Tv-recensie | Veel kletsen en een cacaoritueel in het woonprogramma van de VPRO

Woningnood in Nederland, dus wordt er stevig geklust en naar huizen gezocht op televisie. Iedere zender heeft wel een woonprogramma. Maandag waren er vier. De rusteloze Meilandjes, die al heel wat verhuisd en verbouwd hebben, hebben het dit keer makkelijk: ze hoeven er in Chateau Meiland En Route (SBS6) alleen een vakantiehuis voor Martien bij. Met een camper rijden de reality-veteranen door België en Frankrijk om huizen te bezichtigen.

Vader Martien blijft de grote attractie – een wonderlijke man die onderworpen is aan allerlei angsten en stemmingswisselingen. Zo kan hij plots gaan gillen. Voor reizen en kamperen lijkt hij eigenlijk te gevoelig, dus dat is leuk om te zien.

De dagelijkse realitysoap Een Eigen Huis (Net5) vermengt een woonprogramma met een afvalwedstrijd als Utopia. Zes stellen verbouwen samen een vervallen villa op de Veluwe. Iedere week stemmen ze één deelnemer weg, tot er eentje overblijft. Die mag vijf jaar gratis in het huis wonen. Het programma is gebouwd rond zanger René Froger en zijn vrouw Natasja, maar die laten zich niet veel zien.

De wedstrijd overschaduwt het samen bouwen: Een Eigen Huis gaat vooral over ruzies, roddelen, het slechtste in elkaar naar boven halen – wat tegenwoordig weinig kijkers nog leuk vinden om te zien. Centraal in de slangenkuil staat het vrouwenverbond K3 (Kaylee, Kisha en Kelly). Kaylee voert helemaal niets uit, ze haalt steeds haar man erbij om haar klussen te doen. Toch lijkt haar positie niet ter discussie te staan. Ze droomt er openlijk van om straks als K1 over te blijven.

Experimenteel dorpje

Zelfs de VPRO heeft een woonprogramma. Regisseur Martijn Kieft en researcher Hellen van Schelven volgden voor Droomdorp vier jaar lang het ontstaan van de woongemeenschap ’t Eemgoed in Almere. Daar hebben 82 gezinnen samen een experimenteel dorpje neergezet, met moestuinen eromheen, in de hoop duurzaam en in harmonie te kunnen leven.

De bewoners zijn goeddeels hoogopgeleide stedelingen die een droom van een dorpsgemeenschap willen verwezenlijken zonder eigenlijk te weten wat een dorp is, of wat buiten wonen betekent. Als de bewonersraad praat over de structurele onderbezetting van de tuinploeg, zie je op de achtergrond een bezorgwagentje van PicNic langs rijden.

Wonen in ’t Eemgoed kost veel moeite, zo stelt de optimistische verbinder Yenni. Niets is vanzelfsprekend. Maar dat is niet per se slecht, vindt ze. Je woont intensiever, bewuster. Net als K3 in Een Eigen Huis beseft ze dat het project op een sterke buurvrouwenband moet drijven. Alleen kun je uit Droomdorp niet worden weggestemd. Yenni houdt met de buurvrouwen ter verbinding een cacao-ritueel in een indianentent.

Geestig aan Droomdorp is dat de bewoners vergelijkbare problemen hebben als andere deelnemers van woonprogramma’s, maar dat de VPRO-types toch net even anders reageren. Ook hier is overal onenigheid over. Maar het bespiegelend vermogen is groot dus wordt er ein-de-loos vergaderd en tegen de camera gekletst, waarna de commentaarstem nog eens ten overvloede navertelt wat allang duidelijk was.

Ondanks alle tegenslagen en gefnuikte verwachtingen blijkt in de slotaflevering dat de meeste ondervraagden wel degelijk gelukkig zijn over hun nieuwe bestaan in de polder. Alleen Marianne gaat toch liever naar de Albert Heijn dan dat ze iets uit de tuin haalt. Op het laatst zien we haar een te-koop-bord voor haar huis zetten: „Ja het is hier prachtig hoor, ik zie die roofvogels ook op het hekje zitten, ik weet het allemaal. Maar ik word gelukkig van een Hema.”