Schrijver en dichter Anna Enquist wordt deze zomer 80 jaar. Dat wijsheid en mildheid met de jaren komen, vindt ze onzin. Je bent namelijk ook woedend op alles en iedereen die je verliest naarmate je ouder wordt. Toch probeert ze geluk te vinden in het leven, bijvoorbeeld door haar liefde voor muziek. “Als je ergens bang voor bent, moet je proberen het te begrijpen. Dat reduceert de angst een beetje.”
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar [email protected].
Volektrisch en toch motorgeluid. De Mercedes G-klasse 580, op zijn achtcilinder-benzinebroeder na mijn meest bizarre testauto ooit, klinkt als een orgelpijp in het laagste register, meer ruis dan klank. Maar je hoort de diepte en de oplopende toerentallen van een V8, terwijl hij echt wordt aangedreven door vier elektromotoren – bij de wielen! – met een totaalvermogen van 587 pk.
Hij bleef wat de G sinds zijn transformatie van boswachtersterreinwagen tot oversekste boevenburcht was geworden: één grote farce. De grom komt uit blik, elektronische namaak. Maar de conversie naar elektrisch is een technologische mijlpaal. Eén van de vervuilendste terreinwagens op aarde stoot geen gram CO2 meer uit. Mercedes heeft verschroeide aarde in een bloemenzee veranderd en de transitie ook akoestisch zo briljant verbloemd dat je er niets van merkt, behalve aan de zelfs voor acht- of twaalfcilinders ondenkbare trekkracht. Een koppel van 1.164 Nm zag ik niet eerder bij personenwagens. Verbijsterende auto. Bij optrekken schat je hem door zijn lichtvoetige karakter op de helft van zijn verbluffende gewicht – DRIE TON. Verwacht geen hoge topsnelheden. Met een hoogte van twee meter en de luchtweerstand van een vrachtwagen is het bij 190 bekeken. Gelukkig heb je na een ondoordachte ruk naar links op de Autobahn voldoende sprintvermogen om aanstormende Porsches van je sportschoolbuddy’s net op tijd te ontwijken.
Zoom in voor details van de Mercedes G Klik op de punten voor uitleg over de details.Foto Merlijn Doomernik
Ondanks zijn royale veiligheidsvoorzieningen blijft het oppassen met het reuzending. Problematisch zijn de indringende reflecties van de digitale dashboardschermen in de kaarsrechte zijruit en de buitenspiegel aan de bestuurderskant. Ze belemmeren het zicht naar achteren ’s nachts ernstig, terwijl het met drie ton staal voor jou en anderen zeker in Duitsland best belangrijk is tijdig te zien wat op de linkerbaan met topsnelheid komt aanvliegen.
Eén troost: hij kan van de weg af. Zijn beroemde terreincapaciteiten bleven onaangetast. De stekker-G duikt tot 85 centimeter diep water in, kan op ruig terrein extreem uit het lood hangen zonder te kapseizen, bestijgt hellingen tot 45 graden. Door de wielmotoren kan hij als een tank 360 graden om zijn eigen as draaien. Dan draaien de wielen links en rechts in tegengestelde richting, bizar. Op de verharde weg heeft Mercedes hem ondanks dat gewicht manieren bijgebracht. Hij veert stevig maar verzoenlijk en de remmen kunnen verrassend goed overweg met de massa. Wie de klim naar de torenhoge cabine overleeft, landt op comfortabele massagestoelen die voor het eerst in de geschiedenis van dit model geen rugkwalen veroorzaken. Het windgeruis rond de prehistorisch rechtopstaande voorruit blijft verrassend mild. Op geluidsisolatie hoefde Mercedes niet te besparen met een basisprijs van anderhalve ton. De introductieversie Edition One gaat net over de twee. Met verlichte grille.
Laadkabel altijd binnen handbereik
Lachen of huilen? Ik weet het echt niet meer. Dit weet ik wel: hij is voor anderen. Het beest dat zelfbenoemde mannenmannen willen temmen, zoals de pitbullmens zijn vechthond. Laat ze een dag spelen in de G-klasse en je krijgt ze nooit meer naar de psycholoog. Ze zullen dankbaar vaststellen dat hun enige probleem het verlammende taboe is op de grote werken waar ze voor zijn gemaakt. De hoogste torens neerzetten, raketten laten opstijgen, vrachtwagens honderdnegentig laten rijden.
