Het is nog steeds niet helemaal zeker dat Turkije demissionair premier Mark Rutte zal steunen als secretaris-generaal van de NAVO. Rutte kwam er vrijdag speciaal voor naar Istanbul, op een vlucht die hijzelf had betaald, maar wat de uitkomst van zijn gesprek met president Recep Tayyip Erdogan was, wilde hij niet zeggen. Hij zei alleen dat de ontmoeting „heel positief” was geweest.
Ook Erdogan liet in een verklaring na afloop in het midden of Rutte op de steun van Turkije kon rekenen en begon uit zichzelf over de ándere kandidaat-secretaris-generaal: de Roemeense president Klaus Johannis. Met hem had Erdogan ook gepraat, vorige week aan de telefoon. Op verzoek, zei hij, van Johannis.
De steun van Turkije kan voor Rutte doorslaggevend zijn: als hij die binnen heeft, lijkt de kans klein dat de baan bij het bondgenootschap hem nog kan ontgaan. Van de 32 lidstaten hebben alleen Turkije, Slowakije, Hongarije en Roemenië zich nog niet uitgesproken vóór Rutte.
Uit het telefoontje van Johannis aan Erdogan valt op te maken dat die graag zelf nog een kans maakt bij de NAVO, en de Hongaarse premier Viktor Orbán lijkt zijn verzet tegen Rutte als NAVO-baas nog niet te hebben opgegeven. Dat kan veranderen als Turkije zich openlijk zou uitspreken over Rutte. Maar dat wil Erdogan dus nog niet. Hij zei wel: „Niemand moet eraan twijfelen dat wij onze beslissing met strategische wijsheid en op een rechtvaardige manier zullen nemen.”
Rutte had haast
Zo lijkt Rutte voorlopig nog aan het lijntje te worden gehouden door Erdogan. Hij was de hele vrijdag al in Istanbul en kon pas helemaal aan het eind van de middag bij de president terecht. Het gesprek duurde 35 minuten. Erdogan had vrijdagmiddag eerst nog een optreden op een conferentie van Turkse parlementariërs over Gaza, waar hij hard uithaalde naar de rol van het Westen daar. Die bijeenkomst duurde langer dan gepland.
Maar Rutte had haast, zijn vliegtuig terug naar Nederland vertrok aan het begin van de avond. Hij had al eerder beslist dat hij die vlucht voor hem en zijn naaste medewerker zelf zou betalen, omdat het ging om zijn persoonlijke ambitie.
Met het bezoek van Rutte kreeg Erdogan een publiek vertoon van respect. Dat is precies wat Turkije graag méér wil in de NAVO. Het is al sinds 1952 lid, heeft met 425.000 militairen het op een-na-grootste leger van het bondgenootschap, en toch overheerst in Ankara het gevoel dat westerse landen in de NAVO de boventoon voeren. Rutte leek dat vrijdag te beseffen en benadrukte een paar keer hoe belangrijk hij Turkije vindt voor de NAVO.
Rutte zei na afloop ook dat hij geen beloftes had gedaan aan Erdogan, in ruil voor steun. Erdogan zelf maakte in zijn verklaring wel heel duidelijk wat hij wilde: hij vindt dat de andere NAVO-landen meer aandacht moeten hebben voor de strategische belangen en de veiligheid van zijn land. Vooral als het gaat om de strijd van Turkije, al tientallen jaren, tegen de PKK, de Koerdische beweging die op de terreurlijst van Turkije, de EU en de VS staat, maar in het Westen volgens Turkije veel te veel bewegingsruimte heeft.
Lees ook
Wél een vergadertijger, maar krenterig op defensie. Heeft Rutte genoeg vinkjes voor de NAVO?
In de ogen kijken
Dat Erdogan Rutte bij zich aan tafel wilde hebben, heeft ook te maken met de manier waarop de Turkse president politiek bedrijft. Voor hem draait ook de internationale politiek om persoonlijke verhoudingen, waarbij leiders elkaar in de ogen kijkenen elkaar kunnen aanspreken op beloftes die zijn gedaan, en om de eer die daarbij op het spel staat.
Mark Rutte vindt persoonlijke relaties minstens zo belangrijk, maar lijkt er anders dan Erdogan helemaal geen moeite mee te hebben om zich klein te maken en vooral ánderen veel te gunnen. Hij komt in Istanbul bedelen om steun voor zijn kandidatuur, met de pet in de hand en moet zonder toezegging naar huis. Maar als iemand kan doen alsof dat de gewoonste zaak van de wereld is voor een minister-president, is Rutte het wel.
Net voordat hij in de auto stapte naar het vliegveld, zei hij dat hij „niet teleurgesteld” was, nee. Waar Turkije nog op wachtte? „Dat kan ik u niet zeggen, dat is de vertrouwelijkheid van het gesprek.” Hij wilde ook zeker nog een keer terugkomen naar Turkije en deed opeens alsof zijn nieuwe baan toch wat dichterbij was gekomen: „Mocht ik secretaris-generaal zijn, dan kom ik zeker. En gezien de traagheid van de Nederlandse kabinetsformatie is de kans groot dat ik anders ook nog wel een keer kom als premier.”
In Zweden weten ze wat het betekent als Erdogan nog géén beslissing neemt. Hij hield dat land lang aan het lijntje over hun gewenste lidmaatschap van de NAVO, en voerde zijn eisen voor goedkeuring steeds wat verder op. Daar kan ook Rutte mee te maken krijgen.
Maar of hij ook met die twijfel het vliegtuig is ingestapt? Erdogan had hem een paar keer „dostum” genoemd, „mijn kameraad”, en hij wenste hem aan het eind van zijn verklaring met een grote grijns „veel succes” op zijn „nieuwe weg”. Erdogans adviseurs, op de eerste rij, moesten lachen.