We moesten samen een begrafenis regelen, ik trof mijn broer en zus in Groesbeek-De Horst. Mijn zus had buikgriep, zul je altijd zien. De moeder van haar man ging ook niet goed. Mijn broer had in een week twee uur geslapen. Drie levens.
Ik had me voorgenomen geen ruzie te maken, ik geloof dat de anderen er ook zo in stonden. Het was balanceren op een dun koord.
DELA kwam, twee vrouw sterk, een doorgewinterde en een stagiaire.
Een map met kisten, bloemstukken en rouwkaarten.
De grafsteen zat niet in het pakket.
Velp lag, qua begraafplaatsen, in ‘een duur gebied’.
De steen op mijn vaders graf, wat binnenkort een gemeenschappelijk graf zou zijn, kon ondersteboven worden gezet. Die kon dan opnieuw gegraveerd worden, zat ook niet in het pakket.
So far, so good; als een mes door de boter.
Ik bracht het gedoe destijds rondom het kiezen van de kist voor mijn vader ter sprake, we kozen dit keer voor sparrenhout.
De koffietafel zat ook niet in het pakket.
Een bos bloemen of een kleine krans wel.
Wilden we een vingerafdrukje van moeder? Dan konden er identieke zilveren hangertjes voor aan een ketting van gemaakt worden.
Zat ook niet in het pakket.
Paula van Roosmalen-Breekelmans werd zestig kilometer verderop opgebaard, zat wel in het pakket. Moest ze met of zonder sieraden? Met of zonder trouwring? Welke jurk? We moesten een andere dag komen om haar te zien, later bleek het ’s avonds laat al te kunnen.
Na de vraag of dat dan wel in het pakket zat, voelde de ervaren DELA-vrouw zich niet meer prettig.
Was dat nou nodig?
Daarna liep de valse lucht uit het ventiel.
Het was dan toch weer gelukt iets kleins op te blazen tot een grote rode ballon.
Naar de HEMA voor een foto en een lijst voor op de kist van sparrenhout, een potje tafelvoetbal, een wandeling, voor de laatste keer naar haar kamer in het verpleeghuis. Het lukte om samen teksten voor de rouwkaart en het bidprentje te schrijven. We reden in een auto naar het rouwcentrum en daarna naar de kerk in Velp, waar we zij aan zij knokten voor ‘The Elephant Song’ van Kamahl, haar lievelingsnummer.
The Blue Lotus, het Chinese restaurant in een flat op Den Heuvel dat altijd open is, was gesloten. We aten van haar geld bij een Italiaans restaurant waar we nog nooit hadden gezeten.
Ik was de enige met trek.
Tot zover waren we elkaar enorm meegevallen.
Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.
‘Ach, je méént het”, verzucht Timnit Debesay (19), „die rotbussen ook altijd.” Ze zakt verslagen onderuit op het bankje van de bushalte. De mbo-student had gehoopt op tijd te vertrekken uit het centrum van het Oost-Groningse Stadskanaal. Maar tot haar teleurstelling moet ze een half uur wachten. Buslijn 312, die veel studenten dagelijks naar Groningen brengt, is uitgevallen.
Het is niet de eerste keer dat de 312 haar in de steek laat. Vanwege de onbetrouwbaarheid van de bussen, regelmatige vertragingen en de lange reisafstand naar Groningen nam zij in januari dit jaar een drastisch besluit. De student verruilde het huis van haar ouders, in Ter Apel, voor een kamer in Stadskanaal. Licht geïrriteerd vertelt ze: „Vanuit Ter Apel moet je vaak eerst naar Emmen om vervolgens naar Groningen te reizen. Je stapt drie of vier keer over. Dus ik ging iets dichterbij wonen.” Daardoor hoopte ze op minder gedoe met het openbaar vervoer. Tevergeefs, blijkt nu. Daarom hoopt ze nu dat er snel een andere oplossing komt: „Ik heb gehoord dat er plannen zijn voor een trein. Dat zou mij veel tijd besparen… als ik dan nog studeer.”
