Rusland heeft dit weekend twee journalisten aangehouden op verdenking van „extremisme”, vanwege het werk dat zij zouden hebben uitgevoerd voor de organisatie van Aleksej Navalny. Dat schrijft persbureau AP zondag. De twee Russische journalisten zitten minstens twee maanden in voorarrest voor het proces tegen hen begint. Er hangt hen een gevangenisstraf van maximaal zes jaar boven het hoofd.
Het gaat om de journalisten Konstantin Gabov, die onder meer gewerkt heeft voor persbureau Reuters, en Sergej Karelin, die in het verleden werkzaam was bij AP. Ze worden beschuldigd van het voorbereiden van filmpjes voor het YouTube-kanaal van Navalny’s anticorruptiestichting FBK, die door de Russische autoriteiten verboden is. Beide journalisten ontkennen alle aantijgingen.
Sinds de invasie van Oekraïne in februari 2022 treedt het Russische regime steeds harder op tegen onafhankelijke media. Zo zijn er wetten aangenomen die het verspreiden van valse informatie over het leger strafbaar stellen, waardoor in de praktijk alle kritiek op de oorlog in Oekraïne verboden is. Ook het arresteren van journalisten past binnen deze ontwikkeling. Afgelopen vrijdag werd Sergej Mingazov, een journalist van de Russische versie van het zakentijdschrift Forbes, opgepakt op verdenking van het verspreiden van valse informatie over het Russische leger.
Lees ook Amerikaanse journalist opgepakt in Rusland vanwege ‘spionage’
Veel meer mensen in Nederland dan gedacht staan op de drempel van diabetes. Naar schatting 1,4 miljoen mensen hebben prediabetes, het voorstadium van suikerziekte, diabetes type 2. Dat zijn er 300.000 meer dan tot nu toe werd aangenomen.
Uit een nieuwe studie van de Universiteit Maastricht blijkt dat de groep potentiële diabetespatiënten groter is dan een eerdere schatting liet zien. Toen berekenden onderzoekers dat 1,1 miljoen mensen in Nederland prediabetes hadden. Dit getal was gebaseerd op data uit een langlopende studie onder tienduizend Rotterdammers vanaf 40 jaar die tot 2012 gevolgd waren.
Diabetes type 2 is een gevolg van overgewicht, ongezond eten, onvoldoende beweging en roken, veelal in combinatie met erfelijke aanleg. Het kan leiden tot schade aan hart- en bloedvaten, nieren en zenuwen, blindheid en infecties aan benen en voeten. Het risico op diabetes is groter als de suikerhuishouding al verstoord is. Dit stadium, waarin de bloedsuikerwaarden al verhoogd zijn, wordt prediabetes genoemd.
Drinken van een suikerdrankje
Het nieuwe, hogere cijfer komt uit de zogeheten Maastricht Studie. Ook in dit bevolkingsonderzoek wordt de gezondheid van een grote groep mensen langere tijd geboekstaafd. Om prediabetes te meten, werd bij negenduizend Limburgers van 40 tot 75 jaar na het drinken van een suikerdrankje op de nuchtere maag bloed afgenomen om de insulinegevoeligheid te meten. De studie liep van 2010 tot 2020.
De uitkomsten zijn vervolgens doorgerekend voor de hele Nederlandse bevolking, op basis van leeftijd, geslacht of opleidingsniveau. Zeventigplussers hebben veel vaker prediabetes dan jongere mensen. Dat het toeneemt met de jaren is niet zo gek; mensen worden meestal zwaarder als ze ouder worden en ruim de helft van de volwassen Nederlanders heeft overgewicht. „Maar ik ben wel geschrokken hoe snel het oploopt”, zegt Miranda Schram, sinds december hoogleraar diabetesepidemiologie in Maastricht. In de groep van 40 tot 49 jaar heeft 10 procent prediabetes. Dat neemt toe tot 30 procent bij 70- tot 75-jarigen. „Mensen ouder dan 75 hebben we niet onderzocht, maar in die groep ligt het waarschijnlijk nog hoger.” Ook de groep tot 40 jaar viel buiten het blikveld van deze studie, terwijl ook onder jongeren een toename van overgewicht is te zien – en mogelijk dus ook van prediabetes.
Bij mannen (21 procent) komt prediabetes iets vaker voor dan bij vrouwen (15 procent). Uitgesplitst naar opleiding zijn de verschillen aanzienlijk groter. 15 procent van de hoogopgeleiden heeft prediabetes, onder laagopgeleiden is dat bijna het dubbele. Dat verschil weerspiegelt de gezondheidsongelijkheid in Nederland.
Onderschatting
De deelnemers zijn representatief voor de Nederlandse bevolking. Toch zou het geëxtrapoleerde cijfer van 1,4 miljoen mensen met prediabetes in Nederland weleens een onderschatting kunnen zijn, zegt Schram. „Weliswaar is gemiddeld de gezondheid in Limburg iets slechter dan in de rest van Nederland. Maar mensen die bereid zijn om mee te doen aan dit soort langlopend onderzoek leven vaak net iets gezonder dan mensen uit de gewone bevolking.” In het onderzoek waren mensen met een Turkse, Hindoestaanse, Surinaamse, Antilliaanse en Marokkaanse achtergrond bovendien ondervertegenwoordigd, terwijl bekend is dat in deze groepen diabetes vaker voorkomt dan bij mensen zonder migratieachtergrond.