Tijden veranderen: geen klassieke analoge meters meer, en een sportstuur
Fraai afgewerkte roosters voor de luidsprekers
van het Burmester-
geluidssysteemAlle moderne assistentiesystemen en de bijbehorende camera’sDe klassieke opstaande clignoteur bleef zoals
hij was, net als
de ronde koplampen
Foto’s Merlijn Doomernik
Alles is belachelijk aan de G, op één ding na; de laadkabel in de optionele, aan de kofferklep gehangen koffer waar bij gewone G’s het reservewiel zit. Daar kun je ongeacht de belading dus altijd bij. Niet onpraktisch met een achterlijk verbruik tot 40 kWh op 100 kilometer. Ondanks een kolossale 116kWh-batterij kan alleen een wonder je de toegezegde actieradius van 455 kilometer laten halen. Met snellaadtarieven van 80 eurocent per kWh kost 100 kilometer snelweg met zijn stroomgebruik zo 32 euro. Dat is 16 liter benzine bij een literprijs van twee euro. Dat betaal je per honderd kilometer bij de pomp voor een terreinwagen met een verbruik van 1 op 6.
Hij gaat het vast geweldig doen in de Golfstaten. Daar verbruikt hij door de warmte minder, hebben alle sjeiks hun eigen zonnepark en houden ze dankzij de stekker-G meer olie over om aan domme westerlingen te verkopen. Zijn hoogte is daar juist een aanbeveling. De Eiffeltoren maak je ook niet honderd meter lager. De G doet met wind wat Mozes met de Rode Zee deed, gewoon terugduwen. Schandelijk. Maar nooit was ik zo verrukt van fout, nooit zo blij voor het groen. Satan is een vriend geworden.
Het is artsen en wetenschappers in de Verenigde Staten voor het eerst gelukt om een baby met een ernstige erfelijke aandoening te behandelen met een op maat gemaakte therapie die precies en alleen één kapot stukje in het dna repareert. Het gaat om een kind met CPS1-deficiëntie, een zeldzame stofwisselingsziekte. Zijn persoonlijke medicijn werd in enkele maanden gemaakt en goedgekeurd door het Amerikaanse agentschap voor medicijnveiligheid (FDA), terwijl dat proces in andere gevallen jaren duurt.
Anderhalve week geleden kreeg het inmiddels 9,5 maanden oude jongetje KJ zijn derde behandeling met het medicijn. De artsen en onderzoekers die zijn behandeling ontwikkelden, publiceerden hun resultaten donderdag in The New England Journal of Medicine.
CPS1-deficiëntie is een vorm van hyperammoniëmie, een extreem zeldzame stofwisselingsziekte waarbij de lever door een klein foutje in het dna geen ammoniak kan opruimen uit het bloed. Ammoniak is een giftig tussenproduct van de afbraak van eiwitten. Gezonde mensen zetten het om in het niet-schadelijke ureum. Mensen met CPS1-deficiëntie hebben een foutje in één van de enzymen van dat omzetproces, waardoor het opruimen van ammoniak stagneert. De stof kan zo via het bloed in de hersenen terechtkomen en allerlei ernstige klachten veroorzaken. De meeste kinderen met CPS1-deficiëntie zijn al vroeg na de geboorte ernstig ziek, en overleven de eerste piek of ontregeling van het ammoniakgehalte in het bloed niet.
Eiwitarm dieet
Vlak nadat het probleem bij de Amerikaanse baby werd gediagnosticeerd, schreef zijn behandelend arts een e-mail naar Kiran Musunuru, een onderzoeker op het gebied van gen-reparatie aan de Universiteit van Pennsylvania, met de vraag of hij een behandeling voor de baby kon maken. Musunuru deed al jaren onderzoek naar gen-reparatie bij veelvoorkomende genetische aandoeningen, een proces dat doorgaans jaren kost. Nu had hij slechts een paar maanden de tijd.
In de tijd dat de baby moest wachten op de behandeling, kreeg hij een eiwitarm dieet en glycerolfenylbutyraat, een medicijn dat meer mensen met stofwisselingsziektes krijgen. Dat middel verlaagt het gehalte ammoniak in het bloed. In die maanden was het jongetje niet buiten levensgevaar. Een griepje of infectie zou zijn ammoniakspiegel al hevig ontregelen.
