Vaak volgt Al Jazeera de koers van broodheer Qatar

Het besluit van de Israëlische regering om Al Jazeera te verbieden, kwam vorige week niet als een verrassing. De Qatarese nieuwszender ligt al jaren onder vuur in Israël omdat zijn berichtgeving over het conflict met de Palestijnen partijdig zou zijn. De verhoudingen bereikten twee jaar geleden een dieptepunt toen correspondent Shireen Abu Akleh werd doodgeschoten tijdens een operatie van het Israëlische leger op de bezette Westelijke Jordaanoever. Uit onafhankelijk onderzoek bleek dat het ging om een welgemikt schot van een Israëlische soldaat, maar dat heeft Israël altijd ontkend.

De vete escaleerde na de aanval van Hamas in het zuiden van Israël op 7 oktober, waarbij zo’n 1.200 mensen werden vermoord en 250 werden gegijzeld. Sindsdien doet Al Jazeera non-stop verslag van de oorlog in Gaza, met het Palestijnse leed als belangrijkste verhaal. Omdat de zender een permanent kantoor heeft in Gaza, en Israël journalisten sinds de oorlog weert uit de kuststrook, is Al Jazeera een van de weinige internationale nieuwsmedia die ter plaatse verslag kunnen doen. Maar de risico’s zijn groot. Diverse medewerkers zijn gedood of gewond geraakt bij Israëlische bombardementen.

Terwijl de moed en de ontberingen van Al Jazeera’s team in Gaza respect afdwongen bij buitenlandse collega’s en organisaties voor de persvrijheid, groeide in Israël de kritiek op de berichtgeving van de zender. Volgens premier Netanyahu en andere Israëlische critici fungeert de nieuwszender, die 430 miljoen huishoudens in 150 landen bereikt, als „een spreekbuis van Hamas”. Al Jazeera zou elke vorm van verzet tegen Israël verheerlijken, waaronder de aanval op 7 oktober. Daarom nam het Israëlische parlement begin april een wet aan die het mogelijk maakt om de kantoren van buitenlandse media te sluiten en hun websites te blokkeren indien ze een „bedreiging” vormen voor de „staatsveiligheid”.


Lees ook
Israël sluit lokale kantoren Al Jazeera, nieuwszender noemt besluit een ‘misdaad’

Een journalist van Al Jazeera aan het werk in het kantoor van de nieuwszender in Ramallah, op de Westelijke Jordaanoever, in mei 2023. Aan de muur hangt een portret van Al Jazeera-journalist Shireen Abu Akleh, die in 2022 werd doodgeschoten door een Israëlische soldaat op de bezette Westelijke Jordaanoever.

Israëlische media noemden het de ‘Al Jazeerawet’ omdat de zender werd gezien als het voornaamste doelwit. Toch duurde het enige tijd voordat Netanyahu de wet in stelling bracht. Een van de redenen was volgens de Israëlische krant Haaretz dat Netanyahu aarzelde om de confrontatie te zoeken met Qatar, dat Al Jazeera sinds de oprichting in 1996 financiert. Het rijke Golfstaatje is niet alleen een invloedrijke speler in de regio, maar vervult ook een belangrijke rol als bemiddelaar tussen Hamas en Israël. En de onderhandelingen over de vrijlating van Israëlische gijzelaars bevonden zich de afgelopen weken in een cruciale fase.

Kritische berichtgeving

Het besluit om Al Jazeera te sluiten, kreeg buiten Israël veel kritiek. Westerse organisaties voor de persvrijheid veroordeelden de sluiting als het censureren van een nieuwsmedium omwille van zijn kritische berichtgeving. De zender zelf noemde het een „criminele daad die de mensenrechten en het fundamentele recht op toegang tot informatie schendt”. De zender ontkende een spreekbuis te zijn van Hamas en verwierp „met klem de beschuldigingen van de Israëlische autoriteiten, die suggereren dat professionele medianormen zijn geschonden”.

