Schimmels worden steeds resistenter tegen geneesmiddelen, waardoor infecties moeilijker te behandelen zijn en vaker een dodelijke afloop hebben. De resistentie ontstaat met name wanneer de schimmels in het milieu worden blootgesteld aan schimmelbestrijders in de landbouw. Dat stelt de Gezondheidsraad in een donderdag gepubliceerd rapport.
Mensen ademen dagelijks de sporen van schimmels in, waarna ze vaak worden opgeruimd door het immuunsysteem. Maar bij mensen met een verzwakte afweer, doordat ze bijvoorbeeld ernstige griep hebben of een behandeling tegen kanker ondergaan, kunnen de sporen een invasieve infectie veroorzaken. In Nederland overkomt dat jaarlijks ongeveer drieduizend patiënten per jaar, die met name geïnfecteerd zijn met de schimmel Aspergillus fumigatus en waarbij de kans op overlijden groot is. Wereldwijd gaat het ieder jaar om 6,5 miljoen mensen, waarvan meer dan een derde door de schimmel overlijdt.
Betere monitoring
De Gezondheidsraad waarschuwt ook voor oprukkende multiresistente schimmels uit het buitenland, zoals Candida auris en de huidschimmel Trichophyton indotineae. De raad pleit onder andere voor betere monitoring van ziekteverwekkende schimmels en het terugdringen van schimmelbestrijders in de landbouw.
Een invasieve schimmelinfectie ontstaat vaak in de longen en kan worden bestreden met maar drie soorten anti-schimmelmiddelen, zegt hoogleraar Ferry Hagen, die als medisch mycoloog de Gezondheidsraad voor het rapport adviseerde. „Van de drie klassen zijn de azolen vaak de eerste keuze”, zegt hij. De andere twee soorten moeten per infuus worden toegediend, geven nare bijwerkingen zoals schade aan de lever en nieren, en zijn duur.
Maar de azolen zijn juist de klasse waar gevaarlijke schimmels de afgelopen decennia in toenemende mate resistentie tegen hebben ontwikkeld. In een onderzoek naar Aspergillus fumigatus in Nederlandse ziekenhuizen, bleek dat een tiende van de patiënten een resistente variant bij zich droeg – precies op de klinische grens waarop wordt aangeraden om een andere behandeling te kiezen.
Nederland is daarmee het Europese land met de hoogste azoolresistentie bij deze schimmel. Individuele onderzoekers en de Gezondheidsraad wijten dit vooral aan het gebruik van azolen in de landbouw – ook daarin is Nederland in Europa koploper. Het middel wordt ingezet bij de teelt van bloemen, aardappelen en andere gewassen, maar ook toegevoegd aan houtverf, matrassen en cosmetica.
Azolen en andere fungiciden beschadigen de celwand van schimmels en belemmeren zo de groei. Maar bij veelvuldig gebruik ontstaat een selectie op mutaties in het dna die helpen het middel uit de schimmelcel te verwijderen, of een beschermende slijmlaag rondom de cel creëren, waardoor de effectiviteit ervan sterk afneemt.
Nieuw bestrijdingsmiddel
„Bij heel lage hoeveelheden azolen ontwikkelt Aspergillus al resistentie”, zegt Hagen. Door veelvuldig gebruik ten behoeve van gewasbescherming hoopt het zich langzaam op in het milieu. „Industriële composthopen, waar bijvoorbeeld grote hoeveelheden bloembolrestanten liggen, vormen ‘hotspots’ voor resistentieontwikkeling. Doordat de composthopen regelmatig omgewoeld moeten worden, komen de sporen van de resistente schimmels in de lucht.” Hoe ver de resistente sporen zich verspreiden is onbekend.
Hoewel onderzoekers nieuwe geneesmiddelen tegen schimmels ontwikkelen, dreigt ook hierbij het gevaar van resistentie. Hagen noemt het medicijn olorofim, dat azoolresistente schimmels kan stoppen en zich in de laatste onderzoeksfase bevindt. Het middel slaat goed aan, maar vorig jaar werd in de VS een nieuw bestrijdingsmiddel voor gewassen toegestaan dat vrijwel dezelfde moleculaire structuur en werking heeft. Laboratoriumonderzoek wijst uit dat schimmels door dit gebruik ook resistentie hiervoor ontwikkelen.
„We zijn hierdoor eigenlijk terug bij af”, zucht Hagen. Terwijl er jaarlijks enkele honderden kilo’s anti-schimmelmiddelen voor klinisch gebruik worden gemaakt, gebruikt de Nederlandse agrochemische industrie ruim 250 ton azolen. Om het resistentieprobleem aan te pakken, moeten de fabrikanten van agrarische en medische fungiciden met elkaar in gesprek, zegt hij. „We moeten afspreken welke middelen we voor patiënten en welke we voor de landbouw gebruiken.”
Algehele reductie
In het rapport pleit de Gezondheidsraad daarnaast voor een nieuw landelijk kennisplatform, een verbeterde surveillance van resistente schimmels, en een algehele reductie van fungiciden in de landbouw. Maar het gebruik van schimmelbestrijders zal de komende jaren vermoedelijk nauwelijks dalen. Het rapport noemt het voorstel van de Europese Commissie om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met de helft te reduceren, maar dat begin dit jaar door het Europees Parlement is afgewezen om tegemoet te komen aan boeren met zorgen over toenemende milieumaatregelen.
Ook Hagen verwacht dat het lastig wordt om effectieve internationale afspraken te maken. „In september houdt de Verenigde Naties een tweede groot overleg over het bestrijden van antimicrobiële resistentie, maar het gaat met name over resistente bacteriën”, zegt hij. „Helaas is er nog te weinig aandacht voor de toenemende problematiek van schimmelresistentie.”