CPS1-deficiëntie is het resultaat van een mutatie van één letter in het hele menselijke genoom, dat uit drie miljard letters bestaat. Zo’n letter staat voor een base. Om dat foutje op te lossen zetten de onderzoekers zogeheten base editing-technologie in. Ze verpakten daartoe een set werkzame moleculen in kleine vetbolletjes die vanuit het bloed in de levercellen kunnen worden opgenomen. Daar komt het dna-bewerkende enzym crispr-cas vrij dat samen met de meegeleverde instructie van een rna-molecuul op zoek gaat naar de mutatie en die heel precies verandert. Daardoor kan de levercel weer een functioneel enzym maken dat ammoniak verwerkt.
Levercellen aanpassen
In sneltreinvaart deden de onderzoekers dierproeven en andere laboratoriumproeven om de veiligheid van hun op maat gemaakte medicijn te testen. Na een halfjaar waren zij klaar voor het echte werk, de behandeling van KJ.
Binnen twee weken na zijn eerste behandeling kon het patiëntje net zoveel eiwitten eten als een gezonde baby van zijn leeftijd, maar hij had nog steeds het medicijn nodig dat ammoniak uit zijn bloed verwijderde. Het was een teken dat de behandeling er nog niet in was geslaagd het gen in álle levercellen aan te passen. 22 dagen later kreeg de baby zijn tweede behandeling. De dosis glycerolfenylbutyraat kon worden gehalveerd en zijn lichaam ruimde zonder moeite een paar virale infecties op, iets wat vóór behandeling ondenkbaar zou zijn geweest. Anderhalve week geleden kreeg het jongetje zijn derde behandeling.
Het is nog te vroeg om te zeggen of baby KJ helemaal kan stoppen met glycerolfenylbutyraat, maar hij eet en groeit goed en kan binnen korte tijd uit het ziekenhuis worden ontslagen. De grootste vraag is hoeveel schade zijn lever de afgelopen maanden al heeft opgelopen, en of een levertransplantatie op latere leeftijd hem bespaard zal blijven.
Doriene: „Ik ben al dertig jaar vrachtwagenchauffeur. Tussendoor heb ik even in het magazijn van Kruidvat gewerkt, maar het bleef kriebelen. Ik vind het veel leuker op de weg te zitten – al is het wel zwaar. Ik ben begonnen op open trailers. Toen vervoerde ik staal en beton. Ik moest zelf zeilen van 8 bij 16 meter over de lading spannen. Je moet alles vastsjorren zodat de lading niet kan verschuiven. In de winter kan zo’n zeil vollopen met water en als het dan bevriest wordt dat een zwaar pakket om mee te sjouwen.
„Ik geniet altijd erg van de omgeving. De natuur vind ik prachtig, vooral bergen en sneeuw. Je voelt je vrij, als vrachtwagenchauffeur. Redelijk vrij, want je hebt wel een grote verantwoordelijkheid. Het kleinste foutje dat je maakt op de weg kan grote gevolgen hebben.
„Het is wel lastig als vrouw in de transportsector te werken. Je wordt nooit voor vol aangezien. Als ik mijn jongste zoon meeneem die een kop groter is dan ik, denken ze dat hij de vrachtwagenchauffeur is. De klassieke vrachtwagenchauffeur is een gespierde man, een beetje groot. Maar ook een man zonder conditie of met een dikke bierbuik wordt serieuzer genomen dan een vrouw.
Vijf mannen tegelijk
„Toen ik net begon was ik eind twintig en ik had heel grote borsten – ik heb ze inmiddels laten verkleinen omdat ik te veel last van mijn rug kreeg. Als ik ergens ging eten in een wegrestaurant zag ik ze kijken. Daarna ging ik slapen in de vrachtwagen op de parkeerplaats. Dan kwamen er weleens vijf mannen tegelijk aan mijn vrachtwagen rammelen. Die dachten dat ze wel een leuke tijd met mij konden hebben. Dus zo heb ik geleerd: ik moet nooit gaan slapen waar ik eet.
