Statenlid van GroenLinks dat op Volt stemde heeft spijt

Eerste Kamerverkiezingen Debora Fernald, het Statenlid dat voor de Eerste Kamer niet op haar partij GroenLinks stemde, had eerder problemen met de partij. Ze zegt dat ze niet uit rancune heeft gehandeld.

Statenlid Debora Fernald tijdens de stemming voor de Eerste Kamer in het Provinciehuis van Zuid-Holland. Ze stemde Volt in plaats van GroenLinks.
Statenlid Debora Fernald tijdens de stemming voor de Eerste Kamer in het Provinciehuis van Zuid-Holland. Ze stemde Volt in plaats van GroenLinks. Foto Dirk Hol/ANP

„Moeizaam en stroef”, zo typeren GroenLinksers de relatie met het Statenlid in Zuid-Holland Debora Fernald, die dinsdag met haar dwarse stem haar partij een flinke dreun gaf. Door niet volgens afspraak op een partijgenoot te stemmen maar op een kandidaat-Eerste Kamerlid van Volt, verloor GroenLinks één senaatszetel – en Volt kreeg er eentje extra. Ze werd onmiddellijk de Statenfractie uit gezet.

Debora Fernald is sinds tweeënhalve maand Statenlid, maar de frictie met haar partij bestaat al langer. Dat bevestigen meerdere bronnen bij GroenLinks. Zelf laat ze daar geen onduidelijkheid over bestaan. Op haar cv op LinkedIn staat bijna plagerig dat ze in 2020 kandidaat Tweede Kamerlid was maar, tussen haakjes, „niet voorgedragen”. Bij de verkiezingen voor de Rotterdamse gemeenteraad in 2021 kreeg ze in eerste instantie de onverkiesbare plek 15 op de lijst, waarna ze uiteindelijk op een nog veel lagere plek belandde.

Drie weken vóór de Eerste Kamerverkiezingen en haar breuk met GroenLinks publiceerde Fernald een column op de nieuwssite Metronieuws.nl waarin ze uitvoerig beschrijft hoe zij zich door GroenLinks in de afgelopen periode behandeld voelt. Die getuigenis liegt er niet om. „Mijn integriteit en loyaliteit werden steeds in twijfel getrokken”, schrijft ze. De „structurele pesterijen”, waar ze mee te maken zegt te hebben gehad „zoals buitensluiten, negeren, kwaadsprekerij, beledigende opmerkingen en handelingen” zouden „stilzwijgend zijn goedgekeurd” door de top van de GroenLinks-afdeling Rotterdam. Heel concreet zou „een bestuurslid GroenLinks Rotterdam” haar racistisch hebben bejegend. Hij zou haar hebben toegevoegd „dat ik geen succes zou hebben en niets zou bereiken vanwege mijn uiterlijk. Zo moet ik ‘mijn afro-haar samenbinden en glad naar achteren dragen. Dat doen al die andere zwarten die succes hebben ook’.”

Een woordvoerder van partijleider Jesse Klaver bevestigt dat Fernald mede naar aanleiding van deze uitspraken in 2020 zich heeft gemeld bij een externe klachtencommissie. Die verklaarde haar grieven voor een deel gegrond. „Het partijbestuur heeft de uitspaak van de commissie overgenomen.”

Fernald, die voor NRC niet bereikbaar was voor een reactie, schreef in haar column dat zij binnen de partij „plotseling vijandigheid” over zich heen kreeg nadat zij haar ervaringen in Rotterdam bij partijleider Jesse Klaver had gemeld. In hetzelfde jaar werd ze door de landelijke kandidatencommissie dus niet voorgedragen voor de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021.

Woensdagmiddag gaf Fernald bij de NOS een verklaring over haar dissidente stem. Er zat geen kwade intentie achter, „geen zurigheid” en geen rancune naar GroenLinks. Ze had juist afgesproken met haar fractievoorzitter Sinan Özkaya om „m’n eigen weg” te gaan. Een collega van Volt had haar de laatste maanden goed wegwijs gemaakt op het Provinciehuis, vertelde ze aan de NOS. „Mijn partij had daar geen tijd voor.”

Fernald zei niet te hebben beseft dat haar stem op Volt „gevolgen voor de Eerste Kamer”, had. Achteraf gezien zegt ze spijt te hebben. „Zeker wel, ja. Ik hoop dat GroenLinks mij ook kan vergeven.”

Fractieleider Özkaya sprak dinsdag van een „vertrouwensbreuk” met het Statenlid uit Rotterdam. Fernald, die in maart met ruim achtduizend voorkeursstemmen was verkozen, lag volgens Özkaya al langer dwars in de zeskoppige GroenLinks-fractie. Zij zou zich te veel hebben beziggehouden met onderwerpen als racisme en inclusiviteit – haar strijdpunten tijdens de verkiezingscampagne – en te weinig met provinciale onderwerpen. Ze paste, zei Özkaya, daarmee „te weinig bij GroenLinks”. De onverwachte stem op Volt, met grote consequenties, was voor hem de „druppel” en zette haar onmiddellijk uit de fractie.

Lees ook: Senaatsverkiezingen: de coalitiepartijen waren weer het slimst met de dealtjes

Stoer

Fernald is politiek actief sinds 2014, toen ze voor GroenLinks als gebiedscommisielid in de Rotterdamse wijk Kralingen-Crooswijk werd gekozen. In het dagelijks leven is ze docent beeldende vorming op twee middelbare scholen. Tegen de NOS liet Fernald woensdag weten dat ze als zelfstandig Statenlid door wil in Zuid-Holland onder de naam Groep Doe Stoer. Dat verwijst naar haar verkiezingsmotto eerder dit jaar, ‘Stoer’ stond in haar campagne voor ‘Samen tegen onrecht en racisme’.

De landelijke en provinciale partijtop reageerde teleurgesteld op de stem van Fernald die de partij een zetel in de Eerste Kamer kostte. „Ongelofelijk balen”, zei partijleider Jesse Klaver woensdag.

De partijtop had naar eigen zeggen tot dinsdagochtend niet de indruk dat Fernald afwijkend zou stemmen. Partijvoorzitter Katinka Eikelenboom had steeds nauw contact gehad met alle provinciale fractievoorzitters in het land. Aan alle Statenleden was het grote belang uitgelegd om alleen op eigen kandidaten te stemmen.

Al die 54 in maart verkozen Statenleden waren immers hard nodig om de acht verwachte Eerste Kamerzetels binnen te halen. Door de dwarse stem van Fernald zijn het er nu dus zeven geworden. GroenLinks zal met de PvdA één senaatsfractie vormen, met 14 zetels nét genoeg om een belangrijke machtsfactor te zijn in de senaat. Met die zetels kan de linkse fractie de coalitiepartijen, die samen 24 zetels hebben, aan een meerderheid in de Eerste Kamer helpen.

Met medewerking van Oscar Vermeer.