De voetbalklassieker Feyenoord-Ajax gaat aankomende zondag niet door. Dat heeft de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb dinsdag besloten, schrijft ANP. De beslissing is een reactie op een aangekondigde staking van de politie. De veiligheid rondom het stadion kan niet voldoende worden gewaarborgd, aldus de burgemeester.
Maandag lieten de politiebonden weten geen beveiliging naar de wedstrijd in De Kuip te sturen, omdat agenten actievoeren voor een betere vroegpensioenregeling. Sindsdien twijfelde de burgemeester of de wedstrijd door kon gaan. Wedstrijden tussen de twee rivaliserende clubs worden al jarenlang aangemerkt als hoogrisicowedstrijden. Geregeld moet de politie eraan te pas komen. Uitsupporters zijn bij beide clubs al langere tijd niet meer welkom, ook deze wedstrijd had er geen Ajax-publiek op de tribunes gezeten. Die maatregel kon ongeregeldheden in het verleden niet altijd voorkomen.
Zo gooiden Ajax-fans vorig jaar tijdens een wedstrijd tegen Feyenoord vuurwerk op het veld vanwege frustraties over tegenvallende resultaten en het beleid dat de eigen club in die tijd voerde. De wedstrijd moest gestaakt worden, waarna fans de hoofdingang van de Johan Cruijff Arena bestormden.
„Dit is een besluit dat ik in overleg met de veiligheidsdriehoek heb genomen”, zei Aboutaleb dinsdag tegen ANP. „De veiligheid voor de spelers, maar ook voor het publiek, kan zonder inzet van de politie, onvoldoende worden gewaarborgd.”
Eerder beperkten de acties van de politiebonden zich tot het uitschrijven van minder boetes en het tijdelijk sluiten van politiebureaus. Bij de voetbalwedstrijden FC Twente – Sparta en NAC Breda – Ajax was de politie uit protest ook niet aanwezig, maar die wedstrijden waren niet als risico’s aangemerkt.
Ze is „een meester in het oproepen van universele emoties in woord en in beeld”, aldus de jury, die aan illustrator en kinderboekenschrijver Marit Törnqvist de Johannes Vermeerprijs 2024 toekent, de belangrijkste staatsprijs voor de kunsten. Ze is de eerste laureaat van wie het werk primair op kinderen gericht is. Bij de prijs, die sinds 2009 jaarlijks wordt toegekend, hoort een bedrag van 100.000 euro.
In de eerste plaats is het werk van Törnqvist, die kinderboeken illustreert en zelf prijswinnende prentenboeken maakt, warm en geborgen. Zacht als een hoogpolig tapijt, behaaglijk als een stralende kachel. Haar tekeningen stellen veilige havens centraal in werelden waar het ook onherbergzaam en donker kan zijn – bij de emoties die ze verbeeldt, zijn ook gemis, vervreemding en eenzaamheid. Maar: „Steeds weer opnieuw schept Törnqvist een geborgen ruimte die troost en ontroert, en verbeeldt zij de kracht van zelfredzaamheid”, aldus de jury.
Törnqvist creëert al van jongsaf haar eigen werelden, opgroeiend als buitenbeentje. Ze is geboren in Uppsala en woonde haar eerste jaren in een sfeervol huis in Zweden – tot de ontwortelende verhuizing naar Nederland, waar ze de taal niet sprak. Maar met haar tekentalent wist ze haar klasgenoten te intrigeren, zodat ze ophielden met pesten.
Astrid Lindgren
Moeder Rita was vertaalster, van onder meer Astrid Lindgren, die ook een huisvriendin was. Ooit speelde Marit tijdens een van de Zweedse gezinszomervakanties in een boerenschuur, toen de beroemde schrijfster daar ineens ook stond, een boefachtige uitdrukking op haar gezicht. Ze beklom een ladder, balanceerde op de hanenbalk en liet zich vallen in het hooi. Sinds ze volwassen was, zo memoreerde Törnqvist later, had ze zelden zoiets leuks had gedaan.
