N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reconstructie Wopke Hoekstra wil Eurocommissaris worden, en moet zich maandag presenteren aan het Europees Parlement. Zijn voordracht heeft de verhoudingen in Rutte IV verder verslechterd.
Echt gezellig was het toch al niet in het demissionaire kabinet-Rutte IV (VVD, D66, CDA en ChristenUnie). Zeker niet na de kabinetsval, aan het begin van de zomer. En de relatie tussen twee van de drie vicepremiers, Sigrid Kaag (Financiën, D66) en Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken, CDA) was al stroef. Toch moesten de vicepremiers van Rutte IV op donderdagavond 24 augustus weer bij elkaar komen. Er moest onderhandeld worden over de begroting, en over maatregelen om de armoede te bestrijden.
Een paar uur voor die onderhandeling kopte The Financial Times: ‘Dutch government set to nominate foreign minister as EU commissioner’. Hoekstra kreeg volgens de krant de baan die Sigrid Kaag ook wilde. Het bericht zette de verhoudingen nog verder op scherp. De uitkomst van een strijd die zich dan al dagen op de achtergrond had afgespeeld, werd door de Britse krant als feit gepresenteerd – zonder dat de betrokkenen iets wisten. Het CDA, waar Hoekstra niemand iets had verteld, was overrompeld. D66 was woedend. Het gesprek tussen de vicepremiers leek even te worden afgeblazen, maar ging door. Het verliep zo slecht, dat zíj er niet meer uit zouden komen. De premier en vicepremiers spraken af dat ze de onderhandelingen over dit belangrijke dossier zouden overlaten aan andere kabinetsleden.
Chef lege dozen
Op het eerste gezicht gaat het om een onschuldige functie. Een chef lege dozen, zoals een betrokkene het noemt. Als het Europees Parlement maandag Wopke Hoekstra in een hoorzitting heeft ondervraagd, en instemt met zijn voordracht, wordt hij de nieuwe Nederlandse Eurocommissaris. De periode is kort, en de klimaatportefeuille is na het vertrek van Frans Timmermans, die naar Nederland terugkeert als lijsttrekker van GroenLinks-PvdA, fors uitgekleed. De Green Deal, een megapakket aan wetsvoorstellen die Europa klimaatneutraal moeten maken, wordt overgedragen aan een andere Eurocommissaris.
Maar voor de functie meldde zich niet één kandidaat, er kwam een tweede bij. En het waren ook nog eens twee vicepremiers: Hoekstra en Kaag. Een unieke, maar complexe situatie, die de verhoudingen in Rutte IV nog verder heeft verstoord. De kwestie laat bovendien zien hoe gevoelig de Nederlandse politiek is voor Brusselse invloeden.
Vóór de val van Rutte IV, in juli, sluimert de kwestie-Eurocommissaris al een beetje in het kabinet. Medio volgend jaar zijn er Europese Verkiezingen, en daarna wordt een nieuwe Europese Commissie aangesteld. Nederland mag één Eurocommissaris leveren. Het kabinet mag iemand voordragen. En zo’n voordracht is altijd zwaar politiek: sommige partijen vinden dat zij er recht op hebben.
Al in januari vertelt Sigrid Kaag aan Rutte dat zij belangstelling heeft voor die functie, zodra die in 2024 vrijkomt. Ze is dan partijleider van D66 en minister van Financiën, en heeft goede papieren, als oud-diplomaat en oud-minister van Buitenlandse Zaken. Bovendien: interessante buitenlandse posten gaan altijd naar PvdA’ers, CDA’ers of VVD’ers. Mag D66, de op een na grootste partij in het kabinet, ook een keer? Rutte reageert niet afwijzend, maar doet geen belofte. Er is geen haast: 2024 is nog ver weg.
Een opvolger van Timmermans
Een half jaar later is alles anders. Het kabinet is gevallen. Hoofdrolspelers als Rutte, Kaag en Hoekstra hebben gezegd niet meer terug te keren na de verkiezingen. Eurocommissaris Frans Timmermans meldt zich als lijsttrekker, waardoor zijn baan per direct beschikbaar wordt. Het gesprek tussen Kaag en Rutte, dat aan het begin van het jaar nog verkennend was, vindt weer plaats. Zij wil, zegt ze tegen Rutte, de opvolger van Timmermans worden.
D66 rekent erop dat de VVD geen interesse zal hebben in de functie, de liberalen willen zich niet profileren op klimaat. De ChristenUnie zal er geen aanspraak op maken. En dus denken de sociaal-liberalen dat het aan zal komen op een strijd tussen D66 en het CDA.
Dat denken ze ook bij het CDA. Maar een duidelijke kandidaat hebben ze daar nog niet. De naam van Esther de Lange wordt genoemd, zij zit sinds 2007 in het Europees Parlement. Maar de christen-democraten in Den Haag hebben er nog geen werk van gemaakt. De val van het kabinet slokt alle aandacht op. Er moet een lijst komen, een lijsttrekker, en een verkiezingsprogramma. Bovendien is het zomerreces, er zijn vakanties gepland.