Ik werk in Stadskanaal, woon in Groningen en dan is het zonder de auto een uur in de bus. Het zou fantastisch zijn als dat sneller kon
De trein waarover Debesay het heeft, is de zogenoemde Nedersaksenlijn. Al langere tijd bestaat de wens om in het noordoosten van Nederland een directe treinverbinding tussen de steden Groningen en Enschede te laten lopen, die onderweg plekken als Veendam, Ter Apel, Almelo en ook Stadskanaal aandoet. Momenteel zijn reizigers zonder auto in dit gebied afhankelijk van lange ritten met bussen die stoppen bij een legio aan haltes (buslijn 73 stopt bij maximaal 58 haltes) of moeten ze eerst de trein pakken naar Zwolle, om vervolgens verder te reizen naar Emmen of Enschede.
Bij Stadskanaal ligt een oud toeristenlijntje. De Nedersaksenlijn maakt daar deels gebruik van, maar woonwijken zouden worden vermeden.
Foto Sake Elzinga
Economische boost
De Voorjaarsnota die de minister van Financiën op 18 april presenteerde, werd door sommige voorstanders van de Nedersaksenlijn dan ook met open armen ontvangen. Het kabinet schuift het project 1,9 miljard euro toe. Dat is 165 miljoen euro meer dan strikt noodzakelijk voor de aanleg van de lijn. Tegelijkertijd heerst er verbazing en onvrede, omdat het kabinet het geld voor de Nedersaksenlijn weghaalt bij de Lelylijn. Deze Lelylijn, die van Lelystad naar Groningen zou moeten lopen, is net als de Nedersaksenlijn een project om de bereikbaarheid van Noord-Nederland te verbeteren. Voor de Lelylijn was 3,4 miljard gereserveerd, waarvan de Nedersaksenlijn nu een deel ontvangt.
De Tweede Kamer had eind vorig jaar zelfs een motie aangenomen waarin deze financiële zet werd geblokkeerd. De Groningse commissaris van de koning René Paas sprak van „het beroven van de bank”. Afgelopen december had hij nog vurig tegen die verschuiving van geld gelobbyd.
In Stadskanaal zien de meeste busreizigers de Nedersaksenlijn wel zitten. Terwijl student Richard Onrust (24) op de bus wacht en een peuk onder zijn zwart-witte sneakers uitdrukt, uit hij zijn frustraties over de lange reistijden: „Je zit soms anderhalf tot twee uur in de bus dankzij files. Vooral de rotonde bij Gieten is een nachtmerrie.” Tim Enting (28) hoopt dat hij met de Nedersaksenlijn sneller op zijn werk zal kunnen zijn. „Ik werk in Stadskanaal, woon in Groningen en dan is het zonder de auto een uur in de bus. Het zou fantastisch zijn als dat sneller kon.”
Enting verwacht dat meer mensen in de regio willen werken als de verbinding met de rest van het land verbetert. „De hele streek zal extra voorzieningen en een instroom van werkkrachten krijgen”, zegt hij.
Dat blijkt ook uit een onderzoek naar de haalbaarheid van de Nedersaksenlijn in opdracht van de overheid. De onderzoekers spreken over „18.000 extra inwoners, ruim 9.000 extra woningen en 14.625 arbeidsplaatsen” in het gebied waar de Nedersaksenlijn zal lopen. De betere bereikbaarheid van zorg, onderwijs en banen zou, volgens het onderzoek, een economische boost geven aan de regio. De Groningse gedeputeerde Erik Jan Bennema (VVD), die sinds kort de portefeuille mobiliteit onder zich heeft, is opgetogen. Hij stelt dat Noord-Oost Nederland hier lang op heeft zitten wachten: „De gebieden verder van de Randstad af krijgen van Den Haag toch minder aandacht. Dat de Nedersaksenlijn er komt en economische bloei meebrengt, is dan een mooie opsteker.”
