
Het Surinaamse Openbaar Ministerie laat een gerechtelijk vooronderzoek instellen naar de moord op narcotica-inspecteur Herman Gooding. Dat hebben Surinaamse media gemeld. Gooding werd op 5 augustus 1990 vermoord, zijn lijk werd ’s nachts in het centrum van Paramaribo bij Fort Zeelandia aangetroffen. De geruchtmakende moord leidde destijds tot straatprotesten van duizenden Surinamers in Paramaribo.
Volgens een recente reconstructie in NRC zou toenmalig legerleider (en de latere president) Desi Bouterse opdracht hebben gegeven tot de moord op Gooding. De organisatie zou in handen zijn geweest van Melvin Linscheer, een hoge inlichtingenfunctionaris. Linscheer was tot voor kort veiligheidsadviseur van de onlangs afgetreden president Chan Santokhi. Linscheer heeft tegenover deze krant betrokkenheid bij de moord ontkend.
Gooding deed destijds als hoofd van de afdeling bijzondere delicten onderzoek naar grote drugszaken, waarbij ook sprake was van militaire betrokkenheid. Bouterse, die eind vorig jaar overleed, werd in 2000 in Nederland bij verstek veroordeeld tot elf jaar cel wegens cocaïnesmokkel.
Het Surinaamse OM meldt in een persbericht dat „de vordering tot het instellen van een gerechtelijk vooronderzoek” is ingediend bij de rechter-commissaris. Dit betekent dat nader onderzoek wordt verricht naar de feiten en omstandigheden van de zaak. „Het OM acht dit noodzakelijk in het kader van waarheidsvinding.”
Een Surinaams coldcaseteam had de zaak-Gooding vorig jaar heropend. Destijds was al een onderzoek naar de moord ingesteld, maar dat bleef zonder resultaat omdat van militaire zijde medewerking werd geweigerd. De toenmalige minister van Justitie zei dat het onderzoek op een „blinde muur” was gestuit. De leider van de Surinaamse Cold Case Unit zei in juni dat „een lijvig dossier” naar het OM was gestuurd en dat ongeveer 25 personen waren gehoord. Hij sprak van een „brute moord”.