In die hooischuur kiemde in zekere zin ook Törnqvists illustratorencarrière. De beelden van het zuid-Zweedse platteland verwerkte ze in haar afstudeerproject aan de Rietveld Academie – en ze wist daar meteen de uitgever van Lindgren mee te interesseren, die ook zonder de voorgeschiedenis te kennen inzag dat Törnqvist tekeningen de wereld van Lindgrens verhalen verbeeldde. Later zou Törnqvist de inrichting verzorgen van het Stockholmse kindermuseum Junibacken, gewijd aan het werk van Lindgren.
Haar stijl heeft iets ouderwetsigs of anachronistisch, al zou je het ook dromerig of tijdloos kunnen noemen. „Ik ben voortdurend op zoek naar een soort archetypen van de dingen die ik verbeeld. Schilder ik een flat, dan probeer ik dat zo te doen dat het een flat van alle tijden is”, zei Törnqvist eens. Haar universele beeldtaal wordt wereldwijd gezien: haar prentenboeken zijn in meer dan dertig landen verschenen. Lief en warm is het in Jij bent de liefste (2000) van Hans en Monique Hagen, een kinderdichtbundel die tienduizenden keren werd verkocht. Unheimischer waren haar illustraties bij het sprookje Pikkuhenki (2005) van Toon Tellegen, bekroond met het Gouden Penseel.
Zachtaardig met een onbehaaglijk randje, zo zijn ook haar teksten. Klein verhaal over liefde (1995), het eerste boek dat Törnqvist zelf schreef, gaat over een meisje dat op een paal in zee zit, tot er een man op een boot voorbijkomt – maar als hij verdwenen is, lijkt de wereld weer leeg en kaal. Wat niemand had verwacht (2009) gaat over een meisje dat gevangen zit in een kuil. Haar redden lukt niet, waarna de redders zich tegen haar keren. Het is een snijdende parabel over de wereld die kwetsbare mensen aan hun lot overlaat, gemaakt uit woede over onverschilligheid.
Törnqvists engagement, in het bijzonder met vluchtelingen, houdt haar de laatste jaren sterk bezig en spreekt ook uit haar prentenboek Schildpad en ik (2022). Daarin vertelt een opa zijn kleinkind over de schildpad die als verstekeling meereisde vanuit het geboorteland, en zijn hele leven lang bij hem bleef – een parabel over migratie.
Met de Johannes Vermeerprijs ontvangt Törnqvist een bedrag van 100.000 euro, beschikbaar gesteld door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, te besteden aan een project binnen haar werkgebied. Dat past bij Törnqvist, die in de afgelopen jaren Iraanse illustratoren begeleidde en leesbevorderingsprojecten opzette, bijvoorbeeld voor vluchtelingenkinderen: de meertalige uitgave Een boek voor jou werd uitgedeeld aan kinderen in asielzoekerscentra.
Lees ook
‘Door de diversiteitsdiscussie lopen wij als makers op eieren’
Jeroen Pauw had genoten. Net als in iedere talkshow werd woensdagavond in Bar laat (BNNVARA) uitgebreid stilgestaan bij de algemene politieke beschouwingen, die al met al zo’n vijftien uur duurden. „In vroeger tijden” was de eerste spreker van die beschouwingen „eigenlijk altijd Geert Wilders”, zei Pauw. „En dan wist je: dat wordt twee uur genieten. Althans, als je van politiek en van debat en van spanning houdt. Nu was het Frans Timmermans, en eigenlijk werd dat ook twee uur genieten.”
Timmermans was in vorm geweest, vond Pauw; veel meer dan voor de zomer. Nieuwe energie, nieuwe strategie. „Hij had zich voorgenomen: alles wat jullie beloofd hebben en niet kunnen nakomen, dat leg ik jullie spelenderwijs voor de voeten.” De kijker kreeg voorbeelden aangereikt in de vorm van korte fragmentjes; Pauw wreef zich telkens verheugd in de handen. „De scherpte, waar we als politieke liefhebbers van kunnen genieten, is natuurlijk héérlijk in een debat.”
