N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De bandbus Dagenlang onderweg op vaak onmogelijke uren; de bandbus is het privéterrein van muzikanten. Fotograaf Michiel Bles en journalist Leendert van der Valk bekijken de biotoop van bands on the road. Deze week: de bus van de Groev Boogie Band.
Een collega van de supermarkt zegt soms „Hee singer-songwriter, je moet eens meedoen aan zo’n talentenshow”. Dat vindt zangeres Ina van der Leden superleuk om te horen, want ze zingt graag hard in de kantine (en iets zachter in de winkel). Maar ze is ook realistisch. „Ik heb al een band.”
Elke donderdag als het vrolijk versierde busje van de Boogie Band haar Rotterdamse straat indraait, wordt ze blij. Eindelijk weer muziek maken, lol trappen, met de andere bandleden van Stichting Groev. Muziek helpt om de pijn van dingen die ze meemaakt te verzachten en ze weet dat ze er anderen ook mee kan helpen. Bijvoorbeeld als ze ‘Het kleine café aan de haven’ zingt. „Dat is echt het essentiële Boogie Band-liedje.” Dan zingt de hele zaal mee. Ze doet ook graag ‘Yesterday’ van de Beatles, een verdrietig liedje tussen „alle gekkigheid”. Daar kan ze echt haar „rauwe emotie” in kwijt.
Even verderop stapt drummer Joris Hannema in. Als de Groev-bus voor zijn huis stopt, denkt hij: „Yes, het is weer donderdag. Dat geeft me dat vrije gevoel.” De hele band past in het Ford-busje, maar vandaag zijn ze met twee, de rest heeft ander vervoer. Als ze uitjes hebben is dat wel anders, dan rijdt de hele band mee en lopen drie gesprekken door elkaar.
Laatst gingen ze naar een concert van trompettist Michael Varekamp. Ze mochten op de foto, kregen een cd en de drummer gaf tips. „Daar leren we van”, zegt Ina. „Spelen met ritmes, de arrangementen. We kijken dan hoe we daar onze Groev-draai aan kunnen geven.” Of die keer op bevrijdingspop waar een paar jongeren met toetsenist Andy Martis op de foto wilden, omdat ze hem kenden van TikTok. Andy is de celebrity van de band.
Dat is trouwens wel een nadeel van de bus: Andy kan er niet in. Geld voor een rolstoelvriendelijke bus is er niet. Maar hij redt zich ook prima in het openbaar vervoer. Als de bus aankomt bij de oefenlocatie is hij er al. Ook bassist Tibbe Versteegen en toetsenist Jonathan van der Meulen druppelen binnen. „Misschien moeten we jouw rolstoel gewoon achter de bus binden”, oppert Tibbe. Hij doet soms op de fiets wedstrijdjes met Andy. De laatste keer won Andy.
Vaak zit Ina op de terugweg nog de grepen op de ukelele te oefenen, maar even zo vaak is het alleen maar geinen achterin. In veel bandbusjes liggen de muzikanten op de terugweg te slapen, maar bij Groev niet, waarschuwt ze. „Dan zijn we net een stel tweejarige kinderen die te veel snoep hebben gegeten.” Vooral de telefoon van chauffeur en manager Levi Westra is belangrijk, want ze mogen om de beurt een eigen liedje uitzoeken. Ina kiest vaak voor Queen. „En dan het volume flink opgecrankerd!” Dan kan ze weer lekker zingen.
Op den duur zou ze best in Ziggo Dome willen staan, of liever nog in het oude Wembley-stadion waar Queen ook optrad. Maar ze zijn pas begin twintig, dus ze hebben de tijd. Voorlopig is Groev er nog niet klaar voor, denkt ze. Misschien komt dat nog.