoming van de Abraham Akkoorden in 2020 [een verdrag dat Israël sloot met de golfstaten Bahrein en de VAE], maar werd niet gefeliciteerd. Hij gaf het bevel tot de liquidatie van [de Iraanse generaal] Qassem Soleimani, dat was een moedig besluit. Maar de Europese landen waren alleen maar boos over de verplaatsing van de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem.”
Welke rol ziet u voor Nederland?
„In de tijd van president Reagan, toen ik ambassadeur in Den Haag was, liep Nederland voorop in de discussie over de plaatsing van kruisraketten in Europa. Dat was moedig, en die rol zou Nederland weer kunnen spelen. De zwakte van Duitsland en Frankrijk biedt kansen voor Nederland. Premier Schoof zou een betrouwbaar aanspreekpunt voor de Amerikaanse regering kunnen worden, als hij zijn coalitie bij elkaar weet te houden. Geert Wilders is een onberekenbare factor in de Nederlandse politiek.”
Ziet u parallellen tussen Reagan en Trump?
„Reagan werd net als Trump nu onderschat, ook in Europa. Ze zagen hem als een B-acteur. En negeerden dat hij al veel politieke ervaring had. Hij had ook een stijl van harde taal, bedoeld om tegenstanders te intimideren. Hij kreeg een keer de vraag wat zijn strategie tegen de Sovjet-Unie was, en hij zei: ‘Wij winnen, zij verliezen.’ Die manier van spreken herken ik nu in Trump. Hij volgde een zwakke Democraat op, Jimmy Carter, zoals Trump nu de problemen van Biden moet oplossen.”
U gelooft nog altijd in een dominant Amerika op het wereldtoneel?
„We hebben na de val van het communisme de kans gemist om een nieuwe, stabiele wereldorde te stichten. Dat zou ik nog steeds graag zien. Maar daar heeft Amerika de hulp van Europese bondgenoten bij nodig, desnoods in alle stilte. Zolang we elkaar maar niet de les lezen over hoe de ander het moet doen.”