Naar politiek kijken als naar een voetbalwedstrijd: nieuw is het niet, maar het trof deze (politiek-, debat- en spanninglievende) kijker woensdagavond als extra vervreemdend. In november vorig jaar heerste aan menige talkshowtafel nog ongeloof dat een partij die ooit pleitte voor een ‘kopvoddentaks’ tot winnaar van de verkiezingen was gekroond; in juni werd er schande gesproken van de omvolkingstheorie die een PVV-minister in spé (Marjolein Faber) toen nog openlijk aanhing. Nu leek wat tot voor kort niet normaal was ineens best gewoon, en scoorden Timmermans en Wilders even hoog op Pauws ‘genieten’-schaal.
Wilders had het ook „echt goed” gedaan, vond tafelgast en voormalig VVD-minister Halbe Zijlstra. Niet alleen was hij het hele debat rustig gebleven, hij was ook „scherp op de onderwerpen waarop dat moest. Weinig op aan te merken”. En dan had die sterspeler ook nog eens „zijn feiten en cijfers op orde”. Ja, en één cijfer in het bijzonder, benadrukte Pauw, die meteen aanleiding zag om een grapje te maken over het feit dat Wilders een oude strategie van Zijlstra leek te hebben gejat: zeggen dat je niet al je verkiezingsbeloftes waar kunt maken omdat je nou eenmaal geen 76 zetels hebt. Er werd geknikt en gegiebeld. Die gekke politici.
Het nieuwe normaal
Wie gedurende de dag (en avond, en begin van de nacht) af en toe overschakelde naar het live debat, kon zien hoe die gekke politici zich wentelden in het nieuwe normaal. Hoe plaatsvervangend NSC-leider Nicolien van Vroonhoven vooral ongeduldig zuchtte en sneerde in antwoord op kritische vragen over het voornemen van het kabinet om een asielcrisis uit te roepen, en hoe VVD-leider Dilan Yeşilgöz terloops een partij beschuldigde van Hamas-sympathieën. Ook riep ze migratieminister Faber op om er „een tandje bij te doen” op het gebied van asiel.
Faber die er nog een tandje bij doet – het idee boezemde me voldoende angst in om de rest van de avond rusteloos door te zappen naar een iets opbeurenders; iets om de boel wat aangenamer mee af te sluiten. Talkshows waren daar duidelijk niet de plek voor. De laatste aflevering van Tieners tegen kwalen (MAX) wel. Daarin werd zichtbaar wat het contact tussen een aantal tieners en ouderen, die geen van allen lekker in hun vel zaten, voor beide groepen na zes weken had veranderd aan hun welzijn. De verschillen met de eerste aflevering waren groot: er waren vriendschappen ontstaan en vooroordelen overwonnen. Vrijwel alle deelnemers voelden ze zich minder eenzaam.
Een kijkcijferkanon is het programma niet geweest, zoete feel good wel. Absoluut het terugkijken waard op moeizame dagen – na nog tien uur aan algemene politieke beschouwingen, bijvoorbeeld. Dan is Tieners tegen kwalen een remedie an sich.
Na het noodweer in onder meer Oostenrijk, Tsjechië, Roemenië en Polen, lopen nu ook in verschillende regio’s in Italië de straten onder water. Overstromingen – waarvan beelden rondgaan op sociale media – vonden plaats na ernstige regenval door de storm Boris, die inmiddels van Midden- naar Zuid-Europa trekt. In de Noord-Italiaanse regio Emilia Romagna zijn inmiddels meer dan duizend mensen geëvacueerd, meldt persbureau ANSA.
Lokale autoriteiten roepen Italianen die in de buurt van rivieren wonen op niet meer de straat op de gaan, en op de bovenste verdieping te blijven. De rivieren de Marzeno en Lamone zijn inmiddels overstroomd, aldus de Italiaanse krant La Repubblica. Naar verwachting houdt het slechte weer nog zeker twee dagen aan.
Lees ook
Op pad met de Oostenrijkse brandweer: je weet nooit waar de volgende dijkdoorbraak komt
De Italiaans minister van Binnenlandse Zaken Matteo Piantedosi maakte woensdagochtend op X bekend dat bij een reddingsactie in Foggia (Zuid-Italië) een brandweerman is omgekomen. In Midden- en Oost-Europa zijn door het noodweer en de overstromingen tot nu toe 21 mensen omgekomen. Meerdere mensen worden nog vermist.