Maar hoe onafhankelijk is Al Jazeera eigenlijk? Laat de zender zich inderdaad leiden door professionele medianormen en journalistieke waarden, zoals vastgelegd in zijn ethische code? Of is dat slechts een façade, die moet verbloemen dat de zender in werkelijkheid een verlengstuk is van het Qatarese regeringsbeleid, een middel om publieksdiplomatie en propaganda te bedrijven? En dat dus ook kan dienen als spreekbuis van Hamas? Qatar is immers een belangrijke steunpilaar van Hamas (een afsplitsing van de Moslimbroederschap), als geldschieter én als ballingsoord voor leiders van de groep.

Toen Al Jazeera in 1996 begon, waren de uitzendingen uitsluitend in het Arabisch. De zender was een initiatief van sjeik Hamad al-Thani, de toenmalige emir van Qatar. Hij wilde de zender gebruiken als een megafoon voor „politieke zelfverdediging” tegen zijn regionale rivalen Saoedi-Arabië en Egypte, die destijds de belangrijkste Arabische media controleerden. De zender had dus van meet af aan een politieke agenda, wat bleek uit programma’s met prominente dissidenten uit Egypte en Saoedi-Arabië, met name van de Moslimbroederschap, die hun toevlucht hadden gezocht in Qatar.

Een Arabische zender die het lef heeft om de dictators in de regio uit te dagen? Dit was ongekend in de Arabische wereld, die destijds werd gedomineerd door saaie staatszenders die elke scheet van de leider brachten als nieuws. „Al Jazeera was anders”, zegt Zainab Abdul-Nabi, een Bahreinse journalist en auteur van het boek Al-Jazeera’s Double Standards in the Arab Spring. „Het was de eerste Arabische zender met uiteenlopende meningen en verhitte discussies. Dit had grote invloed op de Arabische publieke opinie, wat leidde tot meer concurrentie en het medialandschap ingrijpend veranderde.”

Trots op Al Jazeera

Toen Abdul-Nabi voor het eerst Al-Jazeera keek, als tiener op de middelbare school, was ze meteen gegrepen. „Ik was trots op Al Jazeera”, zegt ze. „Ik keek al het nieuws, elk programma. Ik zag de zender als een voorvechter van mensenrechten en democratie.” Maar dat positieve beeld kantelde tijdens de Arabische Lente. Ze zag dat de zender dubbele standaarden hanteerde in de berichtgeving over verschillende opstanden. In Egypte, Syrië en Libië steunde de zender de protesten, die steevast werden aangeduid als „revoluties”, mede vanwege de betrokkenheid van de Moslimbroederschap. Maar de opstand in Bahrein, een buurland en bondgenoot van Qatar, heette een sektarisch conflict.

Daar had Abdul-Nabi moeite mee, want het ging over haar land. „De situatie in Bahrein was weliswaar complex omdat de meerderheid van de bevolking sjiitisch is en het koningshuis soennitisch. Maar het was geen sektarisch conflict. De betogers eisten meer vrijheid, democratie en mensenrechten, net als in andere Arabische landen.” Maar dat kwam niet terug in de berichtgeving van Al Jazeera, die de Saoedische militaire interventie en de verwoesting van sjiitische moskeeën en dorpen negeerde. „Een verslaggever van Al-Jazeera in Bahrein vertelde dat hij wel had geschreven over de verwoesting, maar dat zijn stukken niet waren gepubliceerd omdat het te gevoelig lag.”

Een Arabische zender die het lef heeft om de dictators in de regio uit te dagen? Dit was ongekend

Het Qatarese koningshuis vreesde dat een succesvolle democratische protestbeweging in Bahrein een bedreiging zou kunnen vormen voor zijn eigen machtspositie. „Dit veranderde na de Golfcrisis van 2017, die leidde tot een economische en diplomatieke blokkade van Qatar door de rest van de Arabische Golfstaten”, zegt Abdul-Nabi. „Daarna begon Al Jazeera ineens aandacht te besteden aan mensenrechtenschendingen in Bahrein, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten en democratische activisten uit te nodigen voor interviews. Dus als je de berichtgeving van Al Jazeera vergelijkt met het buitenlandbeleid van Qatar, kun je zien dat ze hand in hand gaan.”

