Ik denk dat niemand Rick Nieman heeft uitgelegd dat hij WNL op Zondag presenteert. Iemand is een experiment à la The Truman Show met hem aangegaan, waarbij die arme man elke zondag gewoon een fijn onderonsje met VVD-vrienden denkt te hebben, terwijl heimelijk de camera’s draaien. Ja: dat is wat ik denk.
Vergezocht? Misschien. Maar ik weiger te geloven dat iemand die zich ervan bewust is dat hij politici en invloedrijke zakenmensen interviewt, zich zo zeldzaam onderdanig opstelt als Rick Nieman. Zondag vormde in dat opzicht een nieuw dieptepunt. Onder meer minister van Financiën Eelco Heinen en Tata Steel-ceo Hans van den Berg waren te gast in de studio. Met die eerste keek Nieman naar een korte compilatie van klachten van andere regeringspartijen, die meenden dat de VVD-minister de hand te veel op de knip houdt, of zelfs het land kapot dreigt te bezuinigen.
„Even voor de goede orde”, zei Nieman, plaatsvervangend verontwaardigd: „Dit zijn uw coalitiegenoten, hè!” „Ja! En ik zou zeggen: je kan me ook bellen”, zei Heinen. „Kijken we hier dan naar politiek, met andere woorden? Een beetje campagne-achtige politiek?”, vroeg Nieman. „Dat iedereen via de media z’n boodschap verspreidt, terwijl u zegt: we zouden ook gewoon koffie kunnen drinken, dan komen we er misschien wel uit?” Een antwoord was haast niet meer nodig.
Hee, en die Omtzigt – die beweerde nu dus dat er jaarlijks geld overbleef. Klopte dat? Nee, dat lag genuanceerder. Prima. Volgende vraag: „Omtzigt liep weg van de onderhandelingen over het hoofdlijnenakkoord een tijdje terug, omdat hij vond dat er niet genoeg op de overheidsbezuiningen werd gelet… ik zie al een klein glimlachje om uw mond”, zei Nieman, die zelf meegrijnsde. „En nu zegt hij ineens: ‘We houden heel veel geld over’! Naar welke Omtzigt moeten we nou luisteren, denkt u?” Tsjah, dat vond Heinen ook wel een beetje dubbel. Hij probeerde nu in ieder geval „de rust te bewaren”. Even later kopte de site van WNL: „Minister van Financiën Eelco Heinen: ‘Kapot bezuinigen wil niemand”. Vo!
Waar het kabinet wel op wil bezuinigen, is de overheid, vervolgde Nieman. Dat gaf hem mooi de gelegenheid om een filmpje te laten zien dat de Argentijnse president Javier Milei (die van de kettingzaag) opnam in zijn verkiezingscampagne. Daarin rukt hij woest briefjes van een prikbord. Op ieder briefje staat een ministerie dat hij wil opheffen. Het ministerie van Cultuur? „Weg!” Milieu? „Weg!” Onderwijs? „Indoctrinatie! Weg ermee!” „Ohh!”, deed Nieman. „Droomt u daar ook wel eens van, om voor zo’n bord te staan en te zeggen: daar kunnen we best zonder, al die gekkigheid?” Nou, vond Heinen, die Argentijnse overheid was ook veel te groot geweest, dus de kettingzaagpresident had best een punt. „En het gaat redelijk goed”, zei Nieman. Hoewel – „Er komen ook een hoop mensen in armoede terecht in Argentinië, wat natuurlijk helemaal niet de bedoeling is.” Maar goed: wie zou Heinen allemaal willen wegbezuinigen?
Om het nare gevoel weg te spoelen keek ik ’s avonds naar The Floor (RTL), een spelshow waarin deelnemers moeten bepalen welke stelling correct is. De stellingen staan geschreven op vakjes in de vloer. Springen ze in het verkeerde vakje, dan zakken ze door de vloer. Maar zelfs de gilletjes van vallende kandidaten boden weinig afleiding meer. Mijn gedachtes dwaalden telkens weer af naar Rick Nieman en zijn interview met de Tata Steel-ceo. Dat gesprek was hij als volgt begonnen: „We gaan het zo over alle maatschappelijke kritiek hebben, maar… het lijkt me zo cóól om door die fabriek te lopen en dat smeltende, kolkende staal te zien!”
Vertel Nieman maar niet dat de camera’s al die tijd draaiden. Als ik hem was, liet ik spontaan een luikje onder me opengaan. Door de vloer gezakt van schaamte.