N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Transitie Bedrijven die nu veel energie gebruiken hoeven niet te rekenen op staatssteun om de overstap naar duurzamere productie te bekostigen. Dat schrijft de waarnemend secretaris-generaal van Economische Zaken en Klimaat.

Foto Arie Kievit/HH/ANP
Energie-intensieve bedrijven in Nederland moeten bij omschakeling naar een klimaatvriendelijkere en duurzamere manier van produceren in principe niet op steun rekenen van de overheid. Dat schrijft waarnemend secretaris-generaal Gerdine Keijzer-Baldé van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat in het economenblad ESB.
Keijzer-Baldé zegt daarin dat het „niet vanzelfsprekend” is dat de overheid de bedrijven helpt bij hun ‘transitie’, die mede noodzakelijk is om klimaatverandering tegen te gaan maar ook extra urgent is geworden omdat de energieprijzen naar verwachting „structureel” hoog blijven. Bedrijven zullen zichzelf opnieuw moeten „uitvinden” en dat in principe zelf bekostigen, aldus Keijzer-Baldé. Het gaat om onder andere bedrijven in de glastuinbouw, de papierindustrie, de chemische sector en de metaalindustrie.
Staatssteun
Traditiegetrouw schrijft de secretaris-generaal van Economische Zaken elk jaar een nieuwjaarsbijdrage voor ESB, waarin belangrijke en soms nieuwe beleidsposities uiteen worden gezet. Dit jaar grijpt de waarnemend secretaris-generaal de bijdrage aan om duidelijk te maken dat het aan energie-intensieve bedrijven zelf is om de transitie te maken. Dat is opvallend, omdat Micky Adriaansens (VVD), de minister van hetzelfde departement, op dit moment „maatwerkafspraken” probeert te maken met grote uitstoters – met ruimte voor staatssteun.
De opvatting van de secretaris-generaal contrasteert ook met eerdere voor bedrijven woelige periodes, waarin overheidssteun juist wel royaal werd verleend – bijvoorbeeld tijdens de coronacrisis. Volgens Keijzer-Baldé kan de overheid echter niet oneindig financiële steun blijven bieden, en de coronacrisis was van een andere aard. Tijdens die crisis dwong de overheid bedrijven de deuren tijdelijk te sluiten. Dat gebeurt nu niet. Financiële steun bij hoge energieprijzen zou bovendien de prikkel om te verduurzamen juist wegnemen.
Opinie: Hou zware industrie juist hier – maar ze moet wel schoner
Goedkoop gas
De noodzaak voor de transitie is groot, benadrukt Keijzer-Baldé. Jarenlang hebben Nederlandse energie-intensieve bedrijven veel voordeel gehad van gas dat in Nederland zeer goedkoop was, dankzij de eigen grote voorraden (in Groningen bijvoorbeeld). Maar nu is dat tijdperk voorbij. In Groningen wordt de gaswinning in principe beëindigd en alternatief gas is duur en schaars.
Keijzer-Baldé schrijft dat Nederlandse bedrijven te lang geleund hebben op goedkoop gas, ook toen duidelijk werd dat dit tijdperk ten einde liep. Nu moeten ze zich alsnog snel aanpassen. Keijzer-Baldé heeft het over een complete „herstructurering” van de Nederlandse industrie.
Uitzonderingen blijven mogelijk, benadrukt de waarnemend secretaris-generaal, bijvoorbeeld als een bedrijf van belang is voor de „strategische autonomie” van Nederland. En de overheid wil wel geld steken in het beschikbaar maken van bijvoorbeeld infrastructuur die van belang is voor de toekomstige, schonere industrie, zoals waterstofnetwerken.
