Vanuit vezelige fonteinen valt zonneplasma als regen op de zon

Een nieuwe techniek om de rand van de zon in beeld te brengen, onthult een vreemde wereld.

Een wereld waar zonneplasma omhoogspuit in vezelige fonteinen en terugvalt terug als gloeiende regen –

– en waar het oppervlak van de zon doet denken aan pluizige mohair-wol

De beelden zijn gemaakt met de Goode Solar Telescope in Californië, genoemd naar de natuurkundige Philip H. Goode. Hij is ook een van de auteurs van een artikel in Nature Astronomy over de nieuwe beelden.

De kleinste details die deze telescoop in theorie kan onderscheiden, zijn ongeveer 64 kilometer groot. Maar in de praktijk was de resolutie veel grover, vanwege turbulentie in de aardatmosfeer waar de telescoop doorheen kijkt. Dit is hetzelfde effect dat ook het twinkelen van sterren veroorzaakt.

De Goode Solar Telescope in Californië.
Foto Sergey Shumko

Het systeem waarmee de beelden van de telescoop worden gecorrigeerd.
Foto Dirk Schmidt

Goode en zijn mede-auteurs testten een nieuw type ‘adaptieve optica’, een sensor die deze vervormingen detecteert en corrigeert. Zulke sensoren bestaan al langer voor telescopen die naar de nachthemel kijken, maar waren er nog niet voor de rand van de zon.

Wat de onderzoekers daarmee al bij de eerste waarnemingen zagen, bracht ze in een jubelstemming: „Wij werden de stomverbaasde getuigen van het vreemde fijngestructureerde en snel-evoluerende plasmaverschijnsel”, schrijven ze. Dat verschijnsel is een sliertvormige plasmakluwen van slechts zo’n tienduizend kilometer tegen de achtergrond van een veel grotere zonnevlam. „Het is niet helemaal duidelijk wat dat is”, zegt een onderzoeker in een persbericht.

De vormen van het hete plasma boven de zichtbare rand van de zonnebol, de corona, worden bepaald door krachtige magnetische velden.

De magneetvelden houden de plasmadeeltjes gevangen als kralen aan een ketting, maar kunnen zelf ook weer vervormen.

Dat levert snel veranderende, veelvormige structuren op boven het zonne-oppervlak.

Waaronder immense zonnevlammen die soms deeltjes naar de aarde slingeren en hier poollicht veroorzaken.

De dynamiek van de corona wordt nog maar matig begrepen, onder andere omdat kleine details niet te onderscheiden zijn.

Zo is het nog altijd een raadsel waarom het plasma van de corona miljoenen graden heet kan worden –

– terwijl de rand van de zon ‘slechts’ zo’n 5.500 graden Celsius is.