Timmermans presenteert nieuwe partijvisie, wil miljardeninvesteringen in ‘nieuwe verzorgingsstaat’

Om Nederland „weerbaar” te houden in tijden van oorlogsdreiging moet een volgend kabinet tientallen miljarden in de samenleving investeren middels een speciaal op te richten Toekomstfonds. Daarvoor pleit GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans in ‘Een nieuw hoofdstuk voor Nederland’, een visiedocument waarin hij zijn verhaal voor „een nieuwe linkse volkspartij” neerlegt en dat hij zondag op een partijbijeenkomst in Utrecht presenteert.

Het kabinet moet de komende weken in de Voorjaarsnota miljarden extra zien te vinden voor het verhogen van de defensie-uitgaven. Timmermans waarschuwt echter dat een „harde bezuinigingspolitiek” alleen maar destabiliserend zal uitwerken. De politiek leider van GroenLinks-PvdA wil juist extra investeren in infrastructuur, duurzaamheid en innovatie.

Het visiestuk van oppositieleider Frans Timmermans komt ruim twee maanden voordat de leden van de PvdA en GroenLinks op een partijcongres in juni zeer waarschijnlijk voor het samengaan van de twee partijen zullen stemmen. Timmermans grijpt de onzekere situatie in de wereld en de verrechtsing van Nederland aan om zijn pleidooi voor een snelle fusie kracht bij te zetten. „Poetin en Trump hebben de aanval geopend op onze vrijheid en onze manier van leven. […] Als er ooit een moment was om onze krachten te bundelen, dan is het nu, omdat we zien dat onze idealen steeds verder uit zicht raken.” Timmermans vindt het „tijd voor een nieuwe doorbraak”.

Middenklasse

Timmermans lijkt met zijn nieuwe verhaal tegemoet te willen komen aan interne critici. Binnen de PvdA heeft het initiatief Rood Vooruit, gesteund door partijprominenten als Ad Melkert en Gerdi Verbeet, zich tegen een fusie gekeerd omdat door het samengaan met GroenLinks de sociaal-democratische waarden van de partij zouden worden bedreigd. In zijn visiedocument schrijft Timmermans dat de nieuwe partij „een politiek thuis met ruimte voor verschillende kamers” moet zijn. Ook pleit hij nadrukkelijk voor het opbouwen van ‘een nieuwe verzorgingsstaat’, waarmee hij sociale en klassieke PvdA-thema’s weer nadrukkelijk agendeert.

In het document valt ook op dat Timmermans meer kiest voor het eigen verhaal dan voor de aanval op rechtse politici. De GroenLinks-PvdA-leider constateert wel dat rechtse politiek de solidariteit en het vooruitgangsgeloof in de maatschappij hebben aangetast en dat daarom „ongekende investeringen” in bijvoorbeeld onderwijs en woningen nodig zijn. Maar Timmermans is ook kritisch op de economische houding van links zelf. Hij schrijft dat GroenLinks-PvdA weer „een beweging van en voor de middenklasse moet durven zijn” en dat links de afgelopen jaren „onvoldoende oog heeft gehad voor de meeste ondernemers die graag een goede werkgever willen zijn en hun werknemers fatsoenlijk betalen. Een goed bestaan voor iedereen is een illusie zonder sterke economie.”

Snelle treinen

Delen van het visiestuk lezen als een voorzet voor het volgende verkiezingsprogramma van GroenLinks-PvdA, mocht het kabinet-Schoof snel ten val komen. Voor de volgende kabinetsperiode wil Timmermans investeringen doen via een Toekomstfonds van 25 miljard euro. Dat geld kan gebruikt worden voor „moderne spoorwegen, snelle treinen, wetenschappelijk onderzoek en innovatie, de verduurzaming van onze industrie en de ontwikkeling van nieuwe hoogwaardige bedrijvigheid”. Volgens een woordvoerder van Timmermans moet een volgende regering „de precieze structuur van het fonds uitwerken”, maar moeten de miljarden bestemd zijn voor „grote projecten financieren die een eenmalige investering vragen”.

Met het pleidooi voor een Toekomstfonds geeft Timmermans alvast een boodschap aan rechtse partijen. Hij keert zich tegen „een schadelijke bezuinigingspolitiek gericht op verkleining van onze verzorgingsstaat”. „Wij kiezen niet voor extra tanks ten koste van leraren voor de klas. Niet voor grootschalige bezuinigingen op de zorg voor extra vliegtuigen of militairen. Goede sociale voorzieningen zijn voor onze weerbaarheid even belangrijk, zo niet nog belangrijker dan een sterkere defensie.”

Onvermijdelijke leider

Over meeregeren schrijft Timmermans dat hij dat de nieuwe linkse partij de volgende keer graag weer ziet doen. Timmermans wil qua koers geen verschuiving naar links of rechts. „We weten heel goed waar we staan: links van het midden, met ideologische wortels in twee politieke families; de rode en groene.” En de linkse partijleider is ook bereid om met rechts te regeren, schrijft hij, wetende dat de peilingen suggereren dat alleen een middenkabinet inclusief de VVD mogelijk een meerderheid geeft. „We zijn een vooruitgangspartij, geen getuigenispartij. Dat betekent dat we bereid zijn om de hand uit te steken naar partijen in het brede midden, om zo het midden naar links te trekken.”

Over gevoelige kwesties in de fusiediscussie, zoals de naam van een nieuwe linkse partij, laat Timmermans zich nog niet uit. Uit het visiestuk is wel heel duidelijk dat hij zichzelf nog altijd ziet als de onvermijdelijke leider en lijsttrekker. In een oproep aan de leden, met wie hij de komende maanden verder in gesprek wil, schrijft hij: „De komende jaren wil ik met jullie bouwen aan een nieuw politiek thuis. […] Beschouw dit stuk als bouwstenen voor de fundering van dat nieuwe thuis.”