Verhuurders die een te hoge huurprijs vragen, kunnen een boete krijgen

Woningmarkt Minister voor Volkshuisvesting De Jonge presenteerde maandag de wet waarmee hij meer betaalbare woningen wil realiseren. Nieuwbouwwoningen mogen iets duurder zijn.

Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting, CDA) presenteerde maandag de wet die ervoor moet zorgen dat huren betaalbaar blijven.
Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting, CDA) presenteerde maandag de wet die ervoor moet zorgen dat huren betaalbaar blijven.

Foto Bart Maat / ANP

Als het aan het kabinet ligt, kunnen verhuurders die een te hoge prijs vragen straks een boete krijgen. Deze kan oplopen tot maximaal 90.000 euro. Het gaat om woningen in het zogeheten middensegment, die vanaf 2024 gereguleerd worden en maximaal ruim 1.120 euro per maand bedragen. Het is de bedoeling dat gemeenten toezien op de handhaving van de huurprijzen.

Dat staat in het voorstel voor de Wet betaalbaar huren die minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting, CDA) maandag heeft gepresenteerd. Hiermee wil De Jonge woekerhuren tegengaan, die zich de afgelopen jaren met name in grote steden met veel woningkrapte voordeden.

De maximale prijs gaat gelden voor verhuurders die vanaf 1 januari 2024 een nieuwe huurder krijgen. Zij mogen de huren jaarlijks verhogen met de cao-loonontwikkeling plus een half procent. De regulering duurt „zolang deze nodig is”: elke vijf jaar wordt dit opnieuw geëvalueerd.

De maximale huurprijs wordt jaarlijks geïndexeerd op inflatie.

Het wetsvoorstel is een uitwerking van eerdere plannen van het ministerie om meer betaalbare woningen te creëren. Het beoogt huurders beter te beschermen en wil het verduurzamen van woningen door verhuurders aanjagen, door prijsverhoging mogelijk te maken voor verhuurders wanneer zij zorgen voor een ‘goed’ energielabel (A, B of C).

De plannen om de middenhuren te reguleren, riepen het afgelopen jaar veel weerstand op van beleggers en projectontwikkelaars. De lage huurprijzen zouden het ontwikkelen en verhuren van huizen niet meer rendabel maken, en op den duur juist zorgen voor een afname van het aantal huurwoningen.


Lees ook: Belegger over verlaging huurprijzen: ‘Al mijn relaties zeggen: met deze regels verkoop ik liever’

Uitzondering

Om tegemoet te komen aan deze kritiek, wil De Jonge een uitzondering maken voor nieuwbouwwoningen die nog gebouwd moeten worden – al is het nog de vraag in hoeverre dit de kritieken zal doen verstommen. Verhuurders van deze panden mogen tot tien jaar na de oplevering de huurprijs met 5 procent verhogen ten opzichte van het maximum. De bouw van deze woningen moet vóór 2025 begonnen zijn.

De Jonge kondigde vorig jaar de terugkeer van het puntenstelsel (de zogeheten wws) aan voor huurwoningen in het middensegment. Het idee is dat elk aspect van een woning punten krijgt, die op hun beurt weer bepalen hoe duur een huis maandelijks mag zijn. Het systeem kijkt bijvoorbeeld naar de grootte van het huis, of het een tuin of balkon heeft en hoe luxe de keuken en badkamer zijn. Ook de WOZ-waarde van een huis telt mee. Een huis op een dure locatie krijgt daardoor meer punten.

De puntengrens komt te liggen op 186. Momenteel geldt het stelsel alleen voor sociale huurwoningen – alles boven de 148 punten is onderdeel van de vrije sector, waarvoor huurders nu nog mogen vragen wat ze willen. Deze zogeheten ‘liberalisatiegrens’ ligt op een bedrag van 808 euro per maand.

Het is de bedoeling dat de wet per 2024 ingaat, al is De Jonge daarvoor onder meer afhankelijk van of en hoe snel de Eerste en Tweede Kamer het voorstel goedkeuren. Momenteel ligt het ter consultatie voor en kunnen belanghebbenden reageren.