Tinder wil zich inzetten tegen seksueel geweld

Alle Nederlandse Tindergebruikers krijgen tijdens het swipen langs mogelijke dates informatie over het Centrum Seksueel Geweld.

Interview

Iva Bicanic, directeur CSG & Ben Puygrenier, Tinder Nederland | Een Tinderdate kan uitlopen op seksueel geweld. Daarom gaat de datingapp – ter preventie – samenwerken met het Centrum Seksueel Geweld. Onder meer krijgen gebruikers informatie over waar ze terechtkunnen als ze te maken hebben gehad met verkrachting of aanranding.

Het kan zomaar omslaan. Twee mensen hebben leuk contact via datingapp Tinder en leren elkaar vervolgens kennen in het echt. Maar dan slaat het portier van een auto dicht of gaat een slaapkamerdeur op slot. Of verandert iemands stem ineens.

Slachtoffer worden van aanranding of verkrachting na een date. Het gebeurt vaak. Zo’n 30 procent van alle zedendelicten waarmee het Centrum Seksueel Geweld (CSG) te maken krijgt, wordt gekwalificeerd als „daterape”. Oftewel: mensen worden verkracht tijdens een date door iemand die ze net of niet goed kennen. Het eerste contact kan in de kroeg worden gelegd, maar steeds vaker ontmoeten mensen elkaar online via een van de vele datingapps.

In 2021 toonde een uitzending van onderzoeksprogramma Zembla nog aan hoe eenvoudig het is voor daders van seksueel geweld om met de Tinder potentiële slachtoffers te vinden. Daders kwamen relatief vaak weg met hun gedrag, zo bleek. Ook in Nederlandse strafzaken speelden datingapps al een rol. Een man uit Vlissingen werd eerder veroordeeld voor het bedwelmen en verkrachten van vrouwen die hij onder meer via Tinder ontmoette.

Ik denk dat daders online meer durven

Iva Bicanic CSG-directeur

Tinder paste de app erop aan. Zo is er een noodknop, waarmee gebruikers in contact kunnen komen met de hulpdiensten in geval van seksueel geweld. En kunnen gebruikers profielen blokkeren en rapporteren. Volgens Tinder wordt na zo’n melding onderzoek gedaan naar de geblokkeerde gebruiker en kan bewijsmateriaal worden gedeeld met de politie. Ook herkent de app ongepaste berichten en vraagt automatisch „weet je het zeker?” als iemand die wil versturen. Ter illustratie: het systeem slaat aan op woorden als ‘slet’, ‘hoer’ of ‘lelijk’.

En vanaf deze week werkt Tinder samen met het CSG, waar in Nederland slachtoffers van een nare seksuele ervaring hulp kunnen krijgen van een team van artsen, verpleegkundigen, politie en andere hulpverleners. Alle Nederlandse gebruikers van de app krijgen ook informatie over het centrum wanneer ze de app gebruiken. In hun inbox, maar ook tijdens het swipen langs mogelijke dates.

Volgens Iva Bicanic, directeur van CSG, en Ben Puygrenier van Tinder Nederland weten veel slachtoffers van seksueel geweld namelijk niet wat ze moeten doen als ze slachtoffer zijn geworden.

Lees ook dit artikel: Seks, liefde en videodates: wat heeft tien jaar datingtech ons gebracht?

Is Tinder zo gevaarlijk?

Puygrenier: „Tinder is veiliger dan iemand ontmoeten in een bar, denk ik. Je leert iemand eerst kennen voordat je diegene in het echt ontmoet. En: als er iets gebeurt, dan hebben we concreet bewijs van het contact. We weten het telefoonnummer van de vermoedelijke dader, een e-mailadres. En die zullen we ook altijd aan de politie geven als die erom vraagt.”

Bicanic: „Ik weet dat niet zeker. Er zit ook een andere kant aan online daten: ik denk namelijk ook dat daders online meer durven dan in het gewone leven. En sommige daders gaan echt bewust op datingapps om een delict te plegen.”

Wat hebben mensen die tijdens een Tinderdate te maken krijgen met seksueel geweld aan jullie samenwerking?

Puygrenier: „Kijk, Tinder is een reflectie van de samenleving. Daarom zijn er heel veel Tinderbaby’s en -huwelijken, maar krijgen onze gebruikers ook met strafbare feiten te maken. Ik hoop dat deze actie slachtoffers helpt om zich te melden. Dat ze beseffen: er is iets gebeurd wat niet kan.”

Bicanic: „De psychische impact van een aanranding of verkrachting is heel erg groot. Een op de twee mensen die zoiets meemaakt, krijgt last van een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Tegelijkertijd blijven heel veel mensen ermee rondlopen, omdat ze niet weten wat ze moeten doen. Ze schamen zich, denken dat het hun eigen schuld is geweest.”

Waarom zouden ze dat denken?

Bicanic: „Het slachtoffer van seksueel geweld tijdens een date, heeft geen signalen gehad dat de stemming plotseling zou gaan omslaan. Het is gezellig, leuk en dan draait de sfeer. Dan denk je: shit. Maar: je kan niet weg, of je bent doodsbang. Tijdens een verkrachting of aanranding gaan mensen in een overlevingsstand: de meeste mensen werken mee en protesteren niet. Dat is normaal slachtoffergedrag, maar maakt ook dat veel slachtoffers niet meteen beseffen dat ze slachtoffer zijn. Slechts 15 procent van de slachtoffers van daterape praat er binnen 24 uur met iemand over.”

En dat terwijl die eerste periode na een verkrachting of aanranding volgens Bicanic en Puygrenier heel belangrijk is. Dan kunnen er nog sporen van de verdachte worden veiliggesteld, bijvoorbeeld.

Toch is het hoofddoel van de samenwerking tussen het CSG en Tinder niet dat mensen sneller naar de politie stappen. Het belangrijkste is volgens Bicanic en Puygrenier dat mensen geholpen kunnen worden, erover kunnen praten, en niet ernstige psychische problemen aan hun ervaring overhouden.

Tinder bestaat tien jaar. Had dit niet eerder moeten gebeuren?

Puygrenier: „We werken continue aan de veiligheid. Elk jaar komen we met veiligheidsmaatregelen. Dit is de volgende stap, die we goed hebben voorbereid.”

Bicanic: „Veel eerder had het ook niet gekund. Wij zijn er als centrum nu helemaal op ingericht. Als iemand zich nu, acuut, meldt na seksueel geweld, dan kunnen we er meteen op inspringen. Ook als deze samenwerking tot veel extra meldingen leidt, kunnen we dat zeker aan. Ik vind dat wat Tinder nu doet, andere bedrijven ook moeten doen.”

Lees ook dit artikel: Noors-Nederlandse topvrouw moest Tinder vrouwvriendelijker maken