Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) kreeg met de Olympische Spelen in Parijs waar het vooraf vurig op had gehoopt: een zomerse droom van sport, vreugde en verbroedering die ruim twee weken aanhield. „Mensen van over de hele wereld zijn verliefd geworden op de Spelen. Ze zijn geïnspireerd door de sporters die met respect voor elkaar samen hebben gesport en geleefd”, zei IOC-president Thomas Bach tijdens zijn afsluitende persconferentie.
Vooraf waren de verwachtingen én de zenuwen hooggespannen, met ambitieuze ideeën van de Franse organisatie, een wereld vol conflicten en de dreiging van terreur. Even leek het spannend te worden, toen twee weken geleden het treinverkeer rond de Franse hoofdstad werd gesaboteerd. Voor de openingsceremonie, die meer dan ooit een buitenkarakter had vanwege de route langs de Seine, werd fikse regen voorspeld.
De verregende maar spectaculaire openingsceremonie – een pleidooi voor tolerantie, cultuur en de gedachte dat iedereen zichzelf moet kunnen zijn – werd echter succesvol afgerond en het olympisch vuur aangestoken. Daarna braken zorgeloze weken aan. Het weer knapte op, de verwachte hyperdrukte in het openbaar vervoer bleef uit, de tienduizenden zwaarbewapende agenten bleken allervriendelijkst. Intussen won gastland Frankrijk de ene na de andere medaille – met sterren als zwemmer Léon Marchand en judoka Teddy Riner voorop – waardoor de sfeer in de volle stadions uitstekend was.
De tijdelijke locaties waren werkelijk prachtig, van het beachvolleybalstadion onder de Eiffeltoren tot de rijbak voor de paarden in de tuinen van Versailles. De mooiste plek was toch wel het Grand Palais, dat soms galmde als een voetbalstadion met zijn hoge, bomvolle tribunes vol dolenthousiaste fans. Het was bevreemdend en gaaf tegelijk om op een van de drukste rotondes van Parijs, Place de La Concorde, in alle rust te kunnen rondlopen om te kijken naar 3×3 basketbal, skateboarden, BMX’en en breaking.
12 miljard interacties
Dit waren de Spelen die een nieuw tijdperk inluidden, zei Bach, waarmee hij onder meer doelde op de digitale wijze waarop de Spelen waren geconsumeerd. Nog voor het laatste weekend waren er via de socialemediakanalen van het IOC meer dan 12 miljard interacties geweest. De Turkse pistoolschutter Yusuf Dikec werd een online sensatie door met een hand in zijn broekzak zilver te winnen, de Franse polsstokspringer Anthony Ammirati omdat hij met zijn geslachtsdeel de dwarslat eraf tikte. Volgens het IOC heeft meer dan de helft van de wereldbevolking deze Spelen op een of andere manier gevolgd.
Ook op andere vlakken waren dit vooruitstrevende Spelen. Er deden meer vrouwelijke sporters mee dan ooit, al waren de mannen nog altijd in de meerderheid. Door de Franse organisatie werd voor het eerst een serieuze poging gedaan duurzamer te zijn, met onder meer de bouw van tijdelijke stadions en de aanleg van een olympisch dorp zonder airconditioning. Dat laatste bleek een stap te ver; meerdere landen, waaronder Nederland, besloten hun eigen airco’s mee te nemen.
Op de velden en in de stadions leek er net zo goed iets veranderd te zijn. Met meer respect dan ooit gingen sporters met elkaar om. De Amerikaanse turnsters Simone Biles (zilver) en Jordan Chiles (brons) bogen diep voor de nieuwe olympisch kampioene op de vloer, Rebeca Andrade uit Brazilië, op het eerste turnpodium dat geheel uit zwarte vrouwen bestond. „Ze verdiende het”, was de simpele uitleg van Biles. Later moest Chiles het brons inleveren vanwege een teruggedraaide jurybeslissing.
Een van de zeldzame keren dat het wel knetterde, tijdens de finale in het beachvolleybal tussen een Canadees en Braziliaans duo, zette de stadion-dj snel ‘Imagine’ van John Lennon op. Glimlach bij de speelsters, applaus van het meezingende publiek, ijs gebroken. Dat vatte de sfeer van deze Spelen goed samen. Alleen de Duitse hockeyers zullen niet zo snel meer vrienden worden met Duco Telgenkamp, die na zijn winnende shoot-out in de hockeyfinale de Duitse keeper treiterde.
De Spelen waren, kortom, een succes, maar ze waren niet vlekkeloos. Over de wedstrijden in de Seine – voor de triatlon en het openwaterzwemmen – was veel te doen vanwege de waterkwaliteit; meerdere races en trainingen werden uitgesteld of afgezegd. Uiteindelijk gingen de wedstrijden toch door en sprongen sporters de rivier in met de Eiffeltoren op de achtergrond. Naderhand bleken sporters ziek te zijn geworden door de poepbacterie E. coli. Het verlangen naar mooie plaatjes won het van de gezondheid van de sporters.