Oudste museumspoorlijn
Toch is niet iedereen in Stadskanaal even opgetogen over de nieuwbouwplannen. Twee kilometer ten noorden van de bushalte ligt namelijk al een oud treinstation, uit 1910, compleet met spoorlijn – waar het gewas inmiddels boven de deels verroeste rails uitsteekt. Dit is de oudste museumspoorlijn van Nederland, nog steeds gebruikt door Stichting Stadskanaal Rail (STAR). Voor toeristen rijdt hier zo nu en dan een oude stoomlocomotief. Het spoor gaat door woonwijken en loopt op bepaalde plekken op nog geen vijf meter van een achtertuin. Dankzij de spaarzame ritten levert dit weinig klachten op.
Een deel van het tracé van de Nedersaksenlijn bij Stadskanaal.
Foto Sake Elzinga
Met de mogelijke komst van de Nedersaksenlijn kan dit veranderen. De bedoeling is dat de spoorverbinding voor een deel gebruik maakt van het oude spoor van de STAR, na aanpassing voor moderne treinen. In een onderzoek staat hoe wordt geprobeerd door aanleg van een nieuw stuk spoor woonwijken te vermijden. Maar niet iedereen hier vertrouwt de plannen van de overheid.
Bij een onbewaakte spoorovergang, vlak naast het oude STAR-station, staat Heero Heeres (75) zijn loslopende kippen te voeden. Op de vraag wat hij van de Nedersaksenlijn vindt, ontsteekt hij in een lang relaas: „Ik ben er niet op tegen, he? Maar bij de overheid moet je voorzichtig zijn. Ze zeggen wel dat ze het spoor verderop gaan leggen om ons te ontlasten, maar ik zie ze dit oude spoor alsnog gebruiken om kosten te besparen. En dan zitten wij met twee keer per uur een trein in onze achtertuin!” Hij wijst naar een rij grote windturbines aan de overkant van het spoor, die het weidse uitzicht doorbreken. „Tegen die windturbines was veel verzet. Ze zijn er uiteindelijk toch gekomen, waardoor mensen achterdochtig zijn geworden.”
Klaas Sloots, burgemeester van Stadskanaal, herkent dat beeld. „De rapporten laten zien dat de tracés op een aardige afstand van de woningen zullen lopen. Maar het klopt, mensen hebben zich toch verenigd tegen de spoorlijn. Er is weerstand en dat is begrijpelijk.” Volgens de burgemeester komt een groot deel van het wantrouwen door eerder in de regio uitgevoerde projecten van de overheid. „Bij de komst van de windmolens in de buurt heeft de overheid zich niet van zijn beste kant laten zien. Vooral de nationale overheid, niet lokaal of provinciaal. Om nog maar niet te spreken van de aardbevingsproblematiek en het moeizaam lopende schadeherstel. Hoeveel ingrediënten voor onvrede wil je hebben?”
De sfeer is gemoedelijk onder de ongeveer twintig wachtenden bij de ingang van The Frick Collection, een relatief klein museum in een stadsvilla die uitkijkt op Central Park in Manhattan. Het museum herbergt de collectie van de Amerikaanse kool- en staalmagnaat Henry Frick (1849-1919), die onder meer schilderijen van grootheden als Fragonard, Goya, El Greco, Rembrandt en Vermeer verzamelde. De mensen in de rij zijn vooral (maar niet alleen) New Yorkers die hun kaartjes voor de heropeningsdag al lang van tevoren hebben gereserveerd, zo blijkt uit een vluchtige rondvraag. Diverse bezoekers delen ongevraagd dat The Frick hun „favoriete museum” is, vaak gevolgd door de eveneens ongevraagde bekentenis dat St. Franciscus in de woestijn van Giovanni Bellini hun favoriete werk uit de collectie is.
