
Wijzend en schreeuwend stapt Ajax-coach Francesco Farioli het veld in. Niemand hoort hem, zijn spelers kijken naar de grond terwijl AZ-aanvaller Ibrahim Sadiq voor een joelend uitvak zijn doelpunt viert. De wedstrijd is precies geworden wat Farioli altijd probeert te vermijden: een duel dat op en neer gaat en waarin zijn ploeg de controle is kwijtgeraakt. Rode kaarten, opstootjes, misverstanden in de defensie, grote kansen over en weer. En dan kijkt zijn ploeg ook nog tegen een 2-1 achterstand aan, met nog minder dan tien minuten te spelen.
Twee minuten later staat Farioli te springen langs de kant. Dankzij een doelpunt van invaller Oliver Edvardsen komt Ajax vlak voor tijd nog op gelijke hoogte, waardoor de koploper een voorsprong houdt van zes punten op achtervolger PSV. Een uitslag waar de Italiaan mee zal kunnen leven, zeker gezien het chaotische spelbeeld en een makkelijk gegeven rode kaart aan een speler van AZ. „We hebben een punt gewonnen”, erkende de Ajax-coach na afloop.
Toch kan dit onmogelijk het scenario zijn dat Farioli had uitgedacht na de nipte overwinning bij PEC Zwolle (0-1) vorige week. Een paar dagen nadien verraste hij door het zwakkere deel van zijn selectie het veld in te sturen tegen Eintracht Frankfurt. Een B-ploeg dus, in de nog lang niet kansloze return van de achtste finale van de Europa League. Al reageerde Farioli naderhand stekelig op die „respectloze” typering.
Feit was dat de reserves van Ajax volkomen machteloos waren in Frankfurt. Spelers vertrouwen trainers die kunnen voorspellen hoe wedstrijden zullen verlopen, iets waar Farioli vooralsnog in uitblonk. In Frankfurt oogde zijn team hulpeloos en onvoorbereid, als een groep derdeklassers bij een eindexamen.
Bij een coach die de concurrentie wil aftroeven op fitheid en daarom veel meer rouleert dan andere trainers, ligt het voor de hand dat Farioli’s midweekse keuzes vooral waren ingegeven door het vooruitzicht van de wedstrijd tegen AZ. De nationale competitie heeft op dit moment prioriteit voor Ajax, nu het landskampioenschap onverwacht voor het grijpen ligt.
Het besef dat AZ donderdagavond ook Europees moest spelen en wél volle bak ging tegen Tottenham Hotspur – tevergeefs, AZ verloor met 3-1 in Londen en werd uitgeschakeld – moet de Italiaan het idee hebben gegeven dat er voordeel te behalen viel. En dat met een tegenstander tegen wie Ajax het notoir moeilijk heeft. Geen van de laatste zeven competitiewedstrijden tegen AZ wist Ajax te winnen.
Gezapige plooi
En dus stonden zondagmiddag tien andere namen aan de aftrap dan in Frankfurt. Zo leek Ajax weer op de ploeg die met veelal stroef spel maar altijd een ijzeren discipline een serie neerzette van tien competitiezeges op rij. Ook tegen AZ was het allerminst spectaculair zoals Ajax de wedstrijd benaderde. Gegroepeerd verdedigen en toeslaan in de omschakeling, dat was het plan.
Ook AZ speelde voorzichtiger dan het vaak doet, waardoor de wedstrijd na een aardig begin al gauw in een gezapige plooi viel. Het team van coach Maarten Martens creëerde niets maar domineerde met Jordy Clasie en Kristijan Belic wel het middenveld, waardoor counters van Ajax al vroeg stukliepen. Voortdurend liepen ze passlijnen dicht en onderschepten ze ballen van de slordig spelende Ajax-aanvoerder Jordan Henderson en Kian Fitz-Jim. Pas in de 35ste minuut kreeg de thuisploeg een eerste flinke kans, een kopbal van Mika Godts na een snelle uitbraak over rechts.
Tot zover het scenario dat Farioli had uitgetekend, en waarin Ajax in de tweede helft geduldig het verschil zou maken tegen een vermoeide tegenstander. Van het minutenlange balbezit van AZ direct na rust zal de Ajax-coach nog niet nerveus zijn geworden, wel van de plotselinge goal van Zico Buurmeester, die van dichtbij raak mocht schieten terwijl de verdedigers van Ajax toekeken. Het was precies wat de wedstrijd nodig had om te ontbranden.
AZ-verdediger Wouter Goes gebaarde theatraal dat het team van het veld moest stappen, wat natuurlijk niemand deed
Plotseling kon Ajax, dat zijn 125-jarig jubileum vierde, wel druk zetten en speelde het in een mum van tijd drie grote kansen bij elkaar. Het was alsof AZ ervan schrok, zo beduusd keken ze toe hoe Ajax hen meermaals de bal afsnoepte en over de flanken combineerde in een versnelling waarover de thuisploeg eerder niet leek te beschikken.
Eerst ramde Kenneth Taylor de bal van dichtbij op de paal, vervolgens hielp Bertrand Traoré een enorme kans knullig om zeep, gevolgd door een wilde uithaal van Brian Brobbey. Een paar minuten later was het alsnog raak, toen de onvermoeibare rechtsback Anton Gaaei na een-tweetje het strafschopgebied van AZ instormde en hard en laag in de verre hok schoot.
Ajax leek de wedstrijd naar zich toe te trekken, totdat diezelfde Gaaei in zijn enthousiasme een onbesuisde tackle inzette en met rood moest vertrekken. Het eerder zo luidruchtige thuispubliek viel even stil, om nauwelijks een minuut later alweer op de banken te staan toen AZ-verdediger Alexandre Penetra zijn tweede gele kaart kreeg voor een overtreding op Ajax-spits Brian Brobbey.
Chaos troef
Hoewel, was het wel een overtreding? Penetra leek toch de bal te spelen. Spelers en trainers van AZ waren woest, op de scheidsrechter én op de tegenstander. AZ-verdediger Wouter Goes gebaarde theatraal dat het team van het veld moest stappen, wat natuurlijk niemand deed maar wat wel tot woedende reacties leidde bij Ajax.
De wedstrijd werd hervat, maar het bleef chaos troef. En van een surplus aan energie bij Ajax was niets te merken. Eerst scoorde AZ uit een hoekschop, waarna Edvardsen na een snelle combinatie over links van dichtbij de eindstand op het bord schoot. „Het was een emotionele wedstrijd”, concludeerde Farioli naderhand koeltjes. Over twee weken wacht Ajax de uitwedstrijd tegen PSV.
