Is het toeval dat we elkaar ontmoeten op de Amsterdamse Plantage Muidergracht, uitgerekend voor de deur van het voormalige universiteitsgebouw waar de 20ste-eeuwse ‘toevalsontkenner’ Albert Einstein nog heeft lesgegeven? Of is het slechts de statistisch voorspelbare uitkomst van een worp met een digitale dobbelsteen?
Filosoof en schrijver Jeroen Hopster (1987) had van tevoren diverse opties gegeven voor interviewlocaties, de online nummergenerator deed de rest. In die zin is het dus geen coïncidentie – een ongepland samenvallen van gebeurtenissen dat als opzienbarend of betekenisvol wordt ervaren. Wel is er sprake van contingentie: het resultaat had met gemak anders kunnen uitvallen. En is het ook puur probabilistisch toeval, dat slechts op basis van kansen kan worden verklaard? „Die nummergenerator genereert pseudo-willekeur, geen pure willekeur”, zegt Hopster. „Einstein zelf zou het hoe dan ook niet als bewijs accepteren: hij ontkende het bestaan van willekeur.”
Over al die verschillende verschijningsvormen van toeval (en de implicaties ervan) heeft Hopster een fascinerend, veelzijdig boek geschreven: Toeval – een onvoorziene filosofie. Aan de hand van talloze voorbeelden laat hij zien hoe Vrouwe Fortuna een rol speelt in onder meer klimaatwetenschap, evolutiegeschiedenis, rechtspraak en medisch onderzoek.
Zelf doet Hopster nu met een Veni-beurs aan de Universiteit Utrecht onderzoek naar de ethische kant van de klimaattransitie. Ook is hij verbonden aan een groot NWO-programma dat zich bezighoudt met de ethiek van ‘sociaal ontwrichtende technologieën’. „Ook daarin speelt toeval een interessante rol.”
Met nieuwe technologieën proberen mensen allerlei zaken beheersbaar te maken
In welke zin?
„Met nieuwe technologieën proberen mensen allerlei zaken beheersbaar te maken. Denk aan AI, maar ook aan de crispr-cas-technologie, waarmee dna kan worden veranderd, of solar radiation management, waarbij de inkomende hoeveelheid zonlicht bijvoorbeeld zou kunnen worden gedempt door het inspuiten van aerosolen in de atmosfeer – volgens sommigen een laatste redmiddel tegen de klimaatopwarming.
„Met dat streven naar controle proberen we het toevallige, dat wat aan menselijke beheersing ontsnapt, de kop in te drukken. Maar tevergeefs. Het dilemma van Collingridge laat dat mooi zien. Bij de ontwikkeling van nieuwe technologie staan we als maatschappij voor de keuze: óf we grijpen vroeg in, wanneer de technologie nog ‘kneedbaar’ is maar we ook nog niet goed weten wat we er allemaal mee kunnen, óf we laten het op z’n beloop waardoor we de voordelen en keerzijden helder zien maar niet zomaar kunnen terugdraaien. Daarbij staan twee vormen van toeval tegenover elkaar: onwetendheid versus oncontroleerbaarheid.”
In je boek schrijf je ook over het ‘klimaatcasino’. Wat bedoel je daarmee?
„Klimaatverandering is zeker geen kwestie van louter toeval – menselijk handelen speelt een cruciale rol en een opwarming van enkele graden zal wereldwijd ingrijpende gevolgen hebben. Maar op welke temperatuurstijging we precies uitkomen kunnen we nu nog niet voorspellen. Dat is een combinatie van beleid én van onvoorziene factoren.
„Onderzoekers van de MIT-universiteit in Boston hebben dat al in 2001 heel beeldend laten zien in een risicoanalyse, in de vorm van twee roulettewielen. Op het ene wiel lopen de waarden uiteen tussen de 1 en 4 graden Celsius opwarming, op het andere stijgen ze van 3 graden tot meer dan 7 graden Celsius. Met onze huidige kennis zouden we die marges wat naar beneden bijstellen, maar het gedachte-experiment blijft actueel. Waar het wiel precies stopt, weten we niet. Maar we kunnen door ons beleid wél bepalen aan welk van de twee wielen we draaien.”
