Vertrek Rutte maakt de weg vrij voor nieuwe politieke leiders

Analyse

Politiek Den Haag Het vertrek van de premier en vicepremiers breekt het speelveld open. Hoe de uitslag van de verkiezingen ook uitvalt, de machtswisseling zal de nieuwe politieke verhoudingen op scherp zetten.

Demissionair premier Mark Rutte bij aankomst op het Binnenhof voor de laatste ministerraad voor het zomerreces.

Demissionair premier Mark Rutte bij aankomst op het Binnenhof voor de laatste ministerraad voor het zomerreces.

Foto Bart Maat

Nieuw leiderschap, maar nu echt. De val van het kabinet was nog maar een paar dagen oud toen premier Mark Rutte maandag zijn vertrek als VVD-leider aankondigde, vicepremiers Wopke Hoekstra (CDA), Sigrid Kaag (D66) en Carola Schouten (ChristenUnie) worden niet opnieuw lijsttrekker of verlaten de politiek.

Vooral de aankondiging van Rutte, dertien jaar lang de constante factor op het Binnenhof, breekt het politieke speelveld open. Ruttes vertrek kan een electorale aardverschuiving inluiden en vormt de opmaat voor de spannendste Tweede Kamerverkiezingen sinds zijn aantreden in 2010. De verkiezing van november belooft een serieuze strijd tussen meerdere partijen om het premierschap te worden, met een nieuwe generatie lijsttrekkers én een torenhoge inzet.

Want met Ruttes afscheid is zijn erfenis niet weg. De problemen van Nederland – van het stikstofprobleem en het woningtekort tot groeiende armoede en de vastlopende asielketen – zijn zo groot dat de politiek zich eigenlijk geen gepolariseerde campagne en langslepende kabinetsformatie kan permitteren.

Risico’s voor de VVD

Afgaand op de geschiedenis, heeft de VVD de komende verkiezingsuitslag te vrezen. Het lukte de afgelopen decennia geen enkele partij waarbij de premier afzwaaide met een nieuwe lijsttrekker de eerstvolgende verkiezingen te winnen. De VVD had vorige week zelf een grote rol in de val van Rutte IV door zich hard op te stellen in de onderhandelingen over migratie. De partij kan in de campagne van andere partijen het verwijt krijgen onverantwoord te hebben gehandeld, terwijl de liberalen er altijd prat op gaan verantwoordelijkheid te nemen in het landsbelang.

Zo zijn er risico’s voor de VVD, maar misschien ook lichtpuntjes. Twee dagen na Ruttes aankondiging werd zijn opvolger al gepresenteerd: justitieminister Dilan Yesilgöz. Kiezers noemden haar in een onderzoek van I&O in januari „zichtbaar” en „daadkrachtig”. Yesilgöz werkt al jaren aan een scherp profiel op thema’s als drugscriminaliteit en veiligheid, belangrijk voor rechtse kiezers. Ze leidde ook maandenlang de mislukte onderhandelingen over asiel in Rutte IV en kan in de campagne zeggen dat ze op dit voor de VVD belangrijke thema haar rug recht heeft gehouden. Yesilgöz is ook in de discussie over diversiteit een troefkaart: ze is vrouw en heeft een (Turks-Koerdische) migratieachtergrond.

Onduidelijkheid op rechts

Waar de VVD snel een nieuwe leider presenteerde, is er bij sommige concurrenten op rechts onduidelijkheid. Bij het CDA, in de peilingen overigens op grote achterstand van de liberalen, staat na het mislukte leiderschap van Hoekstra geen duidelijke opvolger klaar. De BoerBurgerBeweging, die de VVD in maart nog wist te verslaan bij de Provinciale Statenverkiezingen, doet schimmig over of haar populaire leider Caroline van der Plas premier wil worden. In NRC suggereerde ze dat ze wel „de nieuwe premier voor binnenlandse zaken wil worden, met een premier voor buitenlandse zaken erbij”. Het leidde direct tot hoongelach bij andere partijen. VVD-Kamerlid Ruben Brekelmans twitterde dat Nederland juist een premier nodig heeft „die begrijpt dat juist internationale crises en dreigingen (oorlog, China, migratie etc.) gewone Nederlanders raken”.

De VVD zal het in de campagne zeker gaan gebruiken: geen experimenten met premier Van der Plas. Die boodschap kan de liberalen helpen in de strijd om de strategische stem op rechts. Uit een peiling van EenVandaag bleek deze week dat BBB-leider Van der Plas weliswaar zeer populair is bij haar eigen achterban, maar door slechts drie op de tien Nederlanders geschikt wordt geacht als premier.

