Ridouan Taghi is veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam dinsdag besloten. Het vonnis is nog bezig. Die straf is gelijk aan de eis van het Openbaar Ministerie.
De uitspraak volgt bijna zes jaar na de eerste openbare zitting in maart 2018. In het Marengoproces staan in totaal zeventien verdachten terecht, voor zes moorden, vier pogingen tot moord en een aantal voorbereidingen. Naast Taghi is tegen vijf medeverdachten levenslang geëist. Een van hen stond terecht om onder meer zijn betrokkenheid bij de moord op misdaadjournalist Martin Kok in 2016. De eis tegen de andere vier was met name gebaseerd op de rol die zij speelden bij de voorbereidingen van de moorden.
Tegen de andere tien verdachten eiste het OM straffen van tussen de bijna zes en 26 jaar cel. Taghi zelf is overigens niet aanwezig in de rechtbank. Ook heeft hij geen advocaat.
Lees ook Hoe een wapenvondst in een opslagloods tot een geweldsexplosie leidde die de rechtsstaat deed wankelen
Op de omslag van het proefschrift van Marrit van der Wal (26) prijkt een zelfgetekend roze varkentje met een tevreden glimlach en een rode zakdoek om de kop geknoopt. Die zakdoek, bekend als symbool van de boerenprotesten, heeft voor haar een persoonlijker betekenis: „Ik snap dat de boeren protesteren, want ze zitten in een lastig parket. Maar voor mij staat het niet zozeer voor protest, maar voor trots op de boeren zijn, omdat ze ondanks alle uitdagingen blijven doorgaan.”
Juist die boeren wilde Van der Wal ondersteunen met haar promotieonderzoek naar mestverwerking aan de TU Eindhoven. Ze groeide op tussen de Friese weilanden en zag van dichtbij hoe complex het boerenbestaan is. Haar vader is veehandelaar en veel van haar vrienden zijn boeren. „Als je in Friesland woont kent iedereen een boer”, zegt ze met een glimlach.
De grootste uitdaging, vertelt de chemisch technoloog, is het stikstofprobleem in Nederland, waarbij het mestoverschot een belangrijke rol speelt. Dierlijke mest is rijk aan voedingsstoffen, maar een teveel daarvan zorgt voor vervuiling van grond- en oppervlaktewater. Bovendien komt bij het uitrijden van mest ammoniak vrij, wat slecht is voor de luchtkwaliteit. Daarom mogen boeren mest niet onbeperkt uitrijden, waardoor er een overschot ontstaat. „En dat kan in de komende jaren in Friesland oplopen tot wel vijf miljoen ton.”
Als alternatief wordt veel kunstmest gebruikt, maar ook die oplossing kent nadelen. De productie daarvan gebeurt via een chemisch proces: het energie-intensieve Haber-Boschproces, dat stikstof uit de lucht haalt. Volgens Van der Wal is dat verantwoordelijk voor zo’n 1 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. „Het is natuurlijk een beetje cru”, benadrukt ze. „Dat we iets moeten weggooien dat we eigenlijk al hadden, om het dan weer uit de lucht te gaan halen.”
Afstemmen op de behoefte
Dat was voor haar de aanleiding om te werken aan een praktische oplossing. „Ik dacht: als ik dan een promotieonderzoek doe, dan wil ik iets doen dat boeren hopelijk helpt”, herinnert ze zich. Ze ontwikkelde een techniek om stikstof en kalium uit mest te scheiden. Dat is van belang omdat elke plant stikstof en kalium nodig heeft, maar in verschillende verhoudingen. Door ze apart toe te dienen, kunnen boeren de voedingsstoffen nauwkeuriger afstemmen op de behoefte van het gewas.
De titel van haar proefschrift (No time to waste manure) vat haar boodschap bondig samen: mest is geen afval, maar een grondstof. Die grondstof kan met membraantechnologie worden verwerkt, vergelijkbaar met een koffiefilter. „Als je koffie maakt, blijven in het filter de grotere vaste deeltjes achter: de koffieprut. Het water gaat erdoorheen, samen met de cafeïne en de smaak.” Door te spelen met de zuurgraad in haar ‘koffiemachine’ kan de chemisch technoloog zorgen dat bijvoorbeeld alleen stikstof en water door het membraan gaan, terwijl de rest achterblijft.
De technologie bestond al, maar tot nu toe lukte het met membranen alleen om stikstof samen met kalium terug te winnen. Van der Wal verbeterde het proces, in samenwerking met een mestverwerkingsbedrijf. Zo kunnen mestverwerkers uiteindelijk lokaal drie producten uit één bron halen en verkopen: stikstof, kalium en een fosforrijke vaste stof.
Deze techniek is een stap richting circulaire landbouw, waarin boeren ‘afval’ zo goed mogelijk hergebruiken. In de toekomst zou de verwerkte mest kunstmest kunnen vervangen.
In het lab trok Van der Wals onderzoek de aandacht. „Ik was heel veel membranen aan het testen, maar ik moest ook naar de mestverwerkingsinstallatie om daar samples op te halen. Met de geur in het lab heb ik mijn collega’s niet zo blij gemaakt”, vertelt ze lachend.
Haar doel om boeren te helpen, heeft ze in theorie bereikt. Het milieu vaart er wel bij en ook de boer heeft er wat aan: minder kosten voor kunstmest en minder mest om af te voeren. Daarnaast zouden ze de techniek op hun eigen boerderij kunnen toepassen om de mest uit hun stallen te verwerken.
Voor de wet blijft het mest
Helaas staat de wet in de weg. Omdat het eindproduct nog steeds als ‘mest’ wordt geclassificeerd, valt het onder dezelfde gebruiksbeperkingen als ruwe mest. „Als je de techniek niet mag inzetten, wat heeft het dan voor nut?” Van der Wal hoopt dat de wetgeving zal veranderen. „Als je onderzoek doet, dan moet je een beetje hoopvol zijn. Maar nu is ook het kabinet gevallen – dan duurt alles weer langer voordat er echt uitsluitsel komt.”
Teleurgesteld constateert Van der Wal dat haar onderzoek voorlopig niet in de praktijk zal worden toegepast. De verbeterde techniek is tot nu toe alleen in het laboratorium getest. „Het was natuurlijk heel nuttig geweest als we dit ook al op iets grotere schaal hadden kunnen testen. Die kans was er nog niet omdat er geen bedrijf klaar was dat het kon oppakken.”
„Ik heb gezien dat het heel lastig is om echt iets groots te kunnen bijdragen. Onderzoek doen op zichzelf is al heel lastig. Dus je mag blij zijn dat er überhaupt een goed resultaat uitkomt na maar vier jaar promotieonderzoek.”
Hoewel ze graag nog meer had gedaan, hoopt ze dat haar techniek boeren in de toekomst daadwerkelijk kan helpen: „In Nederland kunnen we iets trotser op de boer zijn, en ze iets meer helpen in plaats van ze als probleem te zien – misschien komen we dan samen een stapje verder.”
Maandag stemde de Tweede Kamer voor een door de PVV ingediend amendement op de asielwet waardoor het asielbeleid nog een stuk strenger leek te worden. Er was een onverwachte meerderheid voor het strafbaar stellen van illegaliteit. Het bleek te gaan om ‘een misverstand’ aan de linkerkant. Er was verkeerd gepaird. Pairen zo werd ons later aan alle praattafels uitgelegd, houdt in dat een Kamerlid bij afwezigheid een ander Kamerlid zoekt die contrair stemt en afspreekt dat die dan ook niet bij de stemming aanwezig is. Dit gaat vrijwel altijd goed.
Nieuwsuur zocht Christine Teunissen van de Partij voor de Dieren op, het was haar niet gelukt om te pairen. Christine was tijdens de stemming in het Oosterpark in Amsterdam. „Bij de herdenking van ons verschrikkelijke slavernijverleden.” Ze legde de klemtonen op het woord ‘verschrikkelijke’. Bijna iedereen vindt ons slavernijverleden verschrikkelijk, het bijvoeglijk naamwoord was in feite overbodig, maar ze sprak het graag uit, zodat we konden horen dat ze toch echt aan de goede kant van de streep staat.
Dat was nodig want ze vond het ook ‘verschrikkelijk’ dat mede door haar afwezigheid bij de stemming het amendement toch was aangenomen, maar ze weigerde daarvoor de verantwoordelijkheid te nemen. Ze vond het gewoon stom dat er überhaupt gestemd was. Dat was respectloos naar Kamerleden zoals zij zelve, die wel de moeite hadden genomen om bij de herdenking van ons verschrikkelijke slavernijverleden te zijn.
Op de vraag van Nieuwsuur waarom ze niet gepaird had, antwoordde ze dat pairen een ongelooflijk ingewikkeld systeem is. Wat het niet is.
CT: Ik heb geprobeerd te pairen.
Nieuwsuur: Waarom is dat niet gelukt?
CT: Dat moet u andere partijen vragen.
Nieuwsuur: Niemand wil met u pairen?
CT: Ik heb het geprobeerd.
Nieuwsuur: Met wie dan?
CT: Ik heb geprobeerd te pairen.
Nieuwsuur: Met wie?
CT: Ik heb het geprobeerd.
Nieuwsuur: Waarom wilt u niet zeggen met wie?
Omdat Christine Teunissen helemaal niet geprobeerd had om te pairen, dat wist de interviewer ook wel. Hij had beet. Christine Teunissen hing aan de haak, maar bleef spartelen. Christine Teunissen vond het belachelijk dat er überhaupt gestemd was op de dag van Keti Koti. Zij was wel bij de herdenking in Amsterdam, daar hadden meer Kamerleden moeten zijn.
Door Christine Teunissen dreigde illegaliteit dus even strafbaar te worden. Dreigde. Want gisteren liet Henri Bontenbal weten dat het CDA de nieuwe asielwet juist vanwege het aangenomen amendement over het strafbaar stellen van illegaliteit niet meer zal steunen. Je zou kunnen zeggen: mede dankzij Christine Teunissen. Als zij wel haar best had gedaan om te pairen was de nieuwe strengere asielwet er toch gekomen. Is Christine Teunissen daarmee een uitgenaste politica? Ik had het de Partij voor de Dieren graag gegund, maar kijkt u vooral de uitzending van Nieuwsuur terug. Ze kan niet liegen. En niet pairen.
Marcel van Roosmalen schrijft op maandag en donderdag een column.
Bij mijn bloemenman op de markt plaatste ik ooit een heupprothese; dat ging niet goed – de steel groeide niet vast. Elke zaterdag zag ik hem mankend in zijn kraam rondlopen. Uiteindelijk volgde een heroperatie, uitgevoerd door een collega, die gelukkig wél slaagde. Toen ik hem na zijn herstel weer op de markt zag, voelde ik me bezwaard. Hij kwam meteen op me af en gaf me een mooi boeket. „Maar waarom?”, vroeg ik, verwijzend naar de mislukte operatie. Hij haalde zijn schouders op. „Ach, bij mij zit er ook wel eens een verlept bosje tussen.”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]