„Er zijn eigenlijk twee soorten reacties van mannelijke chauffeurs. Je hebt de mannen die het leuk en stoer vinden dat ik als vrouw hetzelfde werk doe als zij. En er zijn de mannen die zeggen: ‘What the fuck moet jij op een vrachtwagen?’ Nou ben ik niet snel gepikeerd hoor, en dat moet ook wel. Mannen zijn gewoon anders. Ze flappen vaak opmerkingen eruit die niet gemeend zijn. Seksuele opmerkingen en zo. ‘Hé lekker kippetje’, zeiden ze dan, ‘rij jij helemaal alleen? Ik kom je vanavond wel even opzoeken’. Dat was allemaal toen ik jonger was – gelukkig heb ik daar nu geen last meer van.
„Ik kan alles rijden wat een motor en wielen heeft. Vroeger had ik een motor. Nu heb ik een Renault Twingo en een Amerikaanse van, een bus, uit 1983: zo eentje als ze in The A-Team hadden. Dat is het enige wat ik heb overgehouden aan mijn huwelijk.”
Gescheiden
„Ik ben in 1998 gescheiden van de vader van mijn drie oudste kinderen. Hij mocht van mij alles hebben, ook de overwaarde van ons huis dat we samen gekocht hadden. Ik wilde niks, alleen weg. Toen ben ik met nachtdiensten begonnen om de rekeningen te kunnen betalen, en om er overdag voor de kinderen te kunnen zijn: twee zoons en een dochter. Ik sliep vaak maar twee uur per uur nacht. Na een jaar kreeg ik overal last van. De familie van mijn ex heeft me toen geholpen om het allemaal te bolwerken met de kinderen. En na twee jaar kreeg ik iets met de broer van mijn ex-man. Uit die relatie is mijn jongste zoon geboren. Na zeventien jaar zijn we uit elkaar gegaan, maar we zijn nog wel vrienden.
„Sinds elf jaar werk ik voor FedEx, waar ik alleen maar hoef te rijden. Het laden en lossen doen anderen. Ik woon in een huurhuis in Kesteren bij Tiel, met mijn jongste en oudste zoon: Mike, 34, piloot, en Mitch, 19. Hij wil straaljagerpiloot worden. De middelsten wonen op zichzelf: Jamie, 32, dierenarts, en Peter, 30, die met betonvloeren werkt.”
Zoon Mitch schuift tussendoor even aan: „Ik ben heel erg trots op mijn moeder. Ze heeft van alles meegemaakt. En is blijven vechten voor ons. Nu is ze de eerste vrouwelijke chauffeur bij FedEx die op een vrachtwagen van meer dan twintig ton rijdt.”
Doriene: „Vanavond heb ik spaghetti met gehaktballetjes gemaakt. Het is gezellig hier. We doen van alles samen. Uitgaan, karten, naar de film, naar de dierentuin, bowlen, series kijken.
„Ik rijd momenteel op Denemarken. Ik ga de ene week drie keer op en neer, de andere week twee keer. We vertrekken dan om 20.15 uur naar Denemarken. Ik rijd met een collega. Elke 4,5 uur moeten we elkaar afwisselen. Daar komen we om 5.00 uur aan. Dan moeten we afkoppelen en parkeren. Mijn mannelijke collega slaapt dan in een appartement van FedEx, ik slaap in het stapelbed in de cabine van de vrachtwagen. Dan ga ik eerst nog even instagrammen, netflixen of een spelletje doen op mijn telefoon. Rond 8.30 uur ga ik slapen, tussen 13.30 en 14.00 uur sta ik op. Dan ga ik even wandelen, acht tot tien kilometer. Dan eten opwarmen – ik neem meestal mijn eigen eten mee in Tupperware. Rond 20.30 uur vertrekken we weer naar Nederland.
„Als ik thuiskom gooi ik nog een wasje erin en tegen 8.30 uur of later ga ik naar bed. Rond 12.15 uur sta ik op omdat ik graag lunch met Mitch – anders zie ik hem niet. Verder is er thuis ook nog een hoop te doen. De buitenboel: ramen zemen, onkruid wieden. Boodschappen doen, stofzuigen, dweilen, eten koken.
„Mijn motto is: niet opgeven en altijd het beste ervan maken. Dat heb ik ook mijn kinderen geleerd en mijn dochter Jamie heeft ondanks haar dyslexie uiteindelijk diergeneeskunde gestudeerd aan de universiteit. Je kunt ook wel je hoofd laten hangen, maar daar heb je alleen maar jezelf mee. De rest van de wereld gaat gewoon door.”