Thaise rechtbank zet premier Srettha Thavisin uit functie vanwege ‘grove ethische schending’

Het Constitutionele Hof van Thailand heeft premier Srettha Thavisin van de conservatieve Pheu Thai-partij uit zijn functie gezet. Dat melden internationale persbureaus woensdag. Thavisin, een voormalig vastgoedmagnaat die nog geen jaar geleden aan de macht kwam, is de vierde Thaise premier in zestien jaar die door dezelfde rechtbank wordt afgezet. Het ontslag zou het gevolg zijn van een omstreden benoeming binnen de regering-Thavisin .

Volgens het hof zou Thavisin, die voorlopig wordt vervangen door vicepremier Phumtham Wechayachai, de ethische regels „op grove wijze” hebben overtreden door Pichit Chuenban aan te stellen als minister. In 2008 werd Chuenban als advocaat verdacht van omkoping van rechtbankpersoneel. Hoewel dat nooit bewezen is, kwam hij destijds korte tijd vast te zitten voor minachting van het hof in die zaak.

Thavisins ontslag komt slechts een week nadat dezelfde rechtbank de ontbinding beval van de populaire anti-establishmentpartij Move Forward. De partij van Pita Limjaroenrat behaalde in 2023 met een progressief programma een grote verkiezingsoverwinning. De rechtbank hief de partij op vanwege een in Thailand controversiële campagne die de partij voerde voor een wetswijziging rond de zogeheten majesteitsschenniswet. Die wet beschermt de machtige monarchie tegen elke vorm van kritiek. Move Forward, waarvan de 143 parlementariërs hun zetel konden behouden, heeft zich inmiddels wel weten te hergroeperen onder een nieuwe naam. 

Thavisins ontslag betekent dat het Thaise parlement binnen de context van een fragiele coalitie opnieuw bijeen moet komen om een nieuwe premier te kiezen. Al jaren woedt binnen de regeringspartij een machtsstrijd tussen het kamp van politiek zwaargewicht Thaksin Shinawatra, waar Thavisin toe behoort, en de conservatieve vleugel, die nauw verbonden is met koningsgezinde leger.