The Frick sloot in 2021 voor een renovatie en uitbreiding, wat overigens niet betekende dat daarmee de collectie geheel uit het zicht van het publiek verdween. Tot maart 2024 was een deel van de collectie – ook de Bellini – te bewonderen in het Met Breuer, een door de brutalistische architect Marcel Breuer gebouwd museum aan Madison Avenue, dat tijdelijk was omgedoopt tot ‘Frick Madison’. Een bezoekster vertelt dat ze opgelucht is dat de Bellini weer „thuis” is.
Dat is ook meteen de charme van The Frick, dat vóór de renovatie zo’n 285.000 bezoekers per jaar verwelkomde: het voelt, ondanks de grandeur van de in 1912 gebouwde deftige villa, meer als een huis dan een museum. Dat is door de renovatie niet veranderd. Veel is dan ook hetzelfde gebleven, inclusief het verbod op fotografie en de regel dat geen jonge kinderen naar binnen mogen. Er is vooral veel bijgekomen.
Onder leiding van de Duitse architect Annabelle Selldorf werd ongeveer 2.500 vierkante meter aan nieuwbouw toegevoegd. Dat betekent 30 procent meer ruimte voor de permanente collectie en tentoonstellingen, voor het eerst een café, een auditorium en een nieuwe ontvangstruimte. Bovendien zijn nu de voormalige persoonlijke ruimtes van de familie Frick, tot 2021 in gebruik van het museumpersoneel en -bestuur, gerenoveerd en open voor het publiek. En ze staan vol meesterwerken.
De South Hall in The Frick Collection. Foto Joseph Coscia Jr.De Garden Court in The Frick Collection. Foto Joseph Coscia Jr.De Dining Room in The Frick Collection. Foto Joseph Coscia Jr.De Fragonard Room in The Frick Collection. Foto Joseph Coscia Jr.De Oval Room in The Frick Collection. Foto Joseph Coscia Jr.
Hoge plafonds
Wie nu The Frick betreedt en linksaf slaat, belandt nog altijd in de Dining Room, een strakke zaal met hoge plafonds die de sfeer heeft van een 18de-eeuws Engels landhuis. Aan de wanden hangen vrouwenportretten van Thomas Gainsborough.
Loop door en beland in de Drawing Room, een ruimte die in het teken staat van de liefde, met veertien werken van Jean-Honoré Fragonard, deels geschilderd in opdracht van Madame du Barry, maîtresse van Lodewijk de Vijftiende.
In de belendende Living Hall hangen enkele bekende schilderijen uit de 15de en 16de eeuw, waaronder El Greco’s portret van Sint-Hiëronymus en de zo geliefde Bellini. Detail: ze hangen nog op exact dezelfde plaatsten waar Frick ze ruim een eeuw geleden liet ophangen.
Eveneens op de begane grond is er nog de West Gallery, wellicht de meest eclectische ruimte van het museum. In deze langwerpige zaal hangen werken van onder anderen Velázquez, Anthony Van Dyck, Rembrandt en Goya broederlijk naast elkaar. In het midden van de galerie hangen twee grotere doeken van de Britse romanticus J.M.W. Turner recht tegenover elkaar – alsof ze er nog niet genoeg uitsprongen met hun felle luchten en veelkleurige waterpartijen. Dit is ook waar Dame en dienstbode hangt van Johannes Vermeer, het laatste schilderij dat Frick kocht.
De West Gallery was tot 2021 ook de laatste ruimte die een museumbezoeker kon zien, behalve wellicht het tuinhof met daklicht, waar museumbezoekers wat groen tot zich konden nemen voor zij zich weer in de stadsdrukte begaven. Nu kan men via een monumentale trap – of de nieuw geïnstalleerde liften – de tot tentoonstellingsruimtes omgebouwde slaapkamers, zitkamers en gastenkamers op de tweede verdieping betreden.
