Trump voert de AI-wedloop met China op, maar dat kan ook zijn eigen techsector raken

De regering-Trump knijpt de ontwikkeling van Chinese chips af met een nieuwe maatregel: Chinese bedrijven krijgen geen toegang meer tot het gespecialiseerde tekengereedschap dat nodig is om geavanceerde halfgeleiders te ontwerpen.

De drie belangrijkste leveranciers van zulke ontwerpsoftware voor chips kregen deze week per brief te horen dat voor de export van hun producten voortaan een exportvergunning nodig is. In de praktijk komt dat vaak neer op een verbod. Het gaat om twee Amerikaanse firma’s (Synopsis en Cadence) en een dochterbedrijf van het Duitse Siemens AG. Zij hebben Chinese klanten al afgesneden van downloads en updates, meldde persbureau Reuters.

Deze maatregel volgt op een serie andere beperkingen, zoals het weren van Chinese studenten in de VS en exportverboden voor Nvidia, het meest waardevolle chipbedrijf ter wereld. Afgelopen jaren legde Nederland, onder druk van Washington, exportrestricties op aan ASML en ASM International. Er zijn plannen om meer Chinese bedrijven op een verboden lijst te plaatsen, maar de VS wachten daarmee om de moeizame handelsbesprekingen met China niet verder te frustreren.

Naast een techoorlog moeten China en de VS ook nog hun conflict over handel bijleggen. In mei werd een tijdelijk bestand getroffen tijdens overleg in Genève.

Foto Keystone/EDA/Martial Trezzini/Handout via REUTERS

Studenten

Dat weerhoudt buitenlandminister Marco Rubio er niet van om van leer te trekken tegen Chinese studenten in de VS. Hij meldde op sociale media dat hij hun visa „agressief” gaat intrekken. Rubio mikt onder meer op studenten die zich in kritische technologie willen verdiepen, om zo spionage en lekken van kennis tegen te gaan. Van de ruim 1 miljoen buitenlandse studenten in de VS heeft ongeveer een kwart de Chinese nationaliteit.

De VS beschouwen suprematie in kunstmatige intelligentie (AI) als een zaak van nationale veiligheid, omdat de techniek ook in militaire toepassingen kan belanden. In een eventueel conflict met China kan dat doorslaggevend zijn. Al ging de afgelopen maanden alle aandacht naar de handelsoorlog, de strijd om technologische dominantie gaat gewoon door.

De Amerikaanse technologiebedrijven die AI ontwikkelen zijn echter erg afhankelijk van Chinese werknemers. Jensen Huang, topman van AI-gigant Nvidia, benadrukte in recente interviews hoe „buitengewoon goed” de AI-experts met een Chinese achtergrond zijn. Voor Amerikaanse AI-bedrijven in Silicon Valley, zoals OpenAI en Anthropic, zijn ze onmisbaar.

DeepSeek

Het bewijs leverde China zelf: daar wisten ontwikkelaars met beperkte middelen het inventieve AI-model DeepSeek te bouwen, dat in januari als een Chinees alternatief voor ChatGPT werd geïntroduceerd. Chinese techreuzen als Tencent, Baidu en Bytedance gebruiken DeepSeek inmiddels in hun producten en steken veel geld in het ontwikkelen van eigen concurrenten.

Door het hernieuwde optimisme in de AI-sector in hun geboorteland, kiezen meer Chinese AI-talenten ervoor om in China te blijven of terug te keren. Daardoor kan de toevoer van AI-kennis in Silicon Valley opdrogen; de VS leunen voor een groot deel op buitenlandse expertise, ook uit India. Restricties voor studenten en bezuinigingen op onderzoeksbudgetten maken vestiging in de VS echter minder aantrekkelijker. Het is ook nog niet duidelijk wat Trump gaat doen met het stimuleringsprogramma’s van zijn voorganger Biden, de U.S. Chips Act.


Lees ook

Toen de oprichter van DeepSeek jaren geleden chips inkocht nam niemand hem serieus. Nu is hij in China de nationale trots

DeepSeek-oprichter Liang Wenfeng (rechts) vorige week tijdens een symposium in Beijing.

China ligt maar een klein eindje achter op Amerikaanse AI-technologie, stelde Nvidia-topman Huang tijdens een recente techconferentie. „Van alle AI-onderzoekers ter wereld woont de helft in China. De technologie die daar wint, wint wereldwijd.” Nvidia is bang dat China ook een alternatief ontwikkelt voor CUDA, een besturingssysteem dat Nvidia bij zijn chips levert en nu de wereldwijde standaard is voor AI-ontwikkeling.

In tegenstelling tot andere Amerikaanse topmannen, die Trumps reactie vrezen, geeft Huang openlijk kritiek op de strengere exportmaatregelen. Als marktleider in AI-chips en oprichter van een bedrijf met een beurswaarde van 3.300 miljard dollar kan hij zich dit veroorloven. Bovendien belooft Nvidia mee te investeren in Amerikaanse fabrieken die computers voor AI-datacenters gaan maken, bij elkaar een project van 500 miljard dollar.

Nvidia verloor echter miljarden omdat de regering-Trump onverwacht de uitvoer van minder geavanceerde AI-chips naar China verbood. „Zonder Amerikaanse concurrentie worden de Chinese chipfabrikanten sterker en dat verzwakt de positie van de VS. De exportrestricties jagen het innovatietempo van China juist op”, zei Huang tijdens de presentatie van de laatste kwartaalcijfers.

Zelfstandig

Een recent rapport van zakenbank Morgan Stanley gaat ervan uit dat China een ‘AI-leider’ wordt. Dat is te danken aan grote overheidssubsidies voor een zelfstandige chipindustrie en voldoende energie (van reeds geplande kerncentrales) om chipfabrieken en AI-datacenters te laten draaien. Met 1,4 miljard inwoners heeft China toegang tot grote hoeveelheden data om AI-modellen te trainen. De helft van de AI-patenten komt uit China, volgens de zakenbank.

Halfgeleider-chips op de printplaat van een computer.

Foto Florence Lo/Reuters

Een van de meer effectieve exportbeperkingen is de restrictie van de geavanceerde chipmachines van ASML, die met extreem ultraviolet licht (EUV) werken. Daardoor moet China improviseren met oudere productietechnologie. Toch slagen Chinese chipfabrikanten erin om capabele AI-processors te maken. Weliswaar verbruiken ze meer stroom en zijn ze wat minder snel, maar knoop je er genoeg aan elkaar dan levert dat voldoende rekenkracht op om AI-modellen te ontwikkelen.

Huawei, het grootste techbedrijf van China, ontwikkelt eigen productielijnen waar louter Chinese chipapparatuur staat. Voor veel van de gespecialiseerde gereedschappen is al een Chinees alternatief. Het is de bedoeling dat ook ASML-machines vervangen worden, al ligt de lokale producent, SMEE, in technologisch opzicht nog op achterstand.

Met veel staatssteun knipt China zichzelf los van westerse technologie om te voorkomen dat nieuwe exportrestricties het land afremmen. Huawei, al jaren het mikpunt van de VS, zag de bui al hangen en investeert sinds 2020 in nieuwe ontwerpsoftware. Die kan nu nog niet de allerkleinste details van een halfgeleider verwerken – op moderne chips zitten tientallen miljarden schakelaars op maar een paar nanometers (miljoenste van een millimeter) uit elkaar. Maar met de rug tegen de muur, zonder toegang tot westerse alternatieven, moet de Chinese chipindustrie wel kiezen voor eigen producten en innoveren. De oplaaiende techoorlog versnelt dat proces.