N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Evaluatie kabinetsformatie Het duurde 299 dagen en betekende bijna het politieke einde van Rutte: de formatie van 2021 is onderzocht door een commissie. Stel deadlines aan zo’n formatie, is het advies.
Nooit eerder duurde in Nederland een kabinetsformatie zo lang als die van na de verkiezingen van 2021, 299 dagen, en niet eerder verliep die zo chaotisch. En dus moet het anders, adviseren wetenschappers die met zo’n beetje alle betrokkenen hebben gesproken. Ze kwamen donderdag met aanbevelingen: stel deadlines aan elke fase in de formatie, houd zoveel mogelijk gesprekken vertrouwelijk en bedenk goed wat het betekent dat de Tweede Kamer de touwtjes in handen heeft. En niet meer, sinds 2012 al, de koning.
Het was de formatie waarin de gefotografeerde notitie met ‘functie elders’ erop over – toen nog – CDA’er Pieter Omtzigt leidde tot grote ophef: was het de bedoeling om een vasthoudend Tweede Kamerlid weg te werken? Iemand die ook in zijn eigen partij werd gezien als lastig? VVD-leider Mark Rutte, die het over Omtzigt bleek te hebben gehad in de vertrouwelijke formatiegesprekken, ging in een Tweede Kamerdebat op 1 april 2021 langs de rand van de politieke afgrond. Alle partijen behalve de VVD steunden een motie van afkeuring tegen hem, een motie van wantrouwen haalde het net niet.
Rommelig en moeizaam
Het leek daarna maanden te duren voordat Rutte in optredens weer net zo zelfverzekerd was als daarvoor. Maar of hij er uiteindelijk echt onder geleden heeft? In het verslag van de onderzoekers, onder leiding van hoogleraar parlementaire geschiedenis Carla van Baalen, valt op dat alle geïnterviewden de formatie onprofessioneel, rommelig en moeizaam noemen. Maar één iemand had er iets positiefs over te zeggen: Mark Rutte. Hij vond dat het politiek gezien „toch weer een ongelofelijk interessante tijd” was geweest.
Pieter Omtzigt, nu in zijn eentje Kamerlid, was donderdag bij de presentatie van het onderzoeksverslag, in een zaaltje van de Tweede Kamer. Nadat Kamervoorzitter Vera Bergkamp het onderzoek in ontvangst had genomen, begon zij als eerste over hem: „Ik vind dat de heer Omtzigt in deze formatie dingen heeft meegemaakt die geen Kamerlid zou hoeven meemaken.”
Wat ik gemist heb was vanuit de Kamer, institutioneel gezien, een verdediging. Want het kabinet had, bleek uit de notulen, het over mij gehad als Kamerlid
Pieter Omtzigt Tweede Kamerlid
‘Geen prettige periode’
Na afloop, bij de koffie, zegt Omtzigt dat hij het belangrijk vond om te horen. „Ik vond het geen prettige periode en wat ik gemist heb in die tijd was vanuit de Kamer, institutioneel gezien, een verdediging. Want het kabinet had, bleek uit de notulen, het over mij gehad als Kamerlid. En ik heb daar vanuit de Tweede Kamer weinig principieels over gehoord. Dat had een Kamervoorzitter kunnen doen, het presidium of de fractievoorzitters.” Dat was wel ingewikkeld, zegt hij ook: „Die fractievoorzitters waren toen ook Rutte zelf, Wopke Hoekstra en Sigrid Kaag. Maar ze hadden moeten beseffen dat ze daar ook als fractievoorzitters zaten. Dat heb ik het meest gemist.”
Want dat vergaderingen van het kabinet en notulen geheim zijn, is het punt niet, zegt Omtzigt. „Als dat maar gebruikt wordt om moeilijke, inhoudelijke problemen op te lossen en daar vrijuit over te kunnen spreken. Niet om politieke tegenstanders te sensibiliseren.”
Tegenstrijdige opvattingen
Na het nieuws over de notitie met ‘functie elders’ had de Tweede Kamer openbaarmaking geëist van alle gespreksverslagen van de twee verkenners Kajsa Ollongren (D66) en Annemarie Jorritsma (VVD). Uit het onderzoek naar de formatie blijkt dat de meeste betrokkenen dat achteraf geen goed idee vonden. „Er werd”, staat in de evaluatie van de formatie, „ontegenzeggelijk schade aangericht in de onderlinge relaties.” Zo stond er in de verslagen dat de PvdA en GroenLinks elkaar „niet echt” vasthielden en dat het ook was gegaan over de „onderhandelingsstijl” van Hoekstra.
Volgens de onderzoekers had ook het vertrouwen van burgers in de politiek eronder geleden. „Openbaarheid”, zei Carla van Baalen donderdag, „is niet behulpzaam.” Haar onderzoekscommissie adviseert ook om meteen na de verkiezingen maar één verkenner aan te wijzen, iemand met afstand van de „politieke actualiteit”, en om dat eerste onderzoek klein te houden. En de Tweede Kamer moet volgens de onderzoekers snel een eind maken aan de „onduidelijkheid en tegenstrijdige opvattingen” over de eigen rol. Vera Bergkamp, op de eerste rij, knikte. Daar zal de Tweede Kamer het zeker over gaan hebben.