Streng bewaakt

Niet alleen Al Jazeera’s berichtgeving over Bahrein volgde het Qatarese buitenlandbeleid, ook die over andere landen. Die koers werd streng bewaakt, wat soms leidde tot conflicten met journalisten. Zo nam Libanon-correspondent Ali Hashem ontslag toen Al Jazeera weigerde om zijn exclusieve beelden uit te zenden van de wapensmokkel naar Syrië in 2011. De zender wilde verhullen dat de oppositie zich sinds het begin van de opstand bewapende. „Het werd mij duidelijk dat deze instructies niet van Al Jazeera zelf kwamen”, schreef Hashem in The Guardian. „Het was een politiek besluit, genomen door mensen buiten de zender – dezelfde mensen die de zender vroegen de situatie in Bahrein te verdoezelen.”

Overigens ziet Abdul-Nabi een duidelijk verschil tussen de Arabischtalige en de Engelstalige zender van Al-Jazeera, die tien jaar later werd gelanceerd. Daarvoor werden diverse prominente journalisten van CNN en de BBC aangetrokken. „De Engelstalige zender is onafhankelijker en professioneler omdat die moet concurreren met de westerse media met hun normen van objectiviteit”, meent Abdul-Nabi. „Er is dus een aanzienlijk verschil in de redactionele koers. Uit mijn onderzoek bleek dat Al Jazeera English niet zo selectief was in zijn berichtgeving over de Arabische Lente als Al Jazeera Arabic. Het is dus gecompliceerd. Maar Israël heeft geen problemen met de Engelstalige zender van Al Jazeera, alleen met de Arabischtalige.”


Lees ook
Zij kunnen de catastrofe niet meer laten zien: dit zijn de 103 gedode journalisten in Gaza

Rouwende mensen  bij de begrafenis van Samer Abu Daqqa. De Al-Jazeera cameraman maakte in december 2023  een reportage over een gebombardeerde school in Khan Younis, toen er een Israëlische raket insloeg.

Sinds de aanval van 7 oktober staat de berichtgeving van Al Jazeera Arabic volledig in het teken van oorlogsjournalistiek, waarin weinig ruimte is voor kritiek op het eigen kamp. Abdul-Nabi: „De zender kiest duidelijk een kant in het conflict en beschouwt Hamas als een legitieme verzetsbeweging die het recht heeft om zich te verzetten tegen de Israëlische bezetting. Gesneuvelde Hamasstrijders worden door de zender ‘martelaren’ genoemd. Dus als Israël zegt dat Al Jazeera een spreekbuis is van Hamas, dan is de zender daar trots op. ‘Ja, we zijn de stem van de onderdrukten en van het verzet’. Dat is geen beschuldiging voor hen, want dat is wat hun publiek wil en waar ze zelf ook in geloven.”

Hoewel Abdul-Nabi kritisch is op Al Jazeera, vindt ze de sluiting van de zender in Israël veel te ver gaan. „Het past bij een democratisch land waar de vrijheid van meningsuiting geldt”, zegt ze. „Als Israël niets te verbergen heeft, waarom verbiedt het dan kritische berichtgeving. Als Al Jazeera op zou roepen tot geweld, dan zou sluiting gerechtvaardigd zijn. Maar dat is niet het geval. De zender is al jaren een spreekbuis van Hamas, dus waarom wordt die nu gesloten? Ik denk omdat Al Jazeera de onderdrukte Palestijnen een stem geeft en de aandacht vestigt op de Israëlische oorlogsmisdaden in Gaza.”