De voormalige ontbijtzaal van het gezin-Frick, bedekt met nieuw geweven zijden damast, hangt nu vol landschappen van Corot, Daubigny en Troyon. Een paar stappen verderop, in een kamer van vergelijkbare grootte, hangen werken van Monet en Manet, bewijs van Fricks interesse in modernisme.
De Italiaanse renaissanceschilderijen van dochter Helen Frick, die negen decennia lang beneden te zien waren, zijn nu verzameld in wat ooit haar slaapkamer was. De Boucher Room, vernoemd naar de allegorische schilderijen van de 18de-eeuwse Franse hofschilder François Boucher die er hangen, is precies zoals Helens moeder Adelaide die ooit inrichtte – vol Sèvres-porselein en rococomeubels.
In andere kamers is er ruimte voor minder bekende delen van de museumcollectie – antieke herdenkingsmedailles, allerhande klokken, aardewerk. Alsof de curatoren wilden tonen hoe nerdy de Fricks waren.
Na al dat moois is men weer terug bij de monumentale trap, die echter niet breed genoeg is voor tweerichtingsverkeer. Dit is tenslotte een huis. Dus wenken suppoosten de bezoeker vriendelijk richting het onlangs aangebouwde marmeren trappenhuis – een route die naar goed Amerikaans gebruik via de spiksplinternieuwe giftshop richting de uitgang van het museum voert.
Tomahawk-raketten kunnen – met grote precisie – doelen tot ongeveer 1.900 kilometer afstand raken. Daarbij zijn ze in staat ondergrondse bunkers van de vijand te vernietigen. Ze komen niet altijd door de Russische luchtverdediging heen, maar zeker als er een paar tegelijk worden afgevuurd, is de kans op succes groot.
Het kruisvluchtwapen kwam voor het eerst in het nieuws in de jaren tachtig, toen honderdduizenden in Nederland de straat op gingen om tegen de stationering ervan te protesteren. Daarna werden ze vrij massaal ingezet tijdens de oorlogen tegen Irak en, meer recentelijk, Amerikaanse aanvallen op de Houthi’s in Jemen. Oekraïne mag ze van Washington niet gebruiken tegen Rusland, uit angst voor escalatie.
Een jaar na de Russische inval in Oekraïne, in 2023, besloot Nederland er een groot aantal te bestellen bij de VS. Eind vorige week gaf het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken de noodzakelijke goedkeuring voor een order van pakweg 1,9 miljard euro voor maximaal 175 kruisvluchtwapens, zo berichtte dagblad Trouw deze maandag. In het najaar wordt duidelijk hoeveel Nederland er daadwerkelijk wil kopen.
Lees ook
Zonder Amerikanen is een ‘Europese NAVO’ een los verband van 29 nationale legers en legertjes
„Hiermee willen we een grote strategische capaciteit verwerven die we eerder niet hadden”, aldus een defensiewoordvoerder. Op dit moment hebben alleen grote landen zoals de VS, het Verenigd Koninkrijk, en Australië kruisvluchtwapens. Japan sloot vorig jaar met de VS een koopcontract voor vierhonderd kruisraketten.
De Tomahawks, die voor de marine zijn bedoeld, kunnen bijvoorbeeld commandocentra en andere belangrijke militaire locaties diep in het Russisch achterland uitschakelen. Maar een kruisraket die vanaf een Nederlands marineschip in de Baltische Zee wordt afgevuurd, kan ook grote steden als St. Petersburg en Moskou bereiken. Dat de wapens zo precies zijn, komt door een combinatie van gedetailleerde programmering en mogelijkheden om aan de hand van actuele informatie tijdens de vlucht bij te sturen.
De aankoop van de raketten roept enkele belangrijke politieke en militaire vragen op.