Grote onzekere factor in het centrum-rechtse veld is nog wat Pieter Omtzigt doet. Het onafhankelijke Kamerlid wil zich niet bij BBB aansluiten, maar neemt binnen enkele weken een besluit over zijn politieke toekomst. Als Omtzigt een eigen partij lanceert, gaat het politieke landschap opnieuw op z’n kop, en moeten VVD, BBB en CDA zich gezien zijn populariteitscijfers ernstig zorgen maken.

Gezamenlijke lijst op links

Ook de links-progressieve flank wil zich mengen in de strijd om het premierschap, maar de vraag is of dat lukt. Voor D66 gold lang het adagium ‘regeren is halveren’ en ja, de partij staat er in de peilingen niet goed voor. Maar juist Sigrid Kaag brak in 2021 met die traditie – de partij wón na regeren in Rutte III – en opvolger Rob Jetten wil het ambitieuze klimaatbeleid dat hij als minister inzette voortzetten, inhoudelijk geen slecht uitgangspunt voor de campagne.

Bij D66 zullen ze wel met enige vrees kijken naar wie GroenLinks en PvdA als gezamenlijke lijsttrekker naar voren schuiven. Komende maandag wordt de uitslag van de ledenreferenda in beide partijen bekend, de verwachting is dat zij massaal voor een gezamenlijke lijst kiezen. Bepalend voor de kansen op het premierschap zal zijn wie GroenLinks-PvdA mag leiden. PvdA-prominenten als Frans Timmermans of Ahmed Aboutaleb zouden kiezers op links en breed in het midden kunnen aanspreken. Bij hun entree in het veld hebben VVD en BBB er een geduchte concurrent bij en moet D66 vrezen dat centrum-linkse kiezers een strategische stem op GroenLinks-PvdA overwegen. In 2021 pakte D66 met Kaag die stem juist, ten koste van GroenLinks en PvdA.

Lees ook: Vertrek Rutte stort Den Haag in onzekerheid

Bevrijding of verlamming

Hoe de uitslag ook uitvalt, de machtswisseling zal de nieuwe politieke verhoudingen op scherp zetten. Ruttes vertrek kan bevrijdend én verlammend werken. Een aantal partijen zal samenwerking met de VVD een nieuwe kans willen geven, een nieuwe generatie leiders kan serieus proberen de bestuurscultuur in Den Haag te veranderen. Maar met Ruttes afscheid komt ook een einde aan een periode van bestuurlijke continuïteit en stabiliteit, en de vanzelfsprekende samenwerking van partijen van rechts tot links en in het midden, hoe verzuurd de sfeer in Rutte IV op het einde ook raakte.

Met Yesilgöz als nieuwe leider zou de VVD weleens een rechtsere koers kunnen gaan varen. Rutte kreeg al jaren de interne kritiek dat hij te meegaand was met links, Yesilgöz moet de partij weer meer kleur op de wangen geven. De conservatieve flank van de VVD droomt van een rechts kabinet zonder D66, maar dat lijkt getalsmatig alleen mogelijk als de VVD de blokkade van de PVV opheft. Yesilgöz heeft zich daar nog niet over uitgesproken.

PVV-leider Geert Wilders flirtte na de val van het kabinet alweer openlijk met de VVD. „Mijn partij is er klaar voor”, zei Wilders, en hij noemde de PVV „bij uitstek de partij om ervoor te zorgen dat er een meerderheid ontstaat om de asielinstroom fors te beperken.”

Zo’n rechts kabinet is het schrikbeeld van links, en kan de maatschappelijke polarisatie verder vergroten. Bij het volgende kabinet, in welke samenstelling dan ook, ligt de opdracht om het vertrouwen in de politiek te herstellen: SCP-onderzoek liet dit voorjaar zien dat zes op de tien Nederlanders ontevreden is over Den Haag. Tal van grote dossiers vragen om doorbraken en scherpe keuzes, niet om de politieke patstelling van de laatste jaren. De kiezer heeft daarin ook een grote rol, en kan helpen de verlammende versplintering te stoppen. Maar van Den Haag mag ook creativiteit worden verwacht. Twee voor de hand liggende ideeën: de volgende formatie moet anders en korter, de optie van een minderheidskabinet moet serieus worden onderzocht.