Hoekstra vertelt het niemand
Wat ze bij het CDA niet weten, is dat hun eigen vicepremier een plan heeft: Wopke Hoekstra ziet de baan óók zitten. Hij vertelt het aan niemand. Niet aan Kaag, die dan nog denkt dat de baan op haar ligt te wachten. Niet aan partijgenoot De Lange. Mark Rutte hoort het op donderdag 17 augustus van Hoekstra, en vertelt het aan Kaag. Ze is verbijsterd, zeggen bronnen. Hoekstra heeft nooit interesse getoond in klimaat. Hij heeft zich onmogelijk gemaakt in Europa met zijn starre houding ten opzichte van de Zuid-Europese landen.
Rutte zit op dat moment met een probleem. Hij moet in Brussel een kandidaat presenteren namens Nederland, maar heeft er twee. Kaag staat dan nog bovenaan. Maar dat verandert in een week. Deels komt dat door Kaag zelf. Ze leest zich in, vraagt wat rond, onder meer bij Diederik Samsom, de oud-PvdA-leider die nu kabinetschef van de Eurocommissaris is. Ze merkt dat de baan toch minder interessant is dan ze eerst dacht. Ze trekt zich niet terug, daarvoor is het te belangrijk dat haar partij eens een internationale positie krijgt. En als zij het uiteindelijk toch niet wil, zou een andere D66’er in het kabinet, zoals Hans Veilbrief of Rob Jetten, het kunnen doen.
Maar Brussel heeft ook wensen. Hoekstra is van dezelfde Europese familie als commissievoorzitter Ursula von der Leyen, de Europese Volkspartij. Von der Leyen heeft de afgelopen tijd overhoop gelegen met haar eigen fractie, die vindt dat ze te veel naar links is opgeschoven om steun van de sociaal-democraten te krijgen. In Brussel gaat iedereen ervan uit dat Von der Leyen na de verkiezingen door wil gaan. De benoeming van een nieuwe Eurocommissaris komt voor haar op een belangrijk moment. Het kan een manier zijn om te laten zien dat ze wel degelijk ruimte wil bieden aan conservatieve geluiden, zeker op de politiek belangrijke klimaatportefeuille. En ze weet: de machtige fractievoorzitter van de EVP Manfred Weber, die Hoekstra goed kent, vindt het belangrijk dat de positie níét naar iemand met een uitgesproken klimaatprofiel gaat. Dus als het aan haar ligt, wordt het Hoekstra. Rond die tijd spreekt Hoekstra met Weber over de vrijgekomen positie. Hij vraagt Weber om hulp, kan de machtige christen-democraat lobbyen?
Voetballen en een boottochtje
Het laatste woord is aan Rutte, niet aan Brussel. Die is er nog niet over uit, en de spanning tussen de hoofdrolspelers neemt toe. Kaag maakt een afgehaakte indruk op anderen. Ze is niet bij het feestelijke kabinetsuitje op zaterdag 19 augustus, waarmee het nieuwe seizoen geopend wordt. Bewindspersonen en hun partners en kinderen maken een boottochtje langs de Maeslantkering, er wordt die dag ook gevoetbald. Aanwezigen valt de afwezigheid van Sigrid Kaag op. Op een brainstormsessie in het Catshuis een paar dagen later, valt het chagrijn van de D66’ers op. Ze doen niet echt mee. Op een foto, die Mark Rutte op sociale media deelt, zit Sigrid Kaag aan één van de tafels op haar telefoon.
Het chagrijn van de D66’ers komt omdat ze weten dat als Rutte moet kiezen tussen Kaag en Hoekstra, de kans groot is dat hij voor Hoekstra kiest. In die partij valt al langer op dat Rutte zich wel erg naar de wensen van Hoekstra voegt. Zo waren op voorspraak van Hoekstra de linkse partijen niet welkom aan de formatietafel van 2021. Er heerst een studentikoze sfeer tussen beide mannen, met wederzijdse plaagstootjes en af en toe een harde grap. Rutte en Kaag, dat ligt ingewikkelder. Betrokkenen noemen de relatie stroef. Haar partij zit met tegenzin in het kabinet. Rutte en Kaag hebben elkaar nooit leren begrijpen, al zien bronnen dat Rutte veel in haar ‘investeert’, met tijd en aandacht.
Rutte heeft nog geen definitief besluit genomen als hij op donderdagochtend 24 augustus hoort dat The Financial Times met het bericht komt dat de keuze op Hoekstra is gevallen. Dit forceert een beslissing. Rutte beslist die dag versneld dat het Hoekstra wordt. Een terugkerend vermoeden in Den Haag is dat de Europese christen-democraten de FT hadden ingefluisterd, om Rutte over de streep te trekken.
Bij D66 is de woede compleet. CDA’ers zijn ook boos. Ze zijn overrompeld door hun vicepremier. Een dag later is de ministerraad bijeen, en maakt Rutte de voordracht formeel. Rob Jetten maakt een opmerking over het proces, dat volgens hem niet goed is gegaan. Tot een discussie komt het niet. Voor de buitenwereld heet Hoekstra’s voordracht niet een kabinetsbesluit, zoals gebruikelijk, maar een besluit van de premier persoonlijk. „Ik heb dat naar mij toegetrokken”, zegt Rutte. Achter die formulering schuilt een ontspoord proces.
Nu is Hoekstra weg. De verhoudingen zijn ook zonder hem blijvend verstoord. De hoop op een korte formatieperiode na de verkiezingen is nergens zo groot als in Rutte IV. Hoe sneller ze verlost zijn van elkaar, hoe beter.