1 Hoe passen de Tomahawks in de hedendaagse oorlogsvoering?
De oorlog in Oekraïne heeft de kruisvluchtwapens en andere ‘stand off’-wapens die van grote afstand kunnen worden afgevuurd, nieuwe relevantie gegeven. Dat komt door de enorme toename van sensoren op en boven het slagveld, variërend van satellieten tot kleine drones. Daarmee wordt het steeds gemakkelijker om strategische doelen zoals commandoposten of logistieke overslagpunten diep in vijandelijk gebied te ontdekken en hun precieze positie te bepalen. Alternatieven om deze aan te vallen, zoals gevechtsvliegtuigen, zijn te kwetsbaar voor de vijandelijke luchtafweer. Hoewel de F-35 tamelijk onzichtbaar is voor vijandelijke radars, besloot Defensie daarom ook een kruisvluchtwapen aan te schaffen dat vanuit de lucht kan worden gelanceerd, de JASSM-ER.
Ook andere krijgsmachtonderdelen hebben recent investeringen gedaan voor wapens die een grote afstand kunnen overbruggen. Voor de landmacht wordt het Israëlisch raketsysteem Puls (Precisie en universeel lanceersysteem) gekocht, dat het bereik heeft van ten minste een paar honderd kilometer. De raketten kunnen vanaf een vrachtwagen worden afgevuurd.
Om ook het korps mariniers een lange-afstandscapaciteit te geven, besloot Defensie onlangs tot de aanschaf van ‘loitering munitions’. Het gaat om zelfmoorddrones die urenlang kunnen rondcirkelen voordat ze naar hun doel worden gedirigeerd.
2 Worden Tomahawks niet uit de lucht geschoten door de Russische afweer?
Kruisvluchtwapens vliegen aanmerkelijk lager (bijvoorbeeld 50 meter) dan jachtvliegtuigen en zijn inmiddels ook van zeer geavanceerde anti-radarapparatuur voorzien. Daardoor zijn ze minder kwetsbaar dan bijvoorbeeld de F-16 of F-35.
Hoe vaak Tomahawks in het verleden zijn neergeschoten door vijandelijke afweer, is onderwerp van onenigheid. Volgens de Russen gebeurde dat regelmatig tijdens bijvoorbeeld de oorlogen op de Balkan (vanaf 1993) . De VS en zijn bondgenoten ontkenden dat. Tijdens de Golfoorlog van 2003, toen kruisvluchtwapens veel werden gebruikt tegen het Iraakse leger van Saddam Hussein, was het succespercentage iets minder dan 60 procent, aldus het Pentagon. De overige 40 procent aan Tomahawks kreeg pech, werd voortijdig neergehaald of miste doel.
3 Is er geen Europees alternatief voor de Amerikaanse Tomahawk?
Jazeker. Zo is er de Franse Missile de Croisière Naval (MdCN). Volgens het ministerie van Defensie is het bereik hiervan – maximaal 1400 kilometer – te klein. Bovendien zouden de lanceerinrichtingen op de Nederlandse fregatten moeten worden aangepast om de Franse raketten te kunnen afvuren. De Tomahawks zijn juist gemakkelijk te integreren.
Een nadeel van de Amerikaanse Tomahawks is dat het wapensysteem slecht inzetbaar is zonder Amerikaanse hulp. Zo beschikt de Nederlandse krijgsmacht nu nog nauwelijks over waarnemingssystemen (zoals satellieten) om de wapens naar hun doel te begeleiden. Gezien de grillige koers van de regering-Trump, zijn er dan ook al kritische stemmen opgegaan over de aanschap van de Tomahawks. Tegenover de website marineschepen.nl uit een anonieme voormalige hoge marineofficier zijn twijfels over de aanschaf: „Ik zou mijn geld niet willen inzetten op de Tomahawk.”
4 Kunnen de Tomahawks nucleaire ladingen vervoeren?
Ja, in principe kan dat, maar ook dat vraagt wel om Amerikaanse medewerking en levering. Nederland beschikt niet over eigen kernwapens. De nucleaire wapens op vliegbasis Volkel zijn Amerikaanse vrije-valbommen, die kunnen worden afgeworpen door de F-35.