We laten ons soms door toeval misleiden, we denken dat iets doodnormaals heel bijzonder is
Vanaf de Plantage Muidergracht wandelen we naar een van de andere locaties die Hopster had voorgesteld: het Groote Museum bij Artis, dat in het teken staat van evolutie. „Mijn interesse in toeval is grotendeels aangewakkerd door paleontoloog en schrijver Stephen Jay Gould, die het principe van evolutionaire contingentie als eerste heeft gemunt. Het evolutieproces heeft een onvoorspelbaar en opportunistisch karakter: nieuwe kansen dienen zich onverhoopt aan, in een complex samenspel van gebeurtenissen. Dat de vroege mens zijn vacht verloor om af te koelen na de jacht, betekende dat jonge kinderen zich er niet aan konden vastgrijpen. Vervolgens kreeg de gemeenschap een grotere rol in de opvoeding en dat droeg weer bij aan de sociale ontwikkeling.”
En ook de evolutietheorie zelf had er heel anders uit kunnen zien, benadrukt hij. „Darwin was bijna níét meegevaren met de Beagle: zijn vader ontraadde het hem. Zonder Darwin was een vergelijkbare evolutietheorie zonder meer uitgedacht. Zo kwam ook zijn tijdgenoot Alfred Russell Wallace op dat spoor. Maar de precieze invulling van de theorie was anders geweest. Zo stond Wallace kritisch tegenover Darwins gebruik van de term natuurlijke selectie.”
Op het terras neemt de serveerster onze bestellingen op; Hopster bestelt een verse muntthee.
Wat toevallig – ik wilde óók net muntthee bestellen!
Lachend: „Ja, je zou dat coïncidentie kunnen noemen, al is het ook weer niet heel opzienbarend. Stel dat er maar drie drankjes op de menukaart staan, of dat wij allebei niet van koffie houden, dan wordt het meteen een stuk minder toevallig. Bovendien vinden dergelijke ‘kleine’ toevalligheden voortdurend plaats. Daarin schuilt ook een gevaar van onze kijk op toeval: we laten er ons soms door misleiden, we denken dat iets doodnormaals heel bijzonder is. De Oostenrijkse bioloog Paul Kammerer bedacht ruim een eeuw geleden het principe van serialiteit, dat beoogt te verklaren hoe gelijkende gebeurtenissen elkaar opvolgen, ook al houden ze geen oorzakelijk verband. Denk aan twee vrouwen die toevallig allebei een rode jurk dragen, of wij tweeën met onze muntthee. Vormen van dom toeval, zou je kunnen zeggen, en statistisch heel goed te verklaren. Maar die statistische blik was Kammerer vreemd. Hij liet zich door het toeval in de luren leggen.”
Toeval kent vele verschijningsvormen, in de geschiedenis, de wetenschap en het dagelijks leven
We moeten het toeval dus niet te groot maken?
„Dat klopt, maar ook zeker niet te klein. Juist door ervoor open te staan, zijn binnen de wetenschap soms grote nieuwe ontdekkingen gedaan. Denk aan bacterioloog Alexander Fleming, die penicilline ontdekte nadat er per ongeluk een schimmel op zijn petrischaaltje was beland, die de bacteriegroei stopte. Zijn vakgenoot Louis Pasteur stelde driekwart eeuw daarvoor al: ‘In het veld van de observatie begunstigt het toeval slechts voorbereide geesten.’ Veel wetenschappelijke ontdekkingen vinden plaats volgens het principe van serendipiteit, dus als ongezochte vondst.
„Ook in de rechtspraak is het belangrijk om de rol van het toeval op waarde te schatten. Neem de zaak tegen verpleegster Lucia de Berk. Tijdens haar diensten vonden naar verhouding veel overlijdens en reanimaties plaats, en daaraan werd zij schuldig bevonden. Een statistische expert rekende voor dat de kans dat De Berk toevallig tijdens al die incidenten dienst had klein was. Maar dat betekende nog niet dat ze schuldig was. Extreem onwaarschijnlijke gebeurtenissen vinden wel vaker plaats.”
Had Einstein ongelijk? Is de wereld in essentie toevallig?
„Volgens de kwantummechanica wel, althans volgens dominante interpretaties. Maar een nog wezenlijker inzicht is dat het bestaan van toeval niet volledig afhangt van de kwantummechanica. Toeval kent vele verschijningsvormen, in de geschiedenis, de wetenschap en het dagelijks leven. We proberen het te beheersen, maar ook te bespelen, er ons voordeel mee te doen. Zoals Francis Bacon opmerkte: ‘Als een mens scherp en aandachtig kijkt, zal hij Fortuna zien; want hoewel ze blind is, is ze niet onzichtbaar.”