Het IOC bleek niet in staat een aantal smetjes te voorkomen. Beachvolleyballer Steven van de Velde kreeg vanwege zijn verleden als veroordeelde zedendelinquent de schijnwerpers van de buitenlandse media op zich gericht. Sportkoepel NOC-NSF en het IOC schaarden zich achter zijn deelname, maar niet van harte. De aanhoudende media-aandacht had effect: Van de Velde werd met elke wedstrijd meer uitgejouwd. Nadat hij en zijn partner Matthew Immers in de achtste finale waren uitgeschakeld, vloeiden er tranen. Volgens Immers was het vanwege alle negatieve aandacht een zwaar toernooi.
Bij het boksen ontstond een heftige genderdiscussie. Tijdens haar wedstrijd tegen Imane Khelif uit Algerije gaf de Italiaanse Angela Carini op na 46 seconden en een paar rake klappen. Achteraf zei Carini dat het gevecht niet eerlijk was; een beladen opmerking omdat Khelif eerder door de van corruptie beschuldigde mondiale boksbond IBA was gediskwalificeerd omdat ze niet had voldaan aan een ‘erkende’ test. Volgens het IOC is ze gewoon een vrouw en mocht ze dus meedoen, maar de Algerijnse werd het mikpunt van haat op sociale media. Des te knapper dat ze haar toernooi met goud wist af te sluiten.
Zo was er meer: de Chinese zwemmers, die twaalf medailles wonnen (twee goud), werden genegeerd door hun tegenstanders vanwege dopingverdenkingen. Een Afghaanse vrouwelijke breakdancer, die door de aan de macht zijnde Taliban niet erkend wordt en daardoor gedwongen meedeed met het vluchtelingenteam van het IOC, onthulde tijdens haar wedstrijd een cape met de tekst ‘Free Afghan Women’. Ze werd prompt gediskwalificeerd omdat het uiten van een politieke boodschap op de Spelen niet mag.
Nederland zesde
Voor Nederland waren het zeer succesvolle Spelen, met een recordoogst van vijftien gouden medailles op een totaal van 34 totaal, goed voor de zesde plek in het medailleklassement. De roeiers maakten hun favorietenrol waar, net als een aantal van de zeilers en baanwielrenner Harrie Lavreysen. De hockeyteams werden voor het eerst op hetzelfde toernooi olympisch kampioen. De grootste verrassing kwam in het 3×3 basketbal, waar Nederland goud pakte dankzij een nu al iconische winnende tweepunter van Worthy de Jong. En Sifan Hassan schreef geschiedenis, door als eerste vrouw op één Spelen zowel op de baan (brons op de 5.000 en 10.000 meter) als op de weg (goud op de marathon) medailles te winnen.
Daarentegen vielen de handbalsters tegen en konden de wegwielrenners de verwachtingen niet waarmaken. Femke Bol, toch het gezicht van TeamNL deze Spelen, zal met teleurstelling terugkijken op haar finale op de 400 meter horden. Ze liet haar klasse wel zien in de estafettes, waar ze goud (4×400 meter gemengd) en zilver (4×400 meter vrouwen) veroverde. Leden van het nieuwe kabinet juichten vrolijk mee in de Franse stadions, hoewel hun plannen zullen leiden tot bezuinigingen van jaarlijks 45 miljoen euro in de sport.
Politiek bleek ook bij deze Spelen niet buiten de deur te houden, hoe graag het IOC dat ook wil. Na de openingsceremonie volgde er kritiek vanuit de (extreem)rechts-conservatieve hoeken van de wereld, die er een geheime woke agenda in zagen. De Italiaanse premier Giorgia Meloni steunde haar landgenote Carini in dat de bokswedstrijd tegen Khelif geen eerlijke was. Het Palestijnse NOC vroeg zich af waarom Israël wel, en Rusland niet welkom was in Parijs. Tegenover het TeamNL-huis, de Nederlandse carnavalstent in Parijs, stond in het Oekraïne-huis: een gebombardeerde tribune ter herinnering aan de oorlog in het land die tijdens de Spelen geen pauze nam.
In die context was het compliment dat president Bach gaf aan zijn eigen IOC en de Franse organisatie wrang: „We moesten door de verdeeldheid van deze ingewikkelde situaties navigeren zonder ons naar de een of de andere kant te laten trekken. Dat is ons gelukt, we hebben alle sporters kunnen verenigen.” Zo toont het IOC zich graag: als grote promotor van vrede, al reikt haar invloed slechts tot de poorten van het olympisch dorp.
Zowaar toonde Bach in de persconferentie, zijn laatste op een Olympische Spelen omdat zijn tweede en laatste termijn in 2025 afloopt, enige realiteitszin: „Wij hopen met onze cultuur van vrede de wereld te hebben geïnspireerd, maar we kunnen geen vrede creëren.” Daarmee sloeg hij de spijker op zijn kop: sport bleek de afgelopen twee weken een ideaal vehikel voor escapisme in een onveilige wereld. Maar zoals dat altijd gaat met een droom; op een gegeven moment word je ook weer wakker.