VN: 500 doden bij bloedbad in Malinees dorp Moura vorig jaar, ook seksueel geweld

Mali Onderzoekers van VN-mensenrechtenorganisatie OHCHR schrijven dat Malinese militairen in 2022 samen met „buitenlandse strijdkrachten” niet alleen 500 mensen hebben vermoord, maar ook seksueel geweld hebben gepleegd tegen zeker 58 vrouwen en meisjes.
MINUSMA, de VN-vredesmissie in Mali.
MINUSMA, de VN-vredesmissie in Mali. Foto MINUSMA via EPA

Bij het bloedbad in het dorp Moura heeft het Malinese leger samen met „buitenlandse militairen” in maart 2022 zeker vijfhonderd mensen om het leven gebracht. Dat schrijft VN-mensenrechtenorganisatie OHCHR op basis van eigen onderzoek dat vrijdag is gepubliceerd. Het overgrote deel van de slachtoffers is standrechtelijk geëxecuteerd.

Het dodental ligt hoger dan de schatting van tweehonderd tot bijna vierhonderd doden die mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch eerder deed. Bovendien heeft OHCHR ook „redelijke grond” om te geloven dat zeker 58 vrouwen en meisjes slachtoffer zijn van seksueel geweld, waaronder verkrachting. Een „raad van oudsten” zou na vertrek van de militairen hebben besloten het seksueel geweld toe te dekken, met het doel „de eer en waardigheid te beschermen”.

Wie de buitenlandse militairen precies zijn, laten de VN-onderzoekers in het midden. Westerse inlichtingendiensten zeiden eerder dat het gaat om huurlingen van het Russische Wagner, dezelfde groep die nu namens Rusland aan het Oekraïense front vecht.

Tientallen anderen worden gevangengehouden, van wie sommigen werden gemarteld. Een van de slachtoffers zei dat hij werd geslagen en tegen het hoofd werd geschopt. Malinese autoriteiten blijven volgens de VN de betrokkenheid van hun strijdkrachten ontkennen.

Lees ook dit interview met luitenant-generaal Kees Matthijssen: ‘We kunnen onze handen niet van Mali aftrekken’