N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Excuses slavernijverleden In de Tweede Kamer komt het gesprek over de slavernijgeschiedenis langzaam op gang. „Het is in ons eigen belang dat we als samenleving in het reine komen met ons verleden.”
Hand in hand zaten ze te kijken op de fractiekamer in B67, het tijdelijke onderkomen van de Tweede Kamer. Politiek leider van BIJ1, Sylvana Simons, en haar medewerkers waren rondom de televisie gaan zitten en keken, elkaars niet loslatend, naar de excuses die premier Mark Rutte (VVD) aanbood namens de staat voor het Nederlandse slavernijverleden. Een camera van Nieuwsuur legde het moment vast. „Fucking historic, dit”, zei Simons. Toen Rutte uitgesproken was, omarmden de fractiemedewerkers elkaar in een group hug.
Een dag later vertelt Sylvana Simons dat ze zich door de „rommelige aanloop” van de dag niet goed had voorbereid op de historische betekenis van de toespraak. „Ik was sceptisch. Mede daardoor kwamen de woorden zo hard binnen, denk ik. Ik ben altijd bereid kritiek op onze minister-president te leveren. Maar dat zou hier echt ongepast zijn geweest.”
Ruim een jaar geleden, in september 2021, stonden Simons en Rutte nog tegenover elkaar in de plenaire zaal van de Tweede Kamer. De Dialooggroep Slavernijverleden had net advies uitgebracht aan het kabinet over de manier waarop Nederland met het slavernijverleden moest omgaan, en had opgeroepen tot excuses. Rutte wilde daar, bevraagd door onder meer Simons, nog niet van weten, al zei hij te worstelen met het onderwerp.
Het was óók lang geleden, zei hij. Waarop Simons zei: „Als we het hebben over tot slaaf gemaakte mensen, hebben we het bijvoorbeeld over de oma van mijn moeder. Dat is helemáál niet lang geleden, we praten nog over haar.”
Misdaad tegen de menselijkheid
Het betekende veel, zegt Simons nu, dat Rutte de slavernij en handel in tot slaaf gemaakten „een misdaad tegen de menselijkheid” noemde. „Het bagatelliseren heeft in de politiek jaren geduurd. We moesten alles in de juiste context zien. Maar mijn moeder zei nog: ‘Syl, het gaat er niet om dat het 150 jaar geleden is, het gaat erom dat het 350 jaar geduurd heeft.’ Ruttes erkenning van dit feit was heel krachtig.”
Erkenning, excuses en herstel – dat waren de drie kernwoorden van de Dialooggroep vorig jaar, en die drie woorden herhaalde Rutte in zijn toespraak. In de Tweede Kamer zijn deze woorden overwegend goed gevallen, met uitzondering van de partijen ter rechterzijde van de VVD. De meeste partijen zijn verheugd over de excuses, en de Tweede Kamer zal waarschijnlijk kort na het Kerstreces in debat gaan over de vraag hoe het ‘herstel’ er precies uit moet zien.
Nog een vraag die op tafel ligt: moeten de excuses vastgelegd worden in een wet, zodat de stap van de Nederlandse staat een meer geformaliseerd karakter krijgt?
Positieve reacties
Tweede Kamerlid Pim van Strien (VVD), die vorige week maandag nog twitterde dat „dit excuusproces [..] steeds extremere vormen” aanneemt”, noemde de toespraak op hetzelfde medium „respectvol”, „belangrijk” en „gewogen”.
Hij zegt desgevraagd: „Ik ben altijd kritisch geweest over de aanloop, van excuses zelf zijn we nooit voor- of tegenstander geweest. Het kabinet heeft excuses gemaakt, een meerderheid van de Kamer staat er achter, een belangrijk deel van de samenleving wil dit graag, dus we gaan er niet voor liggen. Wij zullen kritisch kijken of er niet te veel geld aan wordt besteed.”
Lees hier de speech van Mark Rutte, met toelichtingen
Er is in relatief korte tijd veel veranderd in de Tweede Kamer, zeggen meerdere Kamerleden. Voor het gesprek over racisme, en over de schaduwkanten van de Nederlandse geschiedenis, is sinds een paar jaar meer ruimte. Over institutioneel racisme, de structurele en collectieve achterstelling van groepen op basis van etniciteit of huidskleur, wordt nog maar sinds een jaar of twee gepraat. Het slavernijverleden was tot voor kort ook nauwelijks onderwerp van discussie.
Delegatiereis met grote invloed
Cruciaal, zeggen Tweede Kamerleden, was een reis die leden van de commissie Binnenlandse Zaken afgelopen zomer maakten naar Suriname, Curaçao en Bonaire. Marieke Koekkoek (Volt) reisde mee: „Tot dan toe gingen Kamerdelegaties vooral op reis omdat ze iets te vertellen hadden. Wij probeerden te luisteren naar de sentimenten die daar leven. We kregen daar heel vaak te horen dat het niet over de schuldvraag ging, maar over erkenning van het geleden leed en de noodzaak van herstel.” Koekkoek bezocht voormalige plantages en archieven, waar ze in documenten las over mensen „die als handelswaar werden verkocht, kinderen van elf jaar die als product verhandeld werden”.
Lees ook deze reconstructie: Hoe de excuses die Mark Rutte niet wilde, er toch kwamen
Ze raakte diep onder de indruk, en ging, terug in Den Haag, op haar fractie het gesprek aan over racisme en het slavernijverleden. „We kunnen wel een standpunt bepalen, maar waaróm zijn we voor of tegen excuses? Doen we het omdat we voor slachtoffers willen opkomen, of heeft het ook met ons zelf te maken? Al pratend kwamen we erop dat we het niet voor slachtoffers doen, maar voor onszelf. Het is in ons eigen belang dat we als samenleving in het reine komen met ons verleden.”
Sylvana Simons zegt dat, hoewel het politieke gesprek over slavernij „echt veranderd is”, het nu ook tijd is aan een concrete ‘herstelagenda’ te werken. „Waarom moet de premier van Curaçao met een Nederlandse staatssecretaris praten in plaats van met de minister-president? Waarom is Nederlands op veel scholen in Suriname nog altijd de voertaal? Waarom moeten Surinaamse studenten die naar Nederland komen nog altijd duizenden euro’s borg betalen? Waarom is de Nederlandse topografie daar nog altijd leidend? De volgende stap moet worden dat Nederland serieus gaat investeren in beleid dat deze historische misstanden rechtzet.”