Tijdens een debat over de Euro blijkt dat er inderdaad partijen zijn die afscheid willen nemen van de munt

Toekomst van de euro Partijen als PVV en FVD zijn nog voor een ‘Nexit’, bleek donderdag in het Tweede Kamerdebat over de euro. Maar het vertrouwen in de munt overheerst.

Rondetafelgesprek in februari over de euro, met onder anderen Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank (tweede van links) en onafhankelijk Kamerlid Pieter Omtzigt (rechts).
Rondetafelgesprek in februari over de euro, met onder anderen Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank (tweede van links) en onafhankelijk Kamerlid Pieter Omtzigt (rechts).

Foto Robin van Lonhuijsen/ANP

Het is een beetje als „over water praten terwijl je in een bootje midden op de oceaan dobbert”, merkt Tweede Kamerlid Steven van Weyenberg (D66) op. „We zitten er gewoon middenin.” Toch voert het parlement donderdag het debat over de toekomst van de euro. Aan vurig enthousiasme over de gedeelde munt ontbreekt het, maar vertrouwen is er wel.

„Ik zou het jammer vinden als de discussie over ‘in of uit de eurozone’ gaat”, zegt fractievoorzitter Laurens Dassen van Volt voorafgaand aan het debat. Hij heeft zich voorbereid op stevige pleidooien tegen de gedeelde munt, en spreekt de Kamer halverwege het debat streng toe. „Voorzitter, de angst regeert in dit debat. Het loopt over van onderbuikgevoelens, halve waarheden en platte achterbanpolitiek.”

Referendum

Er zijn inderdaad partijen die afscheid willen nemen van de euro. Zowel JA21 als de fractie-Van Haga zou graag een referendum organiseren over de vraag of Nederland toekomst ziet in de euro. PVV en FVD zien sowieso een Nexit voor zich: uittreden uit de hele Europese Unie en daarmee ook uit de euro. Dan zijn er nog partijen die graag naar alternatieven zouden kijken. BoerBurgerBeweging ziet het liefst een Noord- en een Zuid-Europese munt. De SP vindt afscheid van de euro een gevaarlijk scenario, maar ziet in blijven ook geen heil.

Aanleiding voor het debat is de toekomstvisie voor de Economische en Monetaire Unie die Minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) al in september presenteerde. Er moeten stappen worden gezet om de samenwerking tussen de Europese lidstaten minder kwetsbaar te maken, schrijft Kaag daarin. Zo moeten de landen nieuwe afspraken maken over begrotingsregels, en moet de Europese samenwerking tussen banken en kapitaalmarkten worden uitgebreid. Tegelijkertijd legt Kaag in haar brief ook de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid: lidstaten moeten zelf het voortouw nemen bij de afbouw van hun schulden.

De Kamer besprak de toekomstvisie een maand geleden al in een rondetafelgesprek. Voormalig minister van Financiën Hans Hoogervorst (VVD) stelde daar dat Nederland „de mogelijkheid tot uittreding uit de eurozone” op zijn minst zou moeten onderzoeken. De reden daarvoor zijn de staatsschulden van landen in Zuid-Europa, met name Italië, die hij „onhoudbaar” noemt.

‘Niet meer terugdraaien’

Toch gaat het debat in de Tweede Kamer donderdag niet, zoals Dassen gevreesd had, over ‘in of uit de eurozone’. Het is ook geen optie meer, vindt onder anderen Tweede Kamerlid Tom van der Lee (GroenLinks). „We hebben twintig eieren bij elkaar geklutst, dat kunnen we nu niet meer terugdraaien”, zegt hij in het debat. Die twintig eieren zijn de twintig Europese landen die de euro als betaalmunt hebben.

Dit debat loopt over van halve waarheden en platte achterbanpolitiek

Kamerleden voeren vaker debatten over de euro, maar die vinden meestal in kleiner gezelschap plaats. Bij besprekingen over de Nederlandse inzet bij de Europese vergaderingen van ministers van Financiën is doorgaans slechts een kleine afvaardiging uit de Kamer aanwezig, meestal drie of vier Kamerleden. Dat het er niet meer zijn, komt niet per se voort uit desinteresse, maar is deels een gevolg van de versplintering in de Kamer: kleine fracties kunnen lang niet overal aanwezig zijn. De Kamerleden die wel bij de eurodebatten aanwezig zijn, wijzen er dan vaak op dat ze ‘betreuren’ of ‘het toch jammer vinden’ dat ze in zo’n bescheiden gezelschap moeten debatteren.

Kapitaalmarktunie

Netjes op tijd voor het debat verscheen donderdagochtend op de voorpagina van Het Financieele Dagblad een oproep van vijf presidenten van Europese instellingen aan de Europese lidstaten om vaart te maken met de Europese Kapitaalmarktunie. Het doel van die kapitaalmarktunie is om het beleggers en spaarders zo makkelijk mogelijk te maken om in bedrijven uit andere lidstaten te investeren. Tegelijkertijd moet die unie het voor bedrijven makkelijker maken in andere EU-staten geld op te halen. Er wordt sinds 2015 gewerkt aan dit stelsel.

Volgens de vijf Europese topfunctionarissen, onder wie ECB-president Christine Lagarde en Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, is de kapitaalmarktunie essentieel. „Europa en de wereld zetten de komende jaren in op een groene industriële transitie”, schrijven ze in het FD. Als de Europese Unie daarin niet voorop loopt, waarschuwen ze, is dat schadelijk voor de concurrentiepositie van de unie. Vandaar hun oproep om het kapitaal waarover Europese beleggers beschikken te investeren in Europa.


Lees ook: We moeten het over de euro hebben

Minister Kaag neemt deze oproep met opluchting in ontvangst, zegt ze tijdens het debat. Minder enthousiast is het onafhankelijke Kamerlid Pieter Omtzigt: „Ik ben voor investeringen in Nederland.” De meerderheid van de Kamer staat wel achter het Europese investeringssysteem: afgelopen dinsdag werd een motie met ruime meerderheid aangenomen om de kapitaalmarktunie „proactief nieuw leven in te blazen”.