N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Lees-, kijk- en luistertips van onze redacteuren bij het nieuws. Deze week: expositie over Antoni van Leeuwenhoek en zijn microscopen.
Bij binnenkomst volgt meteen een plons in het Berkelse Meer. Daarin zag Antoni van Leeuwenhoek tijdens een boottochtje wonderlijke groene wolken drijven. Hij nam een monster en deed een geweldige ontdekking: water bevat kleine diertgens! Eencelligen of bacteriën heten de diertgens tegenwoordig, ze waren de belangrijkste vondst van Van Leeuwenhoek.
De microscopenmaker uit Delft (1632-1723) maakte honderden expemplaren van zijn microscoopjes, elk preparaat kreeg een microscoop. Slechts elf stuks zijn bewaard gebleven. Vier daarvan zijn in het bezit van Rijksmuseum Boerhaave in Leiden en dus grijpt het museum zijn 300ste sterfdag aan voor een tentoonstelling over Van Leeuwenhoek en de microscoop.
Van Leeuwenhoek verdiende zijn geld als landmeter, lakenhandelaar en curator. Wetenschap deed hij daarnaast. Op zijn persoonlijk leven gaat de tentoonstelling niet uitgebreid in. Wel opvallend is dat zijn zus, dochter en vrouw als belangrijke krachten worden genoemd. Zonder hun hulp had Van Leeuwenhoek vermoedelijk nooit zoveel bereikt.
In brieven aan de Royal Society in Londen deed Van Leeuwenhoek verslag van wat hij door de microscoop zag. Fragmenten hieruit zijn vertaald naar hedendaags Nederlands, en door André Kuipers voorgelezen te beluisteren. In deze vorm komt goed naar voren hoe ‘gewoon’ Van Leeuwenhoek was, en hoe knap het was dat hij de biologie zo op zijn kop zette. Hij beschrijft volstrekt nieuwe zaken in treffende vergelijkingen met wat alom bekend was („De kop heeft wel wat weg van die van een schildpad”).
Razend bijzonder
Dat de microscoopjes – ze zijn echt heel klein – razend bijzonder zijn blijkt wel uit een vitrine vol microscopen van andere makers die tussen 1700 en 1850 zijn gefabriceerd. Van links naar rechts loopt de mate van vergroting die ze bieden op. Uiterst rechts staat een in 2015 ontdekt exemplaar van Van Leeuwenhoek, dat maar liefst 248 keer vergroot.
Visueel beperkte bezoekers hebben weinig aan zo’n vitrine. Aan andere onderdelen is – in overleg met ervaringsdeskundigen – juist extra aandacht besteed om ze inzichtelijk te maken voor slechtzienden, zoals een ‘voel-exemplaar’ van het microscoopje en reliëf-afbeeldingen van wat Van Leeuwenhoek liet tekenen.
Boerhaave doet ook onderzoek naar de microscoopjes, want Van Leeuwenhoek deed geheimzinnig over ze en ze zijn nog steeds deels onbegrepen. Zo is in 2018 in samenwerking met de TU Delft ontdekt dat de sterkste lensjes bestaan uit bolletjes gesmolten glas. In een video is te zien hoe Van Leeuwenhoek heeft moeten zitten prutsen met glas en een hete vlam om de bolletjes te maken.
Prutsend en turend werd Van Leeuwenhoek de grondlegger van de microbiolgie. Nu is micro zo spannend niet meer, de toekomst is nano, laat de laatste ruimte met een blik op de modernste (gigantische!) microscopen zien. Ook die staan in Leiden, niet in Boerhaave maar bij de universiteit.