Shell stoot duurzame dochter af: te weinig winst

Shell Energy Door mindere resultaten verkoopt Shell dochterbedrijf Shell Energy dat energie aan particulieren levert.

Bouwterrein op Tweede Maasvlakte waar Shell is gestart met het bouwen van een waterstoffabriek.
Bouwterrein op Tweede Maasvlakte waar Shell is gestart met het bouwen van een waterstoffabriek. Foto Sandra Uittenbogaart/ANP/HH

Shell zet haar bedrijfstak Shell Energy in de verkoop vanwege teleurstellende financiële resultaten. Dat maakte het bedrijf woensdag bekend. Het olie- en gasconcern investeerde de afgelopen jaren in Shell Energy als nieuwe energieleverancier voor particulieren, maar slaagde er uiteindelijk niet in de dochteronderneming winstgevend genoeg te maken. De koers van Shell steeg licht na de aankondiging.

In Nederland hebben zo’n 12.500 mensen een energiecontract bij Shell Energy. Voor hen verandert niets, zegt een woordvoerder van Shell tegen persbureau ANP. Ook in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk stopt het bedrijf met het leveren van energie aan huishoudens.

De stroom van Shell Energy zou uitsluitend van windmolens en zonnepanelen komen. De dochteronderneming maakte daarmee onderdeel uit van activiteiten van Shell op het gebied van hernieuwbare stroom. Maar ook die onderdelen moeten wel voldoende winstgevend zijn: eerder zei Shell-bestuurder Steve Hill al dat minder succesvolle onderdelen zouden moeten worden afgestoten. Dat lot is Shell Energy nu ten deel gevallen.

Streng toezicht

De tegenvallende financiële resultaten van Shell Energy werden deels veroorzaakt door de fluctuerende prijzen op de energiemarkt. Daardoor kwamen de marges onder druk te staan. De energiemarkt in het Verenigd Koninkrijk, waar Shell Energy ongeveer 1,4 miljoen huishoudens van energie voorziet, kwam onder streng toezicht van een speciale toezichthouder, die maximumtarieven stelt die leveranciers aan particulieren mogen vragen. In Duitsland heeft Shell Energy ongeveer 110.000 klanten.

Hoewel de grillige energiemarkt drukte op de marges van Shell Energy, maakte Shell als moederbedrijf in het eerste kwartaal van dit jaar alsnog een megawinst van 9,6 miljard dollar (8,7 miljard euro) – ruim anderhalf miljard boven verwachting. Dat kwam vooral door de hogere verdiensten van de petrochemische producten (verwerking van aardolie tot producten) van de chemiedivisie.

Wel kreeg het bedrijf te maken met onderwaardering op de beurs: het aandeel bleef achter bij Amerikaanse concurrenten als ExxonMobil en Chevron. Op de aandeelhoudersvergadering van twee weken geleden bleken de beleggers de top van het bedrijf desalniettemin te steunen. Wel werd die vergadering flink verstoord door klimaatactivisten, die een estafette-demonstratie hielden. Kritiek op het klimaatbeleid van Shell zorgde, ondanks grote steun voor topman Wael Sawan, voor relatief magere steun voor president-commissaris Andrew Mackenzie.

Volgens Shell is het beleid in lijn met de Parijse klimaatdoelen: het heeft de ambitie in 2050 klimaatneutraal te zijn en wil de CO2-uitstoot van producten elk jaar verlagen. Maar nu stoot het dus een bedrijfstak af die draait op groene stroom, omdat die te weinig oplevert.