Lees ook Hoe sneller de diagnose, hoe makkelijker diabetes type 2 nog is om te keren
De Maastrichtse cijfers laten ook zien waarom prediabetes, hoewel geen ziekte, wél een rode vlag is: 14 procent van de deelnemers met prediabetes kreeg vroeger of later diabetes type 2. Tien keer vaker dan de mensen met gezonde bloedsuikerwaarden. Dat de prediabetescijfers hoger zijn dan eerder werd aangenomen, betekent ook dat de ziektelast als gevolg van diabetes vermoedelijk sterker zal stijgen. De prognose was tot voor kort dat in 2040 in Nederland 1,3 miljoen mensen diabetes type 2 zouden hebben, dat cijfer staat nu ook op de helling.
Het bedrieglijke is dat mensen vaak niet merken dat ze tegen diabetes aan zitten. „Het kan beginnen met veel drinken, veel naar de wc en vermoeidheid, maar veel mensen hebben geen klachten of merken die niet op.” Om die reden heeft het Diabetes Fonds een test op zijn website om het risico in te schatten, met adviezen variërend van gezonder eten en bewegen tot huisartsbezoek.
Het Maastrichtse onderzoek geeft geen antwoord op de vraag of de cijfers over het aantal Nederlanders die al diabetes hebben nog kloppen. Daar is in deze studie niet naar gekeken. Op basis van huisartsencijfers gaat het Diabetes Fonds ervan uit dat in Nederland 1,2 miljoen mensen diabetes hebben. 10 procent heeft diabetes type 1, een auto-immuunziekte waarbij het lichaam geen insuline meer aanmaakt. 90 procent heeft de leefstijlvariant, type 2.
De Socialistische Partij van Catalonië (PSC) heeft de meeste stemmen gekregen in de Catalaanse verkiezingen. Exitpolls wijzen uit dat de partij van Salvador Illa 41 van de 135 zetels krijgt, meldt El País zondag. Dat is flink meer dan in 2021 (33) en dan de separatistische partij Junts (35 zetels). Onafhankelijkheidspartij Esquerra Republicana de Catalunya (ERC, Catalaans Republikeins Links) moet flink inleveren: 13 zetels minder dan de 33 in 2021.
De uitslag is een overwinning voor de Spaanse premier Pedro Sánchez, wiens partij PSOE aan PSC is gelieerd, en een verlies voor het separatistische blok. De onafhankelijkheidspartijen zijn in verschillende samenstellingen meer dan tien achtereenvolgende jaren aan de macht is geweest in Catalonië. Nu lijken de vier verschillende partijen samen niet genoeg stemmen te hebben gehaald voor een meerderheid van minstens 68 zetels.
Coalitievorming zal hoe dan ook nodig zijn. Ondanks het zware verlies is de rol van ERC dan ook allesbehalve uitgespeeld, vergelijkbaar met de situatie van de VVD in Nederland. Alles is nog mogelijk: van een minderheidsregering tot aan nieuwe verkiezingen. De voorkeur van PSC lijkt uit te gaan naar een coalitie met ERC en de links-progressieve Comuns. Op basis van 95 procent van de stemmen lijken die drie partijen precies 68 zetels te hebben.
Ook PP wint flink
Ook één van de meest agressieve oppositiepartijen van Sánchez, het rechts-conservatieve Partido Popular (PP), won flink aan terrein. PP springt van 3 naar 15 zetels, terwijl de radicaal-rechtse Vox zijn 11 zetels behoudt. De twee partijen voeren op nationaal niveau harde oppositie tegen Sánchez, die eind vorige maand opeens zijn positie ter discussie stelde nadat zijn vrouw doelwit was geworden van een rechtse lastercampagne — maar na vijf dagen „zorgvuldige reflectie” toch aanbleef.
Sánchez vormde in 2021 een politiek gevoelige coalitie met Junts, de Catalaanse separatistische partij van Carles Puigdemont, die Catalonië na een illegaal referendum in 2017 onafhankelijk verklaarde. Als onderdeel van dat akkoord beloofde Sánchez aan Puigdemont en andere veroordeelde separatisten amnestie, wat werkte als een rode lap voor de oppositie.
De Russische president Vladimir Poetin heeft zijn minister van Defensie vervangen. Sergej Sjojgoe, een fervent Poetin-loyalist en eindverantwoordelijk op Defensie sinds 2012, moet zijn taken overdragen aan voormalig vicepremier Andrej Belooesov, meldt het Russische persbureau TASS. Belooesov was eerder Poetins economisch adviseur, maar ontbeert defensie-ervaring. De wisselingen behoren tot de eerste zetten van Poetin in zijn vijfde termijn als president. Goedkeuring door het parlement is een formaliteit.
Sjojgoe krijgt een nieuwe plek in de invloedrijke Russische Veiligheidsraad, waar hij veiligheidschef Nikolaj Patroesjev vervangt, eveneens lid van Poetins inner circle. Sjojgoe krijgt ook een belangrijke rol in het Russische militair-industrieel complex, heeft het Kremlin zondag bekendgemaakt. Zijn nieuwe baan geldt binnen het Russische staatsapparaat als een promotie — en impliceert dat Poetin hem spaart, nadat zijn onderminister Timoer Ivanov eind april werd gearresteerd op verdenking van corruptie.
Belooesov op Defensie is wel enigszins verrassend, omdat de politicus uit Moskou nog geen ervaring heeft met Defensie en nu eindverantwoordelijk wordt op een departement dat de zwaarste Russische oorlog voert in decennia. Los daarvan is Belooesov een goede bekende van Poetin en kan hij volgens Krelin-woordvoerder Dmitri Peskov juist „vernieuwing” brengen op Defensie. Militair-strategische beslissingen worden in Rusland vooral gemaakt door generaal Valeri Gerasimov, die op zijn post blijft zitten.
Lees ook Na Poetins vijfde inauguratie wacht Rusland meer repressie – en mogelijk